Operation Manual

Laat de oude cartridge in de printer zitten tot u een nieuwe hebt aangeschaft; anders kan de inkt in de
spuitkanaaltjes van de printkop opdrogen.
Als een van de cartridges leeg is, kunt u niet verder afdrukken, zelfs als de andere cartridges nog inkt bevatten.
Vervang de lege cartridge voor het afdrukken.
Schakel het apparaat nooit uit terwijl u de cartridge vervangt. Dit kan de chip op de cartridge beschadigen en
ervoor zorgen dat het apparaat niet meer correct afdrukt.
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blijft een variabele inktreserve in de cartridge
achter op het moment waarop de printer aangeeft dat u de cartridge moet vervangen. Bij opgave van de capaciteit
is deze reserve niet meegerekend.
Een cartridge vervangen
Als het inktniveau in de cartridges laag of op is, verschijnt er een boodschap op uw computer of op het controlepaneel.
A
Open de klep aan de voorzijde.
B
Druk op de cartridge die u wilt verplaatsen en grijp de handgreep van de cartridge om ze uit het apparaat te
trekken. Gooi de cartridge weg conform de lokale milieuvoorschriften. Neem de gebruikte cartridge niet uit
elkaar en probeer de cartridge ook niet bij te vullen.
Opmerking:
De afbeelding toont hoe u een zwarte cartridge vervangt. Vervang de gepaste cartridge voor uw situatie.
Bij verwijderde cartridges kan er inkt zitten om de inkttoevoer. Wees dus voorzichtig dat er geen inkt in de
omgeving van de cartridge wordt gemorst wanneer de cartridges worden verwijderd.
WP-4511/4515/4521/4525/4530/4531/4535/4540/4545 Gebruikershandleiding
Verbruiksgoederen vervangen
132