Beheerdershandleiding NPD5668-00 NL
Beheerdershandleiding Inhoudsopgave Inhoudsopgave De systeeminstellingen configureren op het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Systeeminstellingen configureren met Web Config. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Copyright Handelsmerken Deze handleiding Basisinstellingen voor beveiliging Tekens en symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . .
Beheerdershandleiding Inhoudsopgave De verbinding controleren met de opdracht Ping — Windows. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 De verbinding controleren met de opdracht Ping — Mac OS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Problemen met het gebruik van netwerksoftware. . . 52 Geen toegang tot Web Config. . . . . . . . . . . . . . . 52 Modelnaam en/of IP-adres niet weergegeven in EpsonNet Config. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beheerdershandleiding Copyright Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding.
Beheerdershandleiding Handelsmerken Handelsmerken ❏ EPSON is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. ® ❏ Epson Scan 2 software is based in part on the work of the Independent JPEG Group. ❏ Google Cloud Print™, Chrome™, Chrome OS™, and Android™ are trademarks of Google Inc. ❏ Microsoft , Windows , Windows Server , and Windows Vista are registered trademarks of Microsoft Corporation.
Beheerdershandleiding Deze handleiding Deze handleiding Tekens en symbolen op: ! Let Aanwijzingen die u zorgvuldig moet opvolgen om letsel te voorkomen. c Belangrijk: Aanwijzingen die u moet opvolgen om schade aan uw apparatuur te voorkomen. Opmerking: Aanwijzingen die handige tips bevatten en beperkingen aangeven voor het gebruik van de scanner. Gerelateerde informatie & Wanneer u op dit pictogram klikt, gaat u naar verwante informatie.
Beheerdershandleiding Deze handleiding ❏ Microsoft Windows XP Professional x64 Edition besturingssysteem ® ® ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2012 R2 besturingssysteem ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2012 besturingssysteem ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2008 R2 besturingssysteem ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2008 besturingssysteem ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2003 R2 besturingssysteem ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2003 besturingssysteem ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2016 besturingssysteem Mac OS In de
Beheerdershandleiding Inleiding Inleiding Componenthandleiding Deze handleiding is voor de apparaatbeheerder die verantwoordelijk is voor het verbinden van de printer of scanner met het netwerk, en bevat informatie over het configureren van instellingen om de functies te gebruiken. Zie de Gebruikershandleiding voor informatie over het gebruik van functies. Voorbereiding Bevat informatie over de taken van de beheerder, hoe apparaten moeten worden ingesteld en de beheerderssoftware.
Beheerdershandleiding Inleiding Beheerder Degene die verantwoordelijk is voor het installeren en instellen van het apparaat of het netwerk van een kantoor of organisatie. In kleine organisaties is deze persoon mogelijk verantwoordelijk voor zowel apparaat- als netwerkbeheer.
Beheerdershandleiding Voorbereiding Voorbereiding Dit hoofdstuk bevat informatie over de rol van de beheerder en voorbereiding vóór het configureren van instellingen. Stroom van scannerinstellingen en -beheer De beheerder configureert de instellingen voor de netwerkverbinding, de eerste instelling en het onderhoud voor de scanner zodat deze beschikbaar zijn voor de gebruikers. 1. Voorbereiden ❏ De informatie voor de verbindingsinstellingen verzamelen ❏ Keuze van de verbindingsmethode 2.
Beheerdershandleiding Voorbereiding Voorbeeld van een netwerkomgeving (A): Kantoor 1 ❏ (A) – 1: LAN 1 ❏ (A) – 2: LAN 2 (B): Kantoor 2 ❏ (B) – 1: LAN 1 ❏ (B) – 2: LAN 2 (C): WAN (D): Internet Introductie van voorbeeld voor scannerverbindingsinstelling Er zijn twee verbindingsmethoden, afhankelijk van de manier waarop u de scanner gebruikt. Met beide methoden verbindt u de scanner met behulp van de computer en via de hub met het netwerk.
Beheerdershandleiding Voorbereiding Server/clientverbinding Centraliseer scanner- en taakbeheer met Document Capture Pro Server dat op de server is geïnstalleerd. Dit is het meest geschikt voor werk waarbij meerdere scanners worden gebruikt om een groot aantal documenten in een bepaalde indeling te scannen.
Beheerdershandleiding Voorbereiding Poortnummer gebruiken Zie "Bijlage" voor het poortnummer dat de scanner gebruikt. Gerelateerde informatie & “Poort voor de scanner gebruiken” op pagina 60 Type IP-adrestoewijzing Er zijn twee typen voor het toewijzen van een IP-adres aan de scanner. Statisch IP-adres: Wijs het vooraf bepaalde, unieke IP-adres toe aan de scanner. Het IP-adres wordt zelfs niet gewijzigd wanneer de scannerprinter of router wordt uitgeschakeld.
Beheerdershandleiding Voorbereiding Het installatieprogramma gebruiken: Als u het installatieprogramma gebruikt, worden het netwerk van de scanner en de clientcomputer automatisch ingesteld. U kunt deze instelling configureren als u de instructies van het installatieprogramma volgt, zelfs als u geen diepgaande kennis van het netwerk hebt. Een hulpprogramma gebruiken: Gebruik een hulpprogramma vanaf de computer van de beheerder.
Beheerdershandleiding Verbinding Verbinding In dit hoofdstuk wordt de omgeving of de procedure behandeld voor het verbinden van de scanner met het netwerk. Verbinding maken met het netwerk Verbinding maken met het netwerk vanaf het bedieningspaneel Verbindt de printer met het netwerk via het bedieningspaneel van de scanner. Zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie over het bedieningspaneel van de scanner.
Beheerdershandleiding Verbinding 4. Tik op TCP/IP. 5. Selecteer Handmatig voor IP-adres ophalen. Opmerking: Wanneer u het IP-adres automatisch instelt met de DHCP-functie van de router, selecteert u Auto. In dat geval worden IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway in stap 6 tot 7 ook automatisch ingesteld. Ga daarom verder naar stap 8. 6. Tik op het veld IP-adres, voer het IP-adres in met het toetsenbord dat op het scherm wordt weergegeven en tik vervolgens op OK.
Beheerdershandleiding Verbinding 7. Stel het Subnetmasker en de Standaardgateway in. Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm. Opmerking: Als de combinatie van IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway onjuist is, dan is Start installatie inactief en kunt u niet doorgaan met instellen. Controleer of de invoer geen fouten bevat. 8.
Beheerdershandleiding Verbinding 3. Veeg het scherm naar boven en controleer of de verbindingsstatus en het IP-adres correct zijn. De proxyserver instellen De proxyserver kan niet worden ingesteld op het paneel. Configureer met Web Config. 1. Open Web Config en selecteer Network Settings > Basic. 2. Selecteer Use in Proxy Server Setting. 3. Geef de proxyserver op in IPv4-address of FQDN-indeling in Proxy-server en voer vervolgens in Proxy Server Port Number het poortnummer in.
Beheerdershandleiding Verbinding 4. Klik op de knop Next. 5. Bevestig de instellingen en klik vervolgens op Instel.. Gerelateerde informatie & “Web Config openen” op pagina 23 Verbinding maken met het netwerk met behulp van het installatieprogramma Het wordt aanbevolen de het installatieprogramma te gebruiken om de scanner te verbinden met een computer. U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Beheerdershandleiding Verbinding De verbindingsmethoden selecteren Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de scanner met de computer te verbinden. ❏ Windows Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Volgende. ❏ Mac OS Selecteer het verbindingstype.
Beheerdershandleiding Verbinding Volg de instructies op het scherm. De benodigde software wordt geïnstalleerd.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Functie-instellingen Dit hoofdstuk bevat informatie over de eerste instellingen die nodig zijn om elke functie van het apparaat te kunnen gebruiken. Software voor het configureren van instellingen Dit onderwerp bevat informatie over de procedure voor het configureren van instellingen vanaf de computer van de beheerder met Web Config.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen ❏ Advanced Settings Op deze pagina kunt u de geavanceerde instellingen voor de scanner configureren. Deze pagina is vooral bedoeld voor systeembeheerders. Web Config openen Voer het IP-adres van de scanner in een webbrowser in. JavaScript moet ingeschakeld zijn. Wanneer u Web Config opent via HTTPS, wordt in de browser een waarschuwingsbericht weergegeven, omdat een zelfondertekend certificaat wordt gebruikt, dat in de scanner is opgeslagen.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Opmerking: ❏ Voorbeelden IPv4: https://192.0.2.111/ http://192.0.2.111/ IPv6: https://[2001:db8::1000:1]/ http://[2001:db8::1000:1]/ ❏ Als de scannernaam bij de DNS-server is geregistreerd, kunt u de naam van de scanner gebruiken in plaats van het IPadres.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Software die moet worden geïnstalleerd ❏ Epson Scan 2 Dit is een scannerstuurprogramma. Als u het apparaat gebruikt vanaf een computer, moet u het stuurprogramma op elke clientcomputer installeren. Als Document Capture Pro/Document Capture is geïnstalleerd, kunt u de bewerkingen uitvoeren die aan de knoppen van het apparaat zijn toegewezen. Met EpsonNet SetupManager kunnen printerstuurprogramma's ook samen in pakketten worden gedistribueerd.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen 2. Controleer of Enable scanning voor EPSON Scan is geselecteerd. Als deze optie is geselecteerd, is deze taak voltooid. Sluit Web Config. Als het selectievakje niet is ingeschakeld, schakelt u dit in en gaat u verder naar de volgende stap. 3. Klik op Next. 4. Klik op OK. Er wordt opnieuw verbinding gemaakt met het netwerk en de instellingen worden ingeschakeld.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen 2. Selecteer Bedieningsmodus. ❏ Server Mode: Selecteer deze optie wanneer u Document Capture Pro Server gebruikt of wanneer u Document Capture Pro alleen gebruikt voor taken die zijn ingesteld voor een specifieke computer. ❏ Client Mode: Stel deze optie in wanneer u de taakinstelling selecteert vanuit Document Capture Pro (Document Capture) die op elke clientcomputer in het netwerk is geïnstalleerd zonder de computer op te geven. 3.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Naam Instellingen Vereiste Scannen naar e-mail Instellen voor e-mailserver Instelinformatie voor e-mailserver Scannen naar Document Capture Pro (wanneer u Document Capture Pro Server gebruikt) Instellingen voor logboekregistratie in cloudservices Omgeving voor internetverbinding Registratie van het account voor cloudservices WSD-scan gebruiken (alleen Windows) Als op de computer Windows Vista of nieuwer wordt uitgevoerd, kunt u WSD-scan gebruiken.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen 1. Tik op het startscherm op Instel.. 2. Tik op Algemene instellingen > Geluid. 3. Configureer desgewenst de volgende instellingen. ❏ Bedieningsgeluid Stel het volume in van het bedieningsgeluid van het bedieningspaneel. ❏ Foutgeluid Stel het volume in van het foutgeluid. 4. Tik op OK.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Systeeminstellingen configureren met Web Config Instellingen voor energiebesparing tijdens inactiviteit Configureer de instellingen voor energiebesparing tijdens perioden van inactiviteit van de scanner. Stel de tijd in op basis van uw gebruiksomgeving. Opmerking: Op het bedieningspaneel van de scanner kunt u ook de instellingen voor energiebesparing configureren. 1. Open Web Config en selecteer System Settings > Power Saving. 2.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Beperking voor de externe interface instellen U kunt de USB-verbinding vanaf de computer beperken. Stel deze optie in om scannen via een andere methode dan via het netwerk te beperken. 1. Open Web Config en selecteer System Settings > External Interface. 2. Selecteer Enable of Disable. Om een beperking in te stellen, selecteert u Disable. 3. Tik op OK.
Beheerdershandleiding Basisinstellingen voor beveiliging Basisinstellingen voor beveiliging Dit hoofdstuk bevat informatie over de basisinstellingen voor beveiliging waarvoor geen speciale omgeving vereist is. Inleiding tot basisfuncties voor beveiliging In dit hoofdstuk introduceren we de basisfuncties voor beveiliging van Epson-apparaten.
Beheerdershandleiding Basisinstellingen voor beveiliging Het beheerderswachtwoord configureren Wanneer u het beheerderswachtwoord instelt, kunnen gebruikers die geen beheerder zijn de instellingen voor het systeembeheer niet wijzigen. U kunt het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen met Web Config, het bedieningspaneel van de scanner, of met de volgende software: (Epson Device Admin of EpsonNet Config). Wanneer u de software gebruikt, raadpleegt u de documentatie voor het betreffende softwarepakket.
Beheerdershandleiding Basisinstellingen voor beveiliging 2. Voer een wachtwoord in bij New Password en Confirm New Password. Voer indien nodig de gebruikersnaam in. Voer het huidige wachtwoord in als u dit wilt veranderen in een nieuw wachtwoord. 3. Selecteer OK. Opmerking: ❏ Als u de vergrendelde menu-items wilt instellen of wijzigen, klikt u op Administrator Login en voert u het beheerderswachtwoord in.
Beheerdershandleiding Basisinstellingen voor beveiliging Item Beschrijving Verbindingsinstellingen voor Ethernet De naam van apparaten en het IP-adres wijzigen, de DNS-server of proxyserver instellen en instellingen wijzigen die verband houden met de netwerkverbindingen. Instelling voor gebruikersservices Instelling voor het beheren van communicatieprotocollen, scannen via het netwerk en Document Capture Pro-services.
Beheerdershandleiding Basisinstellingen voor beveiliging Protocollen die u kunt inschakelen of uitschakelen Protocol Beschrijving Bonjour Settings U kunt opgeven of Bonjour moet worden gebruikt. Bonjour wordt gebruikt voor het zoeken van apparaten, scannen, enz. SLP Settings U kunt de SLP-functie in- of uitschakelen. SLP wordt gebruikt voor Epson Scan 2 en netwerk zoeken in EpsonNet Config. WSD Settings U kunt de WSD-functie in- of uitschakelen.
Beheerdershandleiding Basisinstellingen voor beveiliging Protocolinstellingsitems Items Instelwaarde en beschrijving Bonjour Settings 37
Beheerdershandleiding Basisinstellingen voor beveiliging Items Instelwaarde en beschrijving Use Bonjour Selecteer dit om apparaten te zoeken of gebruiken via Bonjour. Bonjour Name Toont de Bonjour-naam. Bonjour Service Name U kunt naam van de Bonjour-service weergeven en instellen. Location Toont de Bonjour-locatienaam. SLP Settings Enable SLP Selecteer dit om de SLP-functie in te schakelen. Dit wordt gebruikt voor netwerkdetectie in Epson Scan 2 en EpsonNet Config.
Beheerdershandleiding Basisinstellingen voor beveiliging Items Instelwaarde en beschrijving Algorithm Selecteer een algoritme voor een verificatie voor SNMPv3. Password Voer het wachtwoord in voor een verificatie voor SNMPv3. Voer tussen 8 en 32 tekens in ASCII (0x20–0x7E) in. Laat dit leeg als u dit niet wilt opgeven. Confirm Password Voer het geconfigureerde wachtwoord in ter bevestiging. Encryption Settings Algorithm Selecteer een algoritme voor een versleuteling voor SNMPv3.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer Instellingen voor bediening en beheer Dit hoofdstuk bevat informatie over de items die verband houden met het dagelijkse bedrijf en beheer van het apparaat. Informatie van een apparaat bevestigen Met Web Config kunt u de volgende informatie van het bedienende apparaat controleren via Status. ❏ Product Status Controleer taal, status, productnummer, MAC-adres enz.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer ❏ Apparaten bewaken U kunt regelmatig de status en gedetailleerde informatie over apparaten in het netwerk ophalen. U kunt ook apparaten bewaken die via een USB-kabel zijn verbonden met computers in het netwerk, en apparaten van andere bedrijven die in de apparatenlijst zijn vastgelegd. Als u apparaten wilt bewaken die zijn verbonden via een USB-kabel, moet u de Epson Device USB Agent installeren.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer 4. Schakel de selectievakjes in voor de meldingen die u wilt ontvangen. 5. Klik op OK. Gerelateerde informatie & “Web Config openen” op pagina 23 & “Een e-mailserver configureren” op pagina 42 Een e-mailserver configureren Controleer het volgende voordat u de configuratie uitvoert. ❏ De scanner is verbonden met een netwerk. ❏ Informatie van de e-mailserver van de computer. 1.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer Instellingen voor de e-mailserver Items Authentication Method Instellingen en uitleg Geef hier de verificatiemethode op die de scanner moet gebruiken voor toegang tot de emailserver. Off Verificatie is uitgeschakeld wanneer met de e-mailserver wordt gecommuniceerd. SMTP AUTH Hiervoor is vereist dat een e-mailserver SMTP-verificatie ondersteunt. POP before SMTP Wanneer u deze methode selecteert, moet u de POP3-server configureren.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer Items Secure Connection Instellingen en uitleg Geef de beveiligde verbindingsmethode op voor de e-mailserver. None Als u POP before SMTP selecteert in Authentication Method, wordt de verbindingsmethode ingesteld op None. SSL/TLS Dit is beschikbaar wanneer Authentication Method is ingesteld op Off of SMTP AUTH. STARTTLS Dit is beschikbaar wanneer Authentication Method is ingesteld op Off of SMTP AUTH.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer Berichten POP3 server communication error. Check the following. - Network Settings Uitleg Dit bericht verschijnt in de volgende gevallen ❏ De scanner is niet verbonden met een netwerk ❏ De POP3-server is uitgeschakeld ❏ De netwerkverbindingen zijn verbroken tijdens de communicatie ❏ Er zijn onvolledige gegevens ontvangen An error occurred while connecting to SMTP server. Check the followings.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer Berichten Uitleg Sender's Email Address is incorrect. Change to the email address for your email service. Dit bericht verschijnt wanneer het opgegeven e-mailadres van de afzender onjuist is. Cannot access the product until processing is complete. Dit bericht wordt weergegeven wanneer de scanner bezet is.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer 4. Volg de instructies op het scherm. Een back-up maken van de instellingen Als u de instellingsitems in Web Config exporteert, kunt u de items kopiëren naar de andere scanners. De instellingen exporteren Exporteer elke instelling voor de scanner. 1. Open Web Config en selecteer vervolgens Export and Import Setting Value > Export. 2. Selecteer de instellingen die u wilt exporteren. Selecteer de instellingen die u wilt exporteren.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer 4. Selecteer de instellingen die u wilt importeren en klik vervolgens op Next. 5. Klik op OK. De instellingen worden toegepast op de scanner.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen Problemen oplossen Tips voor het oplossen van problemen U kunt meer informatie vinden in de volgende handleiding. ❏ Gebruikershandleiding Aanwijzingen voor het gebruik van de scanner, onderhoud en het oplossen van problemen. Logboek voor server en netwerkapparaat controleren Bij netwerkproblemen is het in sommige gevallen mogelijk de oorzaak te achterhalen door het logboekbestand van de mailserver, LDAP-server, enz.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen 2. Geef op de computer het scherm met de opdrachtprompt weer. ❏ Windows 10 Klik met de rechtermuisknop op de knop Start of houd deze ingedrukt en selecteer Opdrachtprompt. ❏ Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012 Geef het scherm met toepassingen weer en selecteer Opdrachtprompt.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen Als de scanner en computer niet met elkaar communiceren, wordt het volgende bericht weergegeven. De verbinding controleren met de opdracht Ping — Mac OS Met een Ping-opdracht kunt u controleren of de computer is verbonden met de scanner. Volg de onderstaande stappen om de verbinding te controleren met een Ping-opdracht. 1. Controleer het IP-adres dat de scanner gebruikt voor de verbinding die u wilt controleren. U kunt dit controleren met Epson Scan 2. 2.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen 4. Controleer de communicatiestatus. Als de scanner en computer met elkaar communiceren, wordt het volgende bericht weergegeven. Als de scanner en computer niet met elkaar communiceren, wordt het volgende bericht weergegeven. Problemen met het gebruik van netwerksoftware Geen toegang tot Web Config Is het IP-adres van de scanner correct geconfigureerd? Configureer het IP-adres met Epson Device Admin of EpsonNet Config.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen ❏ 192-bits: AES256 ❏ 256-bits: AES256 Bij het openen van Web Config met SSL-communicatie (https) wordt het bericht "Vervaldatum voorbij" weergegeven. Als het certificaat vervallen is, moet u een nieuw certificaat aanvragen. Als het bericht wordt weergegeven vóór de vervaldatum, controleer dan of de scannerdatum goed is geconfigureerd.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen Gerelateerde informatie & “EpsonNet Config starten — Windows” op pagina 56 & “EpsonNet Config starten — Mac OS” op pagina 56 54
Beheerdershandleiding Bijlage Bijlage Inleiding tot de netwerksoftware Hieronder vindt u informatie over de software waarmee u apparaten configureert en beheert. Epson Device Admin Epson Device Admin is een toepassing waarmee u apparaten op het netwerk kunt installeren en deze apparaten vervolgens kunt configureren en beheren. U kunt gedetailleerde informatie verkrijgen over apparaten, zoals de status en verbruiksartikelen, meldingen of waarschuwingen verzenden, en rapporten over apparaatgebruik maken.
Beheerdershandleiding Bijlage EpsonNet Config starten — Windows Selecteer Alle programma’s > EpsonNet > EpsonNet Config SE > EpsonNet Config. Opmerking: Als de firewall een waarschuwing weergeeft, moet u EpsonNet Config toegang geven. EpsonNet Config starten — Mac OS Selecteer Start > Toepassingen > Epson Software > EpsonNet > EpsonNet Config SE > EpsonNet Config.
Beheerdershandleiding Bijlage 3. 4. Voer het MAC-adres, de modelnaam en het IP-adres voor elke netwerkinterface in. Info_MACAddress Info_ModelName TCPIP_IPAddress 0000XXXX0001 ALC-XXXXX 192.168.100.102 0000XXXX0002 ALC-XXXXX 192.168.100.103 0000XXXX0003 ALC-XXXXX 192.168.100.104 Geef een naam op en sla op als SYLK-bestand (*.slk). Batch-instellingen maken met het configuratiebestand Wijs IP-adressen in één keer toe in het configuratiebestand (SYLK-bestand).
Beheerdershandleiding Bijlage 7. Selecteer de apparaten waarvoor u de batch-instellingen wilt uitvoeren terwijl de kolom Status is ingesteld op Unassigned en de Process Status is ingesteld op Assign Successful. Wanneer u meerdere selecties maakt, houdt u Ctrl of Shift ingedrukt en klikt u of sleept u met de muis. 8. Klik op Transmit. 9. Wanneer het scherm voor wachtwoordinvoer wordt weergegeven, voert u het wachtwoord in en klikt u vervolgens op OK. Draag de instellingen over.
Beheerdershandleiding Bijlage 11. Controleer de status van het apparaat dat u hebt ingesteld. of wordt weergegeven, controleert u de inhoud van het Voor apparaten waarvoor instellingenbestand, en of het apparaat normaal opnieuw is opgestart. Pictogram Status Process Status Uitleg Setup Complete Setup Successful De instelling is normaal voltooid. Setup Complete Rebooting Wanneer gegevens is overgedragen, moet elk apparaat opnieuw worden opgestart om de instellingen te activeren.
Beheerdershandleiding Bijlage 6. Voer de adressen in voor IP Address, Subnet Mask en Default Gateway. Opmerking: Voer een statisch adres in wanneer de scanner verbindt met een beveiligd netwerk. 7. Klik op Transmit. Het scherm waarop overdracht wordt bevestigd, wordt weergegeven. 8. Klik op OK. Het scherm met waarop wordt aangegeven dat de overdracht is voltooid, wordt weergegeven.
Beheerdershandleiding Bijlage Verzender (client) Gebruiken Doel (server) Protocol Poortnummer Scanner Verzenden via e-mail (e-mailmelding) SMTP-server SMTP (TCP) 25 SMTP SSL/TLS (TCP) 465 SMTP STARTTLS (TCP) 587 Clientcomputer POP voor SMTP-verbinding (emailmelding) POP-server POP3 (TCP) 110 Controle-WSD Clientcomputer WSD (TCP) 5357 De computer zoeken wanneer pushscan vanuit Document Capture Pro wordt uitgevoerd Clientcomputer Netwerkdetectie tijdens push-scan 2968 De taakinform
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven In dit hoofdstuk worden geavanceerde beveiligingsfuncties beschreven. Beveiligingsinstellingen en voorkomen van gevaar Wanneer een apparaat verbonden is met een netwerk, hebt u hier toegang toe vanaf een externe locatie. Bovendien kunnen veel personen het apparaat delen, wat nuttig is voor het verbeteren van de operationele efficiëntie en het gebruiksgemak.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Naam Type functie Wat kunt u instellen Wat voorkomt u IEEE802.1X Staat alleen een gebruiker die is geverifieerd via Ethernet toe om verbinding te maken. Staat alleen een toegestane gebruiker het apparaat te gebruiken. Verificatie-instelling op de RADIUS-server (verificatiesever). Voorkom ongeoorloofde toegang en ongeoorloofd gebruik van het apparaat.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven ❏ CA-certificaat Een CA-certificaat geeft aan dat de identiteit van een server is gecontroleerd door derden. Dit is een belangrijke component voor beveiliging die uitgaat van een 'web van vertrouwen'. U moet voor de verificatie van de server een CA-certificaat aanvragen bij een CA die deze certificaten afgeeft.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven 6. Klik op een van de downloadknoppen voor de CSR met de opgegeven indeling volgens de certificeringsinstantie om de CSR te downloaden op een computer. c Belangrijk: Genereer geen CSR opnieuw. Als u dat toch doet, kunt u een verstrekt CA-signed Certificate mogelijk niet importeren. 7. Stuur de CSR naar een certificeringsinstantie. Daarmee vraagt u een door een CA-signed Certificate aan.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Common Name Instellingen en uitleg U kunt tussen 1 en 128 tekens invoeren. Als dit een IP-adres is, moet het een statisch IP-adres zijn. Voorbeeld: URL voor het benaderen van Web Config: https://10.152.12.225 Algemene naam: 10.152.12.225 Organization/ Organizational Unit/ Locality/ State/Province U kunt tussen 0 en 64 tekens in ASCII (0x20–0x7E) invoeren. U kunt de distinguished-namen (CN) met een komma scheiden.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven ❏ Een certificaat met de indeling PKCS#12 afkomstig van een computer ❏ Private Key: niet configureren. ❏ Password: optie ❏ CA Certificate 1/CA Certificate 2: niet configureren. 4. Klik op OK. Na afloop wordt een bericht over voltooiing weergegeven. Opmerking: Klik op Confirm om de certificaatgegevens te controleren.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Instellingen en uitleg CA Certificate 1 Als het certificaat de indeling Certificate (PEM/DER) heeft, importeer dan hier een certificaat van een certificeringsinstantie die servercertificaten afgeeft. Geef zo nodig een bestand op. CA Certificate 2 Als het certificaat de indeling Certificate (PEM/DER) heeft, importeer dan hier een certificaat van een certificeringsinstantie die een CA Certificate 1 afgeeft.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven 4. Geef een geldigheidsperiode op voor het certificaat. 5. Klik op Next. Er wordt een bevestiging weergegeven. 6. Klik op OK. De scanner wordt bijgewerkt. Opmerking: Klik op Confirm om de certificaatgegevens te controleren. Gerelateerde informatie & “Web Config openen” op pagina 23 Configureer CA Certificate U kunt een CA Certificate importeren, weergeven of verwijderen. Een CA Certificate importeren 1.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven 3. Geef het CA Certificate op dat u wilt importeren. 4. Klik op OK. Wanneer het importeren is voltooid, keert u terug naar het scherm CA Certificate en wordt het geïmporteerde CA Certificate weergegeven. Gerelateerde informatie & “Web Config openen” op pagina 23 Een CA Certificate verwijderen U kunt het geïmporteerde CA Certificate verwijderen. 1.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven 2. Klik op Delete naast het CA Certificate dat u wilt verwijderen. 3. Bevestig dat u het certificaat in het weergegeven bericht wilt verwijderen. Gerelateerde informatie & “Web Config openen” op pagina 23 Versleutelde communicatie met IPsec/IP-filtering Over IPsec/IP Filtering Als de scanner IPsec/IP-filtering ondersteunt, kunt u het verkeer filteren op IP-adres, service en poort.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Default Policy configureren 1. Open Web Config en selecteer Network Security Settings > IPsec/IP Filtering > Basic. 2. Voer voor elk item een waarde in. 3. Klik op Next. Er wordt een bevestiging weergegeven. 4. Klik op OK. De scanner wordt bijgewerkt.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Access Control IKE Version Instellingen en uitleg Hiermee bepaalt u hoe het IP-verkeer wordt beheerd. Permit Access Selecteer deze optie om de geconfigureerde IP-pakketten door te laten. Refuse Access Selecteer deze optie om de geconfigureerde IP-pakketten te weigeren. IPsec Selecteer deze optie om de geconfigureerde IPsecpakketten door te laten. Selecteer IKEv1 of IKEv2 voor de IKE-versie.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Remote Instellingen en uitleg Authentication Method Als u Certificate wilt gebruiken, moet u op voorhand een door een CA ondertekend certificaat aanvragen en importeren. ID Type Selecteer het id-type van het apparaat dat u wilt verifiëren. ID Voer de scanner-id in die overeenkomt met het id-type. U kunt als eerste teken niet "@", "#", of "=" gebruiken.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items ESP Instellingen en uitleg Encryption Selecteer het versleutelingsalgoritme voor ESP. Dit is beschikbaar wanneer ESP is geselecteerd voor Security Protocol. Authentication Selecteer het verificatiealgoritme voor ESP. Dit is beschikbaar wanneer ESP is geselecteerd voor Security Protocol. AH Authentication Selecteer het versleutelingsalgoritme voor AH. Dit is beschikbaar wanneer AH is geselecteerd voor Security Protocol.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Instellingen voor Group Policy Items Instellingen en uitleg Enable this Group Policy Hiermee schakelt u het groepsbeleid in of uit. Access Control Hiermee bepaalt u hoe het IP-verkeer wordt beheerd. Permit Access Selecteer deze optie om de geconfigureerde IP-pakketten door te laten. Refuse Access Selecteer deze optie om de geconfigureerde IP-pakketten te weigeren.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Transport Protocol Local Port Instellingen en uitleg Als u Port Number selecteert bij Method of Choosing Port, moet u een vorm van inkapseling configureren. Any Protocol Selecteer deze optie om alle protocoltypen aan te sturen. TCP Selecteer deze optie om de gegevens voor unicast aan te sturen. UDP Selecteer deze optie om de gegevens voor broadcast en multicast aan te sturen.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Local Instellingen en uitleg Authentication Method Als u IPsec selecteert bij Access Control, moet u een optie selecteren. Het gebruikte certificaat is gelijk aan dat van het standaardbeleid. ID Type Selecteer het id-type voor de scanner. ID Voer de scanner-id in die overeenkomt met het id-type. U kunt als eerste teken niet "@", "#", of "=" gebruiken.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Encapsulation Instellingen en uitleg Als u IPsec selecteert bij Access Control, moet u een vorm van inkapseling configureren. Transport Mode Selecteer deze optie als u de scanner alleen gebruikt in hetzelfde LAN. IP-pakketten van laag 4 of hoger worden versleuteld. Tunnel Mode Als u de scanner gebruikt in een netwerk met internetmogelijkheid, zoals IPsec-VPN, selecteert u deze optie.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Combinatie van Local Address (Scanner) en Remote Address(Host) op Group Policy Instelling van Local Address (Scanner) Instelling van Remote Address(Host) IPv4 IPv6*2 Any addresses*3 IPv4*1 ✓ – ✓ IPv6*1, *2 – ✓ ✓ Leeg ✓ ✓ ✓ *1 Als IPsec is geselecteerd voor Access Control kunt u geen lengte opgeven voor een voorvoegsel.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Servicenaam Protocoltype Nummer lokale poort Nummer externe poort HTTP (Local) TCP 80 Willekeurige poort HTTPS (Local) TCP 443 Willekeurige poort HTTP (Remote) TCP Willekeurige poort 80 HTTPS (Remote) TCP Willekeurige poort 443 Gecontroleerde kenmerken HTTP(S)-server (gegevens van Web Config en WSD doorsturen) HTTP(S)-client (communiceren tussen firmware bijwerken en basiscertificaat bijwerken) Configuratievoo
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven ❏ IPsec/IP Filtering: Enable ❏ Access Control:Refuse Access Group Policy: ❏ Enable this Group Policy: schakel het selectievakje in. ❏ Access Control: Permit Access ❏ Remote Address(Host): het IP-adres van de client van een beheerder Opmerking: Ongeacht het geconfigureerde beleid heeft de client toegang tot de scanner om deze te configureren.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Het protocol SNMPv3 gebruiken Over SNMPv3 SNMP is een protocol dat bewaking en beheer uitvoert om informatie te verzamelen van de apparaten die met het netwerk zijn verbonden. SNMPv3 is de verbeterde versie van de beheersbeveiligingsfunctie.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Instellingen voor SNMPv3 Items Instellingen en uitleg Enable SNMPv3 Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, is SNMPv3 actief. User Name Voer hier tussen 1 en 32 tekens van 1 byte in. Authentication Settings Algorithm Selecteer een algoritme voor verificatie. Password Voer hier tussen 8 en 32 tekens in (ASCII (0x20-0x7E)). Confirm Password Voer hier het geconfigureerde wachtwoord in ter bevestiging.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven De scanner verbinden met een IEEE802.1X-netwerk Een IEEE802.1X-netwerk configureren Als de scanner IEEE802.1X ondersteunt, kunt u de printer gebruiken in een netwerk met verificatie waarin een RADIUS-server wordt gebruikt in combinatie met een hub als verificator. 1. Open Web Config en selecteer Network Security Settings > IEEE802.1X > Basic. 2. Voer voor elk item een waarde in. 3. Klik op Next.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Instellingen en uitleg IEEE802.1X (Wired LAN) U kunt de instellingen van de pagina in- of uitschakelen (IEEE802.1X > Basic) voor IEEE802.1X (bekabeld LAN). EAP Type Selecteer een optie voor een verificatiemethode tussen de scanner en een RADIUS-server. EAP-TLS U moet een door een CA ondertekend certificaat aanvragen en importeren. PEAP-TLS PEAP/MSCHAPv2 User ID U moet een wachtwoord configureren.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven 2. Voer een certificaat in Client Certificate in. U kunt het certificaat kopiëren als het wordt gepubliceerd door een certificeringsinstantie. Om te kopiëren, selecteert u het certificaat in Copy From en klikt u vervolgens op Copy.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven 2. Tik op Instellingen wijzigen. 3. Tik op de items die u wilt uitschakelen. ❏ IPsec/IP-filter ❏ IEEE802.1X 4. Wanneer een voltooiingsbericht wordt weergegeven, tikt u op Doorg.. De beveiligingsfunctie herstellen met Web Config Met IEEE802.1X worden apparaten mogelijk niet herkend in het netwerk. Schakel in dat geval de functie uit via het bedieningspaneel van de scanner.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Geen communicatie mogelijk met IPsec-communicatie Gebruikt u voor de computerinstellingen een algoritme dat niet wordt ondersteund? De scanner ondersteunt de volgende algoritmen.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Kan geen verbinding maken naar het configureren van IPsec/IP-filter De ingestelde waarde is mogelijk onjuist. Schakel IPsec/IP-filter uit via het bedieningspaneel van de scanner. Sluit de scanner en computer aan en voer de instellingen voor IPsec/IP-filter opnieuw in. Gerelateerde informatie & “Versleutelde communicatie met IPsec/IP-filtering” op pagina 71 Geen toegang tot de printer of scanner na het configureren van IEEE802.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Zelfondertekend certificaat kan niet worden bijgewerkt Is de Common Name ingevoerd? Er moet een Common Name worden ingevoerd. Zijn er ongeschikte tekens gebruikt voor de Common Name? Japans bijvoorbeeld wordt niet ondersteund. Voer tussen 1 en 128 tekens in. Gebruik de IPv4-, IPv6- of FQDN-indeling of de hostnaam in ASCII (0x20-0x7E).
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Berichten CA Certificate 1 is not entered. Oorzaak/Wat doen Oorzaak: CA-certificaat 1 is niet ingevoerd. Alleen CA-certificaat 2 is ingevoerd. Wat doen: Importeer eerst CA-certificaat 1. Invalid value below. Oorzaak: Het bestandspad en/of wachtwoord bevat(ten) tekens die niet mogen worden gebruikt. Wat doen: Gebruik de juiste tekens voor het item. Invalid date and time.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Berichten The certificate has expired. Check if the certificate is valid, or check the date and time on the product. Oorzaak/Wat doen Oorzaak: Het certificaat is vervallen. Wat doen: ❏ Als het certificaat vervallen is, moet u een nieuw certificaat aanvragen en importeren. ❏ Als het certificaat niet vervallen is, zorg er dan voor dat de datum en tijd van de scanner goed zijn ingesteld. Private key is required.