Beheerdershandleiding NPD5910-00 NL
Beheerdershandleiding Inhoudsopgave Inhoudsopgave Basisinstellingen voor afdrukken. . . . . . . . . . . . .33 Een e-mailserver configureren. . . . . . . . . . . . . . . . 37 Instellingen voor de e-mailserver. . . . . . . . . . . . 38 De verbinding met de e-mailserver controleren. . 39 Systeeminstellingen configureren. . . . . . . . . . . . . . 41 Het bedieningspaneel instellen. . . . . . . . . . . . . . 41 Instellingen voor energiebesparing tijdens inactiviteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beheerdershandleiding Inhoudsopgave De printerfirmware bijwerken via het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Firmware bijwerken met Web Config. . . . . . . . . 60 Firmware bijwerken zonder verbinding te maken met internet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Een back-up maken van de instellingen. . . . . . . . . . 61 De instellingen exporteren. . . . . . . . . . . . . . . . . 61 De instellingen importeren. . . . . . . . . . . . . . . . .
Beheerdershandleiding Copyright Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding.
Beheerdershandleiding Handelsmerken Handelsmerken ❏ EPSON is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. ® ❏ Google Cloud Print, Chrome, Chrome OS, and Android are trademarks of Google Inc. ❏ Microsoft , Windows , Windows Server , and Windows Vista are registered trademarks of Microsoft Corporation.
Beheerdershandleiding Deze handleiding Deze handleiding Tekens en symbolen op: ! Let Aanwijzingen die u zorgvuldig moet opvolgen om letsel te voorkomen. c Belangrijk: Aanwijzingen die u moet opvolgen om schade aan uw apparatuur te voorkomen. Opmerking: Aanwijzingen die handige tips bevatten en beperkingen aangeven voor het gebruik van de printer. Gerelateerde informatie & Wanneer u op dit pictogram klikt, gaat u naar verwante informatie.
Beheerdershandleiding Deze handleiding ❏ Microsoft Windows Server 2016 besturingssysteem ® ® ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2012 besturingssysteem ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2008 R2 besturingssysteem ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2008 besturingssysteem ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2003 R2 besturingssysteem ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2003 besturingssysteem ® ® ❏ Microsoft Windows Server 2012 R2 besturingssysteem Mac OS In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS Sierr
Beheerdershandleiding Inleiding Inleiding Dit is een algemene handleiding waarmee de beheerder de printer kan gebruiken en beheren. Omdat dit een algemene handleiding is, zijn er opties en menu's die niet worden behandeld. Er wordt daarom informatie gegeven voor soortgelijke opties of menu's. Zie de Gebruikershandleiding voor informatie over het gebruik van functies.
Beheerdershandleiding Inleiding Beheerder Degene die verantwoordelijk is voor het installeren en instellen van het apparaat of het netwerk van een kantoor of organisatie. In kleine organisaties is deze persoon mogelijk verantwoordelijk voor zowel apparaat- als netwerkbeheer.
Beheerdershandleiding Inleiding ASCII (American Standard Code for Information Interchange) Een van de standaard tekencodes. Er zijn 128 tekens vastgelegd, waaronder tekens als het alfabet (a–z, A–Z), Arabische cijfers (0–9), symbolen, blanco tekens en stuurtekens. Wanneer in deze handleiding "ASCII" wordt beschreven, wordt hiermee de onderstaande lijst 0x20–0x7E (hex-nummer) aangeduid, exclusief stuurtekens. * Spatieteken. Unicode (UTF-8) Een internationale standaardcode, geschikt voor de wereldtalen.
Beheerdershandleiding Inleiding Voorbeeld van een netwerkomgeving Voorbeeld van middelgrote tot grote kantoornetwerkomgeving (A): Internet De volgende services zijn beschikbaar als de printer verbinding kan maken met internet. ❏ Epson Connect Email Print, Remote Print, enz.
Beheerdershandleiding Inleiding ❏ Cloudservices Google Cloud Print, Evernote enz. ❏ Epson-website Downloaden van de printerdriver en de software en het bijwerken van de firmware van de printer enz. (B): DMZ (gedemilitariseerde zone) Deze zone bevindt zich tussen het interne netwerk (intranet) en het externe netwerk (internet). De beide netwerken worden van elkaar gescheiden door middel van de firewall. Het is gebruikelijk de server die wordt opgesteld voor het externe netwerk in te stellen op DMZ.
Beheerdershandleiding Inleiding Voorbeeld van klein kantoornetwerk (A): Internet ❏ Epson Connect ❏ Cloudservices ❏ E-mailserver, FTP-server (B): Vertrouwenszone (Intranet) ❏ (B)-1: Bedraad LAN (Ethernet) ❏ (B)-2: Draadloos LAN (Wi-Fi) Typen printerverbindingen De volgende twee methoden zijn beschikbaar voor de netwerkverbinding van de printer.
Beheerdershandleiding Inleiding Wanneer u USB gebruikt, kan de printer ook zonder de netwerkfunctie worden gedeeld. Verbindingsmethode: Maak verbinding tussen het netwerk en de printer via een LAN-switch of toegangspunt. U kunt de printer ook rechtstreeks verbinden met de server met een USB-kabel. Printerdriver: Installeer de printerdriver op de Windows-server, afhankelijk van het besturingssysteem van de clientcomputers.
Beheerdershandleiding Printerinstellingen en -beheer Printerinstellingen en -beheer Stroom van printerinstellingen en -beheer A Netwerkverbinding voor de printer B Instellingen afdrukfunctie C Serverinstellingen D Beveiligingsinstellingen E Instellingen voor bediening en beheer Netwerkverbinding voor de printer Stel het IP-adres van de printer in en maak hiermee verbinding met het netwerk.
Beheerdershandleiding Printerinstellingen en -beheer ❏ IP-adres instellen ❏ Verbinding maken met het netwerk (instellingen voor LAN-kabelverbinding/Wi-Fi) Gerelateerde informatie & “Netwerkverbinding” op pagina 18 Afdrukfunctie instellen Configureer instellingen om afdrukken mogelijk te maken.
Beheerdershandleiding Printerinstellingen en -beheer ❏ Een back-up maken van de apparaatinstellingen Gerelateerde informatie & “Instellingen voor bediening en beheer” op pagina 55 17
Beheerdershandleiding Netwerkverbinding Netwerkverbinding In dit hoofdstuk wordt de procedure behandeld voor het verbinden van de printer met het netwerk. Voor het maken van netwerkverbinding Als u verbinding wilt maken met het netwerk, controleert u eerst de verbindingsmethode en instellingsinformatie. Informatie over de verbindingsinstelling verzamelen Bereid de benodigde instellingsinformatie voor om verbinding te maken. Controleer vooraf de volgende gegevens.
Beheerdershandleiding Netwerkverbinding Divisies Items Opmerking Poortnummerinformati e ❏ Nummer van poort die moet worden vrijgegeven Controleer het poortnummer dat wordt gebruikt door de printer en de computer. Geef indien nodig de poort vrij die wordt geblokkeerd door een firewall. Zie de Bijlage voor het poortnummer dat door de printer wordt gebruikt. IP-adrestoewijzing De volgende soorten IP-adressen kunnen worden toegewezen.
Beheerdershandleiding Netwerkverbinding Wanneer u deze functies gebruikt, configureert u de DNS-serverinstellingen. Wanneer u het IP-adres van de printer toewijst met de DHCP-functie van de DHCP-server of de router, wordt dit automatisch ingesteld. De proxyserver bevindt zich op de gateway tussen het netwerk en internet, en communiceert met en namens de computer, printer en internet (overstaande server). De overstaande server communiceert alleen met de proxyserver.
Beheerdershandleiding Netwerkverbinding 4. Selecteer TCP/IP. 5. Selecteer Handmatig voor IP-adres ophalen. Wanneer u het IP-adres automatisch instelt met de DHCP-functie van de router, selecteert u Auto. In dat geval worden IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway in stap 6 tot 7 ook automatisch ingesteld. Ga daarom verder naar stap 8. 6. Voer het IP-adres in. De focus wordt verplaatst naar het voorste of laatste segment, gescheiden met een punt als u l en r selecteert.
Beheerdershandleiding Netwerkverbinding 7. Stel het Subnetmasker en de Standaardgateway in. Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm. c Belangrijk: Als de combinatie van IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway onjuist is, dan is Start installatie inactief en kunt u niet doorgaan met instellen. Controleer of de invoer geen fouten bevat. 8. Voer het IP-adres voor de primaire DNS-server in. Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
Beheerdershandleiding Netwerkverbinding 2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd. 3. Selecteer Proxy-server. 4. Selecteer Gebr. voor Instellingen proxyserver. 5. Voer het adres in voor de proxyserver in IPv4- of FQDN-indeling. Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm. 6. Voer het poortnummer voor de proxyserver in. Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm. 7. Selecteer Start installatie.
Beheerdershandleiding Netwerkverbinding 8. Sluit het bevestigingsscherm. Verbinden met LAN Verbind de printer met het netwerk via Ethernet of Wi-Fi. Gerelateerde informatie & “Verbinding maken met Ethernet” op pagina 24 & “Verbinding maken met draadloos LAN (Wi-Fi)” op pagina 25 Verbinding maken met Ethernet Verbind de printer met het netwerk met de Ethernet-kabel en controleer de verbinding. 1. Sluit de printer en hub (LAN-switch) aan met een ethernetkabel. 2. Selecteer Instel. op het startscherm.
Beheerdershandleiding Netwerkverbinding Verbinding maken met draadloos LAN (Wi-Fi) U kunt de gegevens die voor de verbinding met een toegangspunt nodig zijn handmatig opgeven op het bedieningspaneel van de printer. Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van het toegangspunt nodig. Opmerking: Wanneer het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de Wi-Fi-verbindingsinstellingen automatisch configureren met de drukknop of de pincode, zonder dat u de SSID en het wachtwoord hoeft op te geven.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Functie-instellingen Dit hoofdstuk bevat informatie over de eerste instellingen die nodig zijn om elke functie van het apparaat te kunnen gebruiken. Software voor het configureren van instellingen Dit onderwerp bevat informatie over de procedure voor het configureren van instellingen vanaf de computer van de beheerder met Web Config.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Web Config openen Voer het IP-adres van de printer in een webbrowser in. JavaScript moet ingeschakeld zijn. Wanneer u Web Config opent via HTTPS, wordt in de browser een waarschuwingsbericht weergegeven, omdat een zelfondertekend certificaat wordt gebruikt, dat in de printer is opgeslagen.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Wanneer u de USB-kabel gebruikt om verbinding te maken met de server, stelt u ook eerst de printserver in en deelt u de printer vervolgens in het netwerk. Netwerkpoorten instellen Maak de afdrukwachtrij voor afdrukken via het netwerk op de printerserver met behulp van standaard TCP/IP en stel vervolgens de netwerkpoort in. In dit voorbeeld wordt Windows 2012 R2 gebruikt. 1. Open het scherm Apparaten en printers.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Klik op Doorgaan wanneer het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven. Opmerking: Als u de printernaam opgeeft in een netwerk waarin naamomzetting beschikbaar is, wordt het IP-adres zelfs gevolgd als het IP-adres van de printer door DHCP is gewijzigd. U kunt de naam van de printer controleren vanaf het netwerkstatusscherm op het bedieningspaneel van de printer of op een netwerkstatusvel. 6. Stel het printerstuurprogramma in.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen 2. Open het scherm met printereigenschappen. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op Eigenschappen van printer. 3. Klik op het tabblad Poorten, selecteer Standaard TCP/IP-poort en klik vervolgens op Poort configureren. 4. Controleer de poortconfiguratie. ❏ Voor RAW Controleer of Raw is geselecteerd bij Protocol en klik vervolgens op OK. ❏ Voor LPR Controleer of LPR is geselecteerd bij Protocol.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen De gedeelde printer gebruiken – Windows De beheerder moet de clients op de hoogte brengen van de computernaam van de afdrukserver en hoe ze deze kunnen toevoegen aan hun computer. Als er nog geen extra driver(s) is (zijn) geconfigureerd, laat de clients dan weten hoe ze de gedeelde printer kunnen toevoegen met Apparaten en printers. Volg deze stappen als er al extra stuurprogramma's zijn geconfigureerd op de afdrukserver: 1.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen 2. Selecteer de verbindingsmethode voor de printer en klik vervolgens op Volgende. Opmerking: Als Software-installatie selecteren wordt weergegeven, selecteert u De verbindingsmethode wijzigen of resetten en klikt u vervolgens op Volgende. 3. Volg de instructies op het scherm.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen 4. Selecteer Extra computer in het scherm Type verbinding. 5. Volg de instructies op het scherm. Basisinstellingen voor afdrukken Configureer de afdrukinstellingen, zoals het papierformaat of voor printerfouten. Instellingen papierbron Stel het formaat en het type papier in dat in elke papierbron moet worden geladen. 1. Open Web Config en selecteer het tabblad Afdrukken > Instellingen papierbron. 2. Stel elk item in.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen ❏ Breedte Stel de horizontale lengte voor het gebruikergedefinieerde formaat in. Het bereik dat u hier kunt invoeren is afhankelijk van de papierbron, dat aan de kant van Breedte wordt weergegeven. Wanneer u mm selecteert bij Eenheid, kunt u tot één decimaal invoeren. Wanneer u inch selecteert bij Eenheid, kunt u tot twee decimalen invoeren. ❏ Hoogte Stel de verticale lengte voor het gebruikergedefinieerde formaat in.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Foutinstellingen Weergegeven foutmeldingen voor het apparaat instellen. 1. Open Web Config en selecteer het tabblad Afdrukken > Foutinstellingen. 2. Stel elk item in. ❏ Melding papierformaat Stel in of op het bedieningspaneel een fout moet worden weergegeven wanneer het papierformaat van de opgegeven papierbron afwijkt van het papierformaat van de afdrukgegevens.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Items Uitleg Controleer papierbreedte Hiermee stelt u in of de papierbreedte tijdens het afdrukken moet worden gecontroleerd. Lege pagina overslaan Als zich in de afdrukgegevens een blanco pagina bevindt, stelt u in dat deze blanco pagina niet wordt afgedrukt. PDL-afdrukconfiguratie U kunt instellingen opgeven voor PCL- of PostScript-afdrukken. Deze optie wordt weergegeven op een met PCL of PostScript compatibele printer.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Items Uitleg LF-functie Selecteer de bewerking voor de LF-code (nieuwe regel), FF-code (nieuwe pagina). Pap.brontoewijzing Geef de papiertoevoer voor de PCL-papiertoevoeropdracht op. Menu PS3 Items Uitleg Foutrapport Stel in of een foutrapport moet worden afgedrukt wanneer een PS3-afdrukfout optreedt. Kleurinstel Stel in op afdrukken in kleur of zwart-wit. Binair Stel in of binaire gegevens worden geaccepteerd. PDF-papierform.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Instellingen voor de e-mailserver Items Verificatiemethode Geverifieerd account Instellingen en toelichting Geef hier de verificatiemethode op die de printer moet gebruiken voor toegang tot de emailserver. Uit Configureer wanneer de e-mailserver geen verificatie vereist. SMTP-verificatie Verifieert op de SMTP-server (uitgaande e-mailserver) tijdens het verzenden van de e-mail. De e-mailserver moet ondersteuning bieden voor de SMTP-verificatie.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Items E-mailadres afzender Instellingen en toelichting Voer hier het e-mailadres van de afzender in, bijvoorbeeld het e-mailadres van de systeembeheerder. Dit wordt gebruikt tijdens de verificatie. Voer daarom een geldig emailadres in dat bij de e-mailserver is geregistreerd. U kunt tussen 0 en 255 tekens invoeren in ASCII (0x20–0x7E), behalve : ( ) < > [ ] ; ¥. Het eerste teken mag geen punt (".") zijn. Adres SMTP-server Voer hier tussen 0 en 255 tekens in.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Referenties verbindingstest e-mailserver Berichten Oorzaak De verbindingstest is gelukt. Dit bericht wordt weergegeven wanneer de verbinding met de server is geslaagd. SMTP-servercommunicatiefout. Controleer het volgende.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Berichten Oorzaak De verbinding is niet-vertrouwd. Controleer het volgende. - CAcertificaat Dit bericht verschijnt wanneer de printer geen basiscertificaat heeft die overeenkomt met de server of als een CA-certificaat niet is geïmporteerd. De verbinding is niet beveiligd. Dit bericht wordt weergegeven wanneer het verkregen certificaat beschadigd is. SMTP-serververificatie is mislukt. Wijzig de verificatiemethode naar SMTP-AUTH.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Opmerking: U kunt dit ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer. ❏ Taal: Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Taal/Language ❏ Paneelvergrendeling: Instel. > Algemene instellingen > Systeembeheer > Veiligheidsinstel. > Beheerdersinstellingen > Instelling vergrendelen ❏ Time-out bewerking: Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Time-out bewerking (U kunt hier Aan of Uit opgeven.) 3. Klik op OK.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen 2. Selecteer Gebruiken voor Tijdserver gebruiken. 3. Voer het tijdserveradres in voor Tijdserveradres. U kunt IPv4, IPv6 of FQDN-indeling gebruiken. Voer maximaal 252 tekens in. Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg. 4. Voer de UpdateInterval (min) in. U kunt dit per minuut instellen op een periode tot maximaal 10.800 minuten. 5. Klik op OK. Opmerking: U kunt de verbindingsstatus met de tijdserver bevestigen in Tijdserverstatus.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen De functies die via het internet beschikbaar zijn, zijn als volgt. Email Print Epson iPrint afdrukken op afstand ✓ ✓ Remote Print Driver ✓ Raadpleeg de portaalsite van Epson Connect voor meer informatie. https://www.epsonconnect.com/ http://www.epsonconnect.
Beheerdershandleiding Functie-instellingen Het verificatie-apparaat configureren Het verificatie-apparaat dat wordt gebruikt in het verificatiesysteem kunt u configureren op het tabblad Apparaatbeheer > Kaartlezer. Zie de handleiding van het verificatiesysteem voor meer informatie.
Beheerdershandleiding Beveiligingsinstellingen van het product Beveiligingsinstellingen van het product Dit hoofdstuk bevat informatie over de beveiligingsinstellingen van het apparaat. Inleiding tot functies voor productbeveiliging In dit deel maakt u kennis met de beveiligingsfuncties van Epson-apparaten.
Beheerdershandleiding Beveiligingsinstellingen van het product Het beheerderswachtwoord configureren Wanneer u het beheerderswachtwoord instelt, kunt u voorkomen dat gebruikers beheerinstellingen van het systeem wijzigen. U kunt het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen met Web Config, het bedieningspaneel van de printer of met software (Epson Device Admin). Wanneer u de software gebruikt, raadpleegt u de documentatie voor het betreffende softwarepakket.
Beheerdershandleiding Beveiligingsinstellingen van het product 2. Voer een wachtwoord in bij Nieuw wachtwoord en Bevestig het nieuwe wachtwoord.. Voer indien nodig de gebruikersnaam in. Voer het huidige wachtwoord in als u dit wilt veranderen in een nieuw wachtwoord. 3. Selecteer OK. Opmerking: ❏ Als u de vergrendelde menu-items wilt instellen of wijzigen, klikt u op Aanmelding beheerder en voert u het beheerderswachtwoord in.
Beheerdershandleiding Beveiligingsinstellingen van het product De Instelling vergrendelen inschakelen Schakel de optie Instelling vergrendelen in voor de printer waarvoor het wachtwoord is ingesteld. Geef eerst een beheerderswachtwoord op. De Instelling vergrendelen inschakelen vanaf het bedieningspaneel 1. Selecteer Instel. op het bedieningspaneel van de printer. Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen u d l r en drukt u op de knop OK. 2.
Beheerdershandleiding Beveiligingsinstellingen van het product Menu Algemene instellingen Paneelvergrendeling Lcd-helderheid - Slaaptimer ✓ Uitschakelingstimer ✓ Datum/tijd instellen ✓ Taal/Language ✓ Time-out bewerking ✓ Toetsenbord - Printerinstellingen Instellingen papierbron - Afdruktaal*3 ✓ Algem. afdrukinst. ✓ PDL-afdrukconfiguratie*3 ✓ Auto probleemopl. ✓ Dik papier ✓ Stille modus ✓ Droogtijd voor inkt - PC-verbinding via USB - USB I/F time-out inst.
Beheerdershandleiding Beveiligingsinstellingen van het product Menu Algemene instellingen Paneelvergrendeling Wi-Fi instellen ✓ Bekabelde LAN-installatie ✓ Netwerkstatus ✓ Status vast netwerk/Wi-Fi ✓*1 Wi-Fi Direct-status ✓*1 statusvel ✓*1 ✓*2 Controle van netwerkverbinding ✓ Geavanceerd Apparaatnaam ✓ TCP/IP ✓ Proxy-server ✓ IPv6-adres ✓ NFC ✓ link Speed & Duplex ✓ HTTP omleiden naar HTTPS ✓ IPsec/IP-filter uitschakelen ✓ IEEE802.
Beheerdershandleiding Beveiligingsinstellingen van het product - = Moet niet worden vergrendeld. *1 : hoewel opties in het bovenste niveau kunnen worden vergrendeld via een beheerdersvergrendeling, kunt u deze nog steeds openen vanuit hetzelfde menu met dezelfde naam bij Instel. > Printerstatus/afdrukken. *2 : hoewel opties in het bovenste niveau kunnen worden vergrendeld via een beheerdersvergrendeling, kunt u deze nog steeds openen vanuit Start > > > Als u geen verbinding kunt maken met het netwerk.
Beheerdershandleiding Beveiligingsinstellingen van het product ❏ Schakel het selectievakje in om elke functie in of uit te schakelen. Selecteer de functie waarvan u het gebruik wilt toestaan. 4. Klik op Toepassen. Na een ingestelde tijd keert u terug naar de lijst met gebruikersinstellingen. Controleer of de naam die u hebt geregistreerd in Gebruikersnaam wordt weergegeven en of Toevoegen is veranderd in Bewerken. Een gebruikersaccount bewerken Bewerk het account waarvoor toegangsbeheer is ingesteld. 1.
Beheerdershandleiding Beveiligingsinstellingen van het product 3. Klik op OK. De externe interface uitschakelen U kunt de interface uitschakelen die wordt gebruikt om apparaten met de printer te verbinden. Configureer de beperkingsinstellingen om afdrukken via een andere methode dan het netwerk te beperken. Opmerking: Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook de beperkingsinstellingen configureren. ❏ NFC: Instel.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer Instellingen voor bediening en beheer Dit hoofdstuk bevat informatie over de items die verband houden met het dagelijkse bedrijf en beheer van het apparaat. Bij de printer aanmelden als beheerder Als voor de printer het beheerderswachtwoord is ingesteld, moet u zich als beheerder aanmelden om de vergrendelde menuopties te wijzigen in Web Config. Voer het wachtwoord in om de vergrendelde menuopties op het bedieningspaneel te wijzigen.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer ❏ Statusblad voor het product Instel. > Printerstatus/afdrukken > Statusv.afdrukk. U kunt een statusblad met onder andere printerinformatie en informatie over verbruiksartikelen afdrukken. ❏ Netwerkinformatie Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus Instel. > Printerstatus/afdrukken > Netwerk U kunt informatie over het netwerk controleren, zoals de status van de netwerkverbinding, instellingen van de mailserver enz.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer Gerelateerde informatie & “Een e-mailserver configureren” op pagina 37 E-mailmeldingen configureren Configureer e-mailmeldingen met Web Config. 1. Open Web Config en selecteer het tabblad Apparaatbeheer > E-mailmelding. 2. Stel het onderwerp voor de e-mailmelding in. Selecteer de inhoud die in het onderwerp wordt weergegeven uit de twee vervolgkeuzelijsten. ❏ De geselecteerde inhoud wordt weergegeven naast Onderwerp.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer Als u een melding wilt verzenden voor het e-mailadres dat is ingesteld bij nummer 1 in Emailadresinstellingen wanneer het papier in de printer op is, schakelt u het selectievakje in bij kolom 1 bij de regel Papier op. 6. Klik op OK. Controleer of een e-mailmelding wordt verzonden door de betreffende gebeurtenis na te bootsen. Voorbeeld: geef een afdruktaak op voor een Papierbron waarin geen papier aanwezig is.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer Items Instellingen en toelichting Beheerderswachtwoord gewijzigd Melding wanneer het beheerderswachtwoord is gewijzigd. Papier op Melding wanneer een foutmelding over een lege papierlade is opgetreden voor een bepaalde papierbron. Afdrukken gestopt* Melding wanneer het afdrukken is gestopt vanwege vastgelopen papier of omdat de papiercassette niet is geplaats. Printerfout Melding wanneer een printerfout is opgetreden.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer 4. Als op het display wordt weergegeven dat er een firmware-update beschikbaar is, volg dan de aanwijzingen op het scherm om de update te starten. c Belangrijk: ❏ Schakel de printer niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact zolang de update bezig is, anders kan de printer defect raken.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer Een back-up maken van de instellingen U kunt de instellingswaarde die in Web Config is ingesteld, exporteren naar het bestand. U kunt dit gebruiken om een back-up te maken van de instellingswaarden, vervanging van de printer enz. Het geëxporteerde bestand is een binair bestand en kan daarom niet worden bewerkt. De instellingen exporteren Exporteer de instellingen voor de printer. 1.
Beheerdershandleiding Instellingen voor bediening en beheer 4. Selecteer de instellingen die u wilt importeren en klik vervolgens op Volgende. 5. Klik op OK. De instellingen worden toegepast op de printer.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen Problemen oplossen Tips voor het oplossen van problemen ❏ De foutmelding controleren Wanneer een fout is opgetreden, controleert u eerst of op het bedieningspaneel van de printer of het scherm van de driver meldingen worden weergegeven. Wanneer u e-mailmeldingen hebt ingesteld wanneer gebeurtenissen optreden, weet u snel wat de status is. ❏ Netwerkverbindingsrapport Stel de diagnose voor het netwerk en de printerstatus en druk het resultaat af.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen Berichten op het display bekijken Als er een foutmelding op het display wordt weergegeven, volgt u de instructies op het scherm of de onderstaande oplossingen om het probleem op te lossen. Foutmeldingen Oorzaken en oplossingen Printerfout ❏ Oorzaken: Schakel de printer opnieuw in. Raadpleeg uw documentatie voor meer details. In de printer bevindt zich een vreemde substantie of er is een printerfout opgetreden.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen Foutmeldingen Oorzaken en oplossingen Papierconfiguratie is uitgeschakeld. Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg documentatie voor details. ❏ Oorzaken: Autom. weerg. papierinstelling is uitgeschakeld. ❏ Oplossingen: Als Autom. weerg. papierinstelling is uitgeschakeld, kunt u AirPrint niet gebruiken. Schakel deze optie in als u AirPrint gebruikt. Combinatie van IP-adres en subnetmasker is ongeldig. Raadpleeg uw documentatie voor meer details.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen 2. Selecteer Instel. op het startscherm. Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen u d l r en drukt u op de knop OK. 3. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Controle van netwerkverbinding. De verbindingscontrole wordt gestart. 4. Selecteer Controlerapport afdrukken. 5. Druk het netwerkverbindingsrapport af.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen b. Berichten over de netwerkomgeving E-1 Bericht: Controleer of de netwerkkabel is aangesloten en of uw netwerkapparaten (een hub, router of toegangspunt bijvoorbeeld) aanstaan. Oplossingen: ❏ Controleer of de ethernetkabel op de printer en op een hub of een ander netwerkapparaat is aangesloten. ❏ Controleer of de hub of het andere netwerkapparaat is ingeschakeld.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen ❏ Als u verbinding maakt met een SSID die is gegenereerd via tethering op een smart device, controleert u de SSID en het wachtwoord in de documentatie die is meegeleverd met het smart device. ❏ Als de Wi-Fi-verbinding plotseling wordt verbroken, controleert u de onderstaande omstandigheden. Als een van deze omstandigheden van toepassing is, herstelt u de netwerkinstellingen door de software van de volgende website te downloaden en uit te voeren. http://epson.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen E-8 Bericht: Er is een onjuist IP-adres toegewezen aan de printer. Controleer de instellingen voor het IP-adres van het netwerkapparaat (hub, router of toegangspunt). Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder. Oplossingen: ❏ Schakel DHCP in op het toegangspunt als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Automatisch.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u de instelling IP-adres verkrijgen van de printer in Automatisch.Als u het IPadres handmatig wilt instellen, controleert u het IP-adres van de printer in het gedeelte Netwerkstatus van het netwerkverbindingsrapport en selecteert u vervolgens Handmatig in het scherm Netwerkinstellingen.Stel het subnetmasker in op [255.255.255.0].
Beheerdershandleiding Problemen oplossen E-13 Bericht: Controleer het volgende -De beveiligingssleutel/het wachtwoord dat u invoert moet kloppen. -Index van beveiligingssleutel/wachtwoord wordt ingesteld op eerste getal. -De verbinding en de netwerkinstellingen van de computer of andere apparatuur moeten goed zijn. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder. Oplossingen: Controleer het volgende. ❏ Netwerkapparaten zoals een toegangspunt, hub en router, zijn ingeschakeld.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen Logboek voor server en netwerkapparaat controleren Bij netwerkproblemen is het in sommige gevallen mogelijk de oorzaak te achterhalen door het logboekbestand van de mailserver, LDAP-server, enz. te bevestigen, de status te controleren aan de hand van het netwerklogboek van systeemapparaten en opdrachten, zoals routers. Een netwerkstatusvel afdrukken U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren. 1. Papier laden. 2. Selecteer Instel.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen 4. Controleer de communicatiestatus. Als de printer en computer met elkaar communiceren, wordt het volgende bericht weergegeven. Als de printer en computer niet met elkaar communiceren, wordt het volgende bericht weergegeven. Communicatie controleren met een Ping-opdracht — Mac OS Met een Ping-opdracht kunt u controleren of de computer is verbonden met de printer. Volg de onderstaande stappen om de communicatie te controleren met een Ping-opdracht. 1.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen 4. Controleer de communicatiestatus. Als de printer en computer met elkaar communiceren, wordt het volgende bericht weergegeven. Als de printer en computer niet met elkaar communiceren, wordt het volgende bericht weergegeven. Het computernetwerk controleren — Windows Met de opdrachtprompt kunt u de verbindingsstatus van de computer en het verbindingspad naar de printer controleren. Hiermee kunt u de problemen oplossen.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen ❏ ipconfig-opdracht Geef de verbindingsstatus weer van de netwerkinterface die momenteel door de computer wordt gebruikt. Als u de instellingsinformatie vergelijkt met de daadwerkelijke communicatie, kunt u controleren of de verbinding correct werkt. Indien zich in het netwerk meerdere DHCP-servers bevinden, kunt u onder andere het daadwerkelijke adres dat aan de computer is toegewezen en de DNS-server waarnaar wordt verwezen achterhalen.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen E-mailserver Controleer de verbinding tussen de printer en de e-mailserver met behulp van de verbindingstestfunctie van de printer. Gerelateerde informatie & “De verbinding met de e-mailserver controleren” op pagina 39 DNS-server Controleer de DNS-server waarnaar wordt verwezen door de computer.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen 1. Selecteer Wi-Fi op het startscherm. Als u een item wilt selecteren, verplaatst u de focus naar het item met de knoppen u d l r en drukt u op de knop OK. 2. Selecteer Router. De netwerkstatus wordt weergegeven. 3. Selecteer Instellingen wijzigen. 4. Selecteer Overige > Wi-Fi uitschakelen. 5. Controleer het bericht en start vervolgens het instellen. 6. Sluit het scherm wanneer een bevestigingsbericht wordt weergegeven.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen 2. Selecteer Algemene instellingen > Systeembeheer > Standaardinst. herstellen > Netwerkinstellingen. 3. Controleer het bericht en selecteer Ja. 4. Sluit het scherm wanneer een bevestigingsbericht wordt weergegeven. Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd. Oorzaak van probleem Geen toegang tot Web Config Het IP-adres is niet toegewezen aan de printer. Mogelijk is geen geldig IP-adres toegewezen aan de printer.
Beheerdershandleiding Problemen oplossen De instelling van de proxyserver voor het lokale adres is niet ingesteld op de webbrowser. Wanneer de printer is ingesteld voor het gebruik van een proxyserver, configureert u de webbrowser zodanig dat deze niet via de proxyserver verbinding maakt met het lokale adres.
Beheerdershandleiding Bijlage Bijlage Inleiding tot de netwerksoftware Hieronder vindt u informatie over de software waarmee u apparaten configureert en beheert. Epson Device Admin Epson Device Admin is een multifunctionele toepassingssoftware waarmee u het apparaat in het netwerk beheert. De volgende functies zijn beschikbaar.
Beheerdershandleiding Bijlage Zie voor meer informatie de documentatie of Help van EpsonNet Config. EpsonNet Config starten — Windows Selecteer Alle programma’s > EpsonNet > EpsonNet Config SE > EpsonNet Config. Opmerking: Als de firewall een waarschuwing weergeeft, moet u EpsonNet Config toegang geven. EpsonNet Config starten — Mac OS Selecteer Start > Toepassingen > Epson Software > EpsonNet > EpsonNet Config SE > EpsonNet Config.
Beheerdershandleiding Bijlage Ga naar uw regionale Epson-website voor meer informatie. De Wi-Fi-instellingen configureren op het bedieningspaneel (WPS) Met de WPS-functie kunt u vanaf het bedieningspaneel van de printer verbinding maken met Wi-Fi.
Beheerdershandleiding Bijlage Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen heeft, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie. 6. Druk op de printer op de knop OK. 7. Sluit het scherm. Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd. Opmerking: Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer.
Beheerdershandleiding Bijlage Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) gebruiken Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) maakt rechtstreeks verbinding met de printer en apparaten. Omdat de printer verbinding kan maken zonder het verbonden netwerk te gebruiken, kan deze worden gebruikt als tijdelijke verbinding van het apparaat met de printer die met het netwerk is verbonden zonder netwerkmachtigingen.
Beheerdershandleiding Bijlage Wanneer u het wachtwoord wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken. Gebruik het nieuwe wachtwoord als u opnieuw verbinding wilt maken met het apparaat. Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) uitschakelen Schakel de instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) van de printer uit. Wanneer u deze optie uitschakelt, wordt de verbinding verbroken van alle apparaten die via Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) met de printer zijn verbonden.
Beheerdershandleiding Bijlage Naar Wi-Fi-verbinding schakelen met Web Config Met Web Config kunt u overschakelen van de Ethernet-verbinding naar de Wi-Fi-verbinding. 1. Open Web Config en selecteer het tabblad Netwerk > Wi-Fi. Wanneer het beheerderswachtwoord is ingesteld, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in om u als beheerder aan te melden. 2. Klik op Instelling. 3. Selecteer de SSID voor het toegangspunt en voer het wachtwoord in.
Beheerdershandleiding Bijlage Naar Ethernet-verbinding schakelen met Web Config Met Web Config kunt u overschakelen van de Wi-Fi-verbinding overschakelen naar de Ethernet-verbinding. 1. Open Web Config en selecteer het tabblad Netwerk > Wi-Fi. Wanneer het beheerderswachtwoord is ingesteld, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in om u als beheerder aan te melden. 2. Klik op Wi-Fi uitschakelen. 3. Controleer het bericht en selecteer vervolgens OK. 4.
Beheerdershandleiding Bijlage Verzender (client) Gebruiken Doel (server) Protocol Poortnummer Clientcomputer Detecteer de printer vanuit een toepassing als EpsonNet Config en printerstuurprogramma. Printer ENPC (UDP) 3289 Verzamel de MIB-informatie en stel deze in vanuit een toepassing als EpsonNet Config en printerstuurprogramma.
Beheerdershandleiding Bijlage ❏ Uitschakelen indien inactief Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een vastgestelde periode niet wordt gebruikt. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert. ❏ Uitschakelen indien losgekoppeld Als u deze instelling selecteert, schakelt de printer na 30 minuten uit als alle netwerkpoorten, inclusief de LINE-poort, zijn losgekoppeld.
Beheerdershandleiding Bijlage - = Moet niet worden vergrendeld. Printerinstellingen Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven. Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen Instellingen die door de beheerder zijn vergrendeld, kunnen niet worden gewijzigd. Instellingen papierbron: Papierinstelling: Selecteer het formaat en type papier dat u in de papierbron hebt geplaatst. Pr.
Beheerdershandleiding Bijlage Offset links: Hiermee past u de linkermarge van het papier aan. Offset boven achter: Hiermee past u de bovenmarge van het papier voor de achterzijde van de pagina aan bij dubbelzijdig afdrukken. Offset links achter: Hiermee past u de linkermarge van het papier voor de achtermarge van de pagina aan bij dubbelzijdig afdrukken. Controleer papierbreedte: Selecteer Aan om voor het afdrukken de papierbreedte te controleren.
Beheerdershandleiding Bijlage ❏ Autom.pap.uitwerpen Selecteer Aan om papier automatisch uit te voeren als het afdrukken tijdens een afdruktaak wordt gestopt. ❏ Dubbelz. afdrukken Selecteer Aan om dubbelzijdig afdrukken uit te voeren. Menu PCL: ❏ Lettertypebron Resident Selecteer dit om een voorgeïnstalleerd lettertype van de printer te gebruiken. Downloaden Selecteer dit om een lettertype dat u gedownload hebt te gebruiken.
Beheerdershandleiding Bijlage Menu PS3: ❏ Foutrapport Selecteer Aan om een vel af te drukken waarop de status wordt weergegeven wanneer een fout optreedt tijdens PostScript- of PDF-afdrukken. ❏ Kleurinstel Deze optie wordt weergegeven op printers met een functie voor afdrukken in kleur. Selecteer de kleurenmodus voor PostScript-afdrukken. ❏ Binair Selecteer Aan als u gegevens afdrukt die binaire afbeeldingen bevatten.
Beheerdershandleiding Bijlage Specifieer de tijd in seconden die verstreken moet zijn alvorens de USB-communicatie met een computer beëindigd wordt nadat de printer een afdruktaak ontvangen heeft vanuit een PostScriptprinterdriver of een PCL-printerdriver. Als het einde van de taak niet duidelijk gedefinieerd is vanuit een PostScript printerdriver of een PCL printerdriver, kan dit een eindeloze USB-communicatie veroorzaken.
Beheerdershandleiding Bijlage ❏ IEEE802.1X uitschakelen Webservice-instellingen Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven. Instel. > Algemene instellingen > Webservice-instellingen Instellingen die door de beheerder zijn vergrendeld, kunnen niet worden gewijzigd. Epson Connect-services: Geeft aan of de printer geregistreerd en verbonden is met Epson Connect. Als u zich wilt aanmelden bij de service, selecteert u Registreren en volgt u de instructies.
Beheerdershandleiding Bijlage Veiligheidsinstel.: U kunt de volgende beveiligingsinstellingen configureren. Alle vertrouwel.taken verw. Verwijder alle vertrouwelijke taken die naar de printer zijn verzonden. Beheerdersinstellingen: ❏ Beheerderswachtwoord Stel een beheerderswachtwoord in en wijzig of wis dit. ❏ Instelling vergrendelen Selecteer of het bedieningspaneel wel of niet moet worden vergrendeld met gebruik van het wachtwoord dat is geregistreerd in Beheerderswachtwoord. Standaardinst.
Beheerdershandleiding Bijlage Als het symbool ! wordt weergegeven, is de inkt bijna op of de onderhoudsset bijna vol. Als het symbool X wordt weergegeven, moet u het item vervangen omdat de inkt op is of omdat de onderhoudscassette vol is. Menuopties voor Onderhoud Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven. Instel. > Onderhoud Aanpassing afdrukkwaliteit: Selecteer deze functie als er problemen zijn met uw afdrukken.
Beheerdershandleiding Bijlage Selecteer de taal van het lcd-scherm. Menuopties voor Printerstatus/afdrukken Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven. Instel. > Printerstatus/afdrukken Statusv.afdrukk.: Statusblad configuratie: Hiermee drukt u informatiebladen af met de actuele status en instellingen van de printer. Statusblad voorraad: Hiermee drukt u informatiebladen af met de status van de verbruiksaccessoires.
Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven In dit hoofdstuk worden geavanceerde beveiligingsfuncties beschreven.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Beveiligingsinstellingen en voorkomen van gevaar Wanneer een printer verbonden is met een netwerk, hebt u hier toegang toe vanaf een externe locatie. Bovendien kunnen veel personen de printer delen, wat nuttig is voor het verbeteren van de operationele efficiëntie en het gebruiksgemak. Risico's zoals illegale toegang, illegaal gebruik en knoeien met gegevens nemen hierdoor echter toe.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven & “Versleutelde communicatie met IPsec/IP-filtering” op pagina 114 & “De printer verbinden met een IEEE802.1X-netwerk” op pagina 127 Instellingen voor de beveiligingsfunctie Wanneer IPsec/IP-filtering of IEEE802.1X wordt ingesteld, wordt aanbevolen Web Config te openen met SSL/TLS om informatie over instellingen te communiceren, om zo beveiligingsrisico's, zoals ongewenst wijzigen van instellingen of onderscheppen, te verminderen.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven ❏ Zelfondertekend certificaat Dit is een certificaat dat door de printer zelf wordt ondertekend en uitgegeven. Dit wordt ook wel het basiscertificaat genoemd. Omdat de uitgever het certificaat zelf ondertekent, is dit niet betrouwbaar en kan imitatie niet worden voorkomen. Gebruik dit alleen tijdens het configureren van beveiligingsinstellingen en tijdens eenvoudige SSL/TLScommunicatie zonder het CA-ondertekend Certificaat.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven 6. Klik op een van de downloadknoppen voor de CSR met de opgegeven indeling volgens de certificeringsinstantie om de CSR te downloaden op een computer. c Belangrijk: Genereer geen CSR opnieuw. Als u dat toch doet, kunt u een verstrekt CA-ondertekend Certificaat mogelijk niet importeren. 7. Stuur de CSR naar een certificeringsinstantie. Daarmee vraagt u een door een CA-ondertekend Certificaat aan.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Algemene naam Instellingen en toelichting U kunt tussen 1 en 128 tekens invoeren. Als dit een IP-adres is, moet het een statisch IP-adres zijn. U kunt 1 tot 5 IPv4-adressen, IPv6-adressen, hostnamen, FQDN's invoeren. Scheid deze met komma's. Het eerste element wordt opgeslagen als de algemene naam. Andere elementen worden opgeslagen in het aliasveld van de certificaathouder. Voorbeeld: IP-adres van de printer: 192.0.2.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven ❏ Een certificaat met de indeling PEM/DER afkomstig van een computer ❏ Persoonlijke sleutel: Wel instellen. ❏ Wachtwoord: niet configureren. ❏ CA-certificaat 1/CA-certificaat 2: optioneel ❏ Een certificaat met de indeling PKCS#12 afkomstig van een computer ❏ Persoonlijke sleutel: niet configureren. ❏ Wachtwoord: optie ❏ CA-certificaat 1/CA-certificaat 2: Niet configureren. 4. Klik op OK.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Servercertificaat of Clientcertificaat Instellingen en toelichting Selecteer hier de indeling van het certificaat. Voor SSL/TLS-verbinding wordt het Servercertificaat weergegeven. Voor IPsec/IP-filtering of IEEE 802.1X wordt het Clientcertificaat weergegeven.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven & “Instellingen voor een CSR” op pagina 103 & “Een door een CA ondertekend certificaat importeren” op pagina 104 Een CA-certificaat importeren Importeer het CA-certificaat naar de printer. 1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > CA-certificaat. 2. Klik op Importeren. 3. Geef het CA-certificaat op dat u wilt importeren. 4. Klik op OK.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven 2. Klik op Wissen naast het CA-certificaat dat u wilt verwijderen. 3. Bevestig dat u het certificaat in het weergegeven bericht wilt verwijderen. 4. Klik op Netwerk opnieuw opstarten en controleer of het verwijderde CA-certificaat niet in het bijgewerkte scherm wordt weergegeven.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Voorbeeld: IP-adres van de printer: 192.0.2.123, printernaam: EPSONA1B2C3 Algemene naam: EPSONA1B2C3,EPSONA1B2C3.local,192.0.2.123 4. Geef een geldigheidsperiode op voor het certificaat. 5. Klik op Volgende. Er wordt een bevestiging weergegeven. 6. Klik op OK. De printer wordt bijgewerkt.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven U kunt ondoelmatige beveiligingsrisico's verminderen door afdrukken vanaf specifieke paden te beperken of door de beschikbare functies te beheren. Protocollen beheren Configureer de protocol-instellingen. 1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > Protocol. 2. Configureer elk item. 3. Klik op Volgende. 4. Klik op OK. De instellingen worden toegepast op de printer.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Protocolinstellingsitems Bonjour-instellingen Items Instelwaarde en beschrijving Bonjour gebruiken Selecteer dit om apparaten te zoeken of gebruiken via Bonjour. Bonjour-naam Toont de Bonjour-naam. Bonjour gebruikersnaam Toont de Bonjour-servicenaam. Locatie Toont de Bonjour-locatienaam. Top Priority Protocol Selecteer het protocol voor topprioriteit voor Bonjour-print.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven WSD-instellingen Items Instelwaarde en beschrijving WSD inschakelen Selecteer dit om het toevoegen van apparaten die WSD gebruiken toe te voegen en om af te drukken en te scannen vanaf de WSD-poort. Time-out afdruk (sec) Voer de time-outwaarde voor de communicatie voor WSDafdruk in van 3 tot 3.600 seconden. Apparaatnaam Toont de WSD-apparaatnaam. Locatie Toont de WSD-locatienaam.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Instelwaarde en beschrijving Niet-beveiligde communicatie toestaan Selecteer dit om de printer toe te laten te communiceren zonder beveiligingsmaatregelen (IPP). Time-out communicatie (sec) Voer de time-outwaarde voor IPP-afdruk in van 0 tot 3.600 seconden. URL (Netwerk) Toont IPP-URL's (http en https) wanneer de printer is verbonden via een bekabeld LAN of wifi.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Instelwaarde en beschrijving Algoritme Selecteer een algoritme voor een verificatie voor SNMPv3. Wachtwoord Voer het wachtwoord in voor een verificatie voor SNMPv3. Voer tussen 8 en 32 tekens in ASCII (0x20–0x7E) in. Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg. Wachtwoord bevestigen Voer het geconfigureerde wachtwoord in ter bevestiging.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Gerelateerde informatie & “Web Config openen” op pagina 27 & “Instellingen voor Standaard beleid” op pagina 115 Instellingen voor Standaard beleid Items Instellingen en toelichting IPsec/IP-filter U de functie IPsec/IP-filtering in- of uitschakelen. Standaard beleid Items Instellingen en toelichting Toegangsbeheer Hiermee bepaalt u hoe het IP-verkeer wordt beheerd.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Instellingen en toelichting IKEv1 De volgende items worden weergegeven wanneer u IKEv1 selecteert voor IKE-versie. IKEv2 Verificatiemethode Als u Certificaat wilt gebruiken, moet u op voorhand een door een CA ondertekend certificaat aanvragen en importeren.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Lokaal Instellingen en toelichting Verificatiemethode Als u Certificaat wilt gebruiken, moet u op voorhand een door een CA ondertekend certificaat aanvragen en importeren. ID-type Als u Vooraf gedeelde sleutel selecteert als Verificatiemethode, selecteert u het id-type voor de printer. ID Voer de printer-id in die overeenkomt met het id-type. U kunt als eerste teken niet "@", "#", of "=" gebruiken.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Instellingen en toelichting Externe gateway (Tunnelmodus) Als u Tunnelmodus selecteert bij Inkapseling, voer dan een gatewayadres in van minimaal 1 en maximaal 39 tekens. Beveiligingsprotocol IPsec voor Toegangsbeheer, selecteer een optie. ESP Selecteer deze optie om de integriteit van de verificatie en data te waarborgen en de data te versleutelen.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven 4. Klik op Volgende. Er wordt een bevestiging weergegeven. 5. Klik op OK. De printer wordt bijgewerkt. Gerelateerde informatie & “Web Config openen” op pagina 27 & “Instellingen voor Groepsbeleid” op pagina 119 Instellingen voor Groepsbeleid Items Dit Groepsbeleid inschakelen Instellingen en toelichting Hiermee schakelt u het groepsbeleid in of uit.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Toegangsbeheer Lokaal adres (printer) Instellingen en toelichting Hiermee bepaalt u hoe het IP-verkeer wordt beheerd. Toegang toestaan Selecteer deze optie om de geconfigureerde IP-pakketten door te laten. Toegang weigeren Selecteer deze optie om de geconfigureerde IP-pakketten te weigeren. IPsec Selecteer deze optie om de geconfigureerde IPsec-pakketten door te laten.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items IKEv1 IKEv2 Instellingen en toelichting De volgende items worden weergegeven wanneer u IKEv1 selecteert voor IKE-versie. Verificatiemethode Als u IPsec selecteert bij Toegangsbeheer, moet u een optie selecteren. Het gebruikte certificaat is gelijk aan dat van het standaardbeleid.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Lokaal Instellingen en toelichting Verificatiemethode Als u IPsec selecteert bij Toegangsbeheer, moet u een optie selecteren. Het gebruikte certificaat is gelijk aan dat van het standaardbeleid. ID-type Als u Vooraf gedeelde sleutel selecteert als Verificatiemethode, selecteert u het id-type voor de printer. ID Voer de printer-id in die overeenkomt met het id-type. U kunt als eerste teken niet "@", "#", of "=" gebruiken.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Instellingen en toelichting Externe gateway (Tunnelmodus) Als u Tunnelmodus selecteert bij Inkapseling, voer dan een gatewayadres in van minimaal 1 en maximaal 39 tekens. Beveiligingsprotocol Als u IPsec selecteert bij Toegangsbeheer, moet u een optie selecteren. ESP Selecteer deze optie om de integriteit van de verificatie en data te waarborgen en de data te versleutelen.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Instelling van Extern adres (host) IPv4*1 ✓ – ✓ IPv6*1*2 – ✓ ✓ Leeg ✓ ✓ ✓ *1Als IPsec is geselecteerd bij Toegangsbeheer, kunt u geen IP-adressen invoeren met een bepaalde lengte. *2Als IPsec is geselecteerd bij Toegangsbeheer, kunt u wel een link-local-adres (fe80::) selecteren, maar wordt het groepsbeleid uitgeschakeld. *3Behalve IPv6 link-local adressen.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Configuratievoorbeelden van IPsec/IP-filter Alleen IPsec-pakketten ontvangen Dit voorbeeld is alleen voor configuratie van een standaardbeleid. Standaard beleid: ❏ IPsec/IP-filter: Inschakelen ❏ Toegangsbeheer: IPsec ❏ Verificatiemethode: Vooraf gedeelde sleutel ❏ Vooraf gedeelde sleutel: voer hier maximaal 127 tekens in. Groepsbeleid: Niet configureren.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Een certificaat voor IPsec/IP-filtering configureren Het clientcertificaat voor IPsec/IP-filtering configureren. Wanneer u deze optie instelt, kunt u het certificaat gebruiken als verificatiemethode voor IPsec/IP-filtering. Als u het certificaat van de certificaatinstantie wilt configureren, gaat u naar CA-certificaat. 1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > IPsec/IP-filter > Clientcertificaat.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven De printer verbinden met een IEEE802.1X-netwerk Een IEEE 802.1X-netwerk configureren Wanneer u op de printer IEEE 802.1X instelt, kunt u dit gebruiken op het netwerk dat is verbonden met een RADIUS-server, een LAN-switch met verificatiefunctie of een toegangspunt. 1. Open Web Config en selecteer vervolgens het tabblad Netwerkbeveiliging > IEEE802.1X > Basis. 2. Voer voor elk item een waarde in.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Instellingen voor een IEEE802.1X-netwerk Items Instellingen en uitleg IEEE802.1X (bekabeld LAN) U kunt de instellingen van de pagina in- of uitschakelen (IEEE802.1X > Basis) voor IEEE802.1X (bekabeld LAN). IEEE802.1X (Wi-Fi) De verbindingsstatus van IEEE802.1X (Wi-Fi) wordt weergegeven. Verbindingsmethode De verbindingsmethode van het huidige netwerk wordt weergegeven.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Items Server-ID Instellingen en uitleg U kunt een server-id configureren voor verificatie bij een opgegeven RADIUS-server. De verificator controleert of de server-id al dan niet voorkomt in het veld subject/ subjectAltName van het servercertificaat dat wordt verzonden door een RADIUS-server. Voer 0 tot 128 1-byte ASCII-tekens (0x20 tot 0x7E) in.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven 2. Voer in Clientcertificaat een certificaat in. U kunt het certificaat kopiëren als het wordt gepubliceerd door een certificeringsinstantie. Om te kopiëren, selecteert u het certificaat in Kopiëren van en klikt u vervolgens op Kopiëren. Gerelateerde informatie & “Web Config openen” op pagina 27 & “Een door een CA ondertekend certificaat aanvragen en importeren” op pagina 102 De status van het IEEE802.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Status-id IEEE802.1X-status Timeout Error Verificatie is mislukt omdat er geen antwoord is gekomen van de RADIUS-server en/of verificator. User ID Error Verificatie is mislukt, want de gebruikers-id en/of het certificaatprotocol van de printer is onjuist. Server ID Error Verificatie is mislukt, want de server-id van het servercertificaat en de id van de server stemmen niet overeen.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven 5. Wanneer een voltooiingsbericht wordt weergegeven, selecteert u Sluiten. Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd als u niet Sluiten selecteert. Problemen met het gebruik van netwerkbeveiligingsfuncties Een vooraf gedeelde sleutel vergeten Configureer een vooraf gedeelde sleutel opnieuw.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Plotseling geen communicatie mogelijk Het IP-adres van de printer is gewijzigd of kan niet worden gebruikt. Wanneer het IP-adres dat is geregistreerd bij het lokale adres op Groepsbeleid is gewijzigd of kan niet worden gebruikt. IPsec-communicatie kan niet worden uitgevoerd. Schakel IPsec uit op het bedieningspaneel van de printer.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Gerelateerde informatie & “Versleutelde communicatie met IPsec/IP-filtering” op pagina 114 Geen toegang tot de printer of scanner na het configureren van IEEE 802.1X De IEEE 802.1X-instellingen zijn incorrect. Schakel IEEE 802.1X en Wi-Fi uit op het bedieningspaneel van de printer. Verbind de printer en een computer en configureer IEEE 802.1X opnieuw. Gerelateerde informatie & “Een IEEE 802.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Er zijn niet-ondersteunde tekens ingevoerd voor Algemene naam. Voer tussen 1 en 128 tekens in. Gebruik de IPv4-, IPv6- of FQDN-indeling of de hostnaam in ASCII (0x20–0x7E). De algemene naam bevat een komma of een spatie. Als een komma is ingevoerd, wordt de Algemene naam op dat punt opgedeeld. Als er alleen een spatie is ingevoerd voor of na een komma, treedt er een fout op.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Berichten Ongeldige waarde hieronder. Oorzaak/Wat doen Oorzaak: Het bestandspad en/of wachtwoord bevat(ten) tekens die niet mogen worden gebruikt. Wat doen: Gebruik de juiste tekens voor het item. Ongeldige datum en tijd. Oorzaak: De datum en tijd van de printer zijn niet ingesteld. Wat doen: Stel de datum en tijd in met Web Config, EpsonNet Config of vanaf het bedieningspaneel van de printer. Ongeldig wachtwoord.
Beheerdershandleiding Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor bedrijven Berichten Het certificaat is verlopen. Controleer of het Certificaat geldig is of controleer de datum en tijd op uw printer. Oorzaak/Wat doen Oorzaak: Het certificaat is vervallen. Wat doen: ❏ Als het certificaat vervallen is, moet u een nieuw certificaat aanvragen en importeren. ❏ Als het certificaat niet vervallen is, zorg er dan voor dat de datum en tijd van de printer goed zijn ingesteld. Persoonlijke sleutel vereist.