User manual

Gebruiksaanwijzing
zonne-energieregelaar
Deze bedieningshandleiding hoort uitsluitend bij de product.
Deze bedieningshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor de
inbedrijfstelling en de bediening. Let hierop, ook wanneer u dit product
aan derden overhandigt.
Archiveer bijgevolg deze bedieningshandleiding na het lezen.
1. Inleiding
Zeer geachte klant, wij danken u voor de aankoop van de product.
Met deze product heeft u een product gekocht dat volgens de huidige stand van
de techniek gebouwd werd.
Dit product voldoet aan de vereisten van de geldige Europese
en nationale richtlijnen. De conformiteit werd bewezen, de
dienovereenkomstige verklaringen en documenten zijn bij de
fabrikant gedeponeerd.
Om deze status te behouden en om een gevaarloos bedrijf te verzekeren moet
u, als gebruiker, deze bedrijfshandleiding in acht nemen!
2. Veiligheidsaanwijzingen
- Bij schaden, die veroorzaakt worden door
het niet naleven van deze bedieningshandleiding,
vervalt de aanspraak op garantie!
- Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid
voor volgschaden!
- Bij materiële of persoonlijke schaden, die
veroorzaakt worden door een onvakkundige
bediening of het niet naleven van de veiligheidsaanwijzingen,
aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.
- In dergelijke gevallen vervalt elke aanspraak op garantie.
Omwille van veiligheids- en toelatingsredenen (CE) is het niet toegestaan om
de product eigenhandig om te bouwen en/of te veranderen. Verzeker een vak-
kundige inbedrijfstelling van de product.
Bijzondere kenmerken
• Intelligente microprocessorbesturing en professionele software.
• Incl. intelligente bescherming tegen volledige ontlading door uiteenlopende
uitschakeldrempels.
• Automatische bescherming tegen overlading, volledige ontlading, kortsluiting en
omgekeerde polariteit.
• Verlengde levensduur door PWM-schakeling (stroomregeling).
• LED display batterijstatusindicator
• Verschillende bedrijfsmodi voor de uitgang instelbaar.
3. Reglementair voorgeschreven gebruik
De zonne-energieregelaar werd ontwikkeld voor eilandsystemen op zonne-energie
met het oog op een toepassing voor privédoeleinden. De besturing gebeurt door
middel van een ingebouwde microprocessor. Alle instellingen worden door middel
van een toets doorgevoerd.
De regelaar beschikt over tal van beschermingsfuncties, zoals bv. kortsluiting,
overbelasting, verkeerde aansluiting, overlading, volledige ontlading alsook
automatische uitschakeling en automatische nieuwe inschakeling etc. met exacte
weergavevandebatterijtoestand,vandeladingenvaneenstoringdoorsignaal-LED’s.
De laadregelaar maakt gebruik van de PWM batterijlaadmodus om te verzekeren dat
de batterij altijd in de beste toestand is en de levensduur van de batterij verlengd wordt.
Er zijn tal van bedrijfsmodi en ontlaadmogelijkheden om een groot aantal
gebruiksmogelijkheden te kunnen benutten.
Indien de installatie van de zonne-energie-installatie te veel van u vergt, doet u beroep
op een geautoriseerde geschoolde kracht (bv. elektromonteur).
4. Montage en ingebruikname
4.1 Algemene informatie:
• Gelieve voor de aansluiting van de laadregelaar altijd koperen leidingen met een
toereikende dwarsdoorsnede te gebruiken en de lengtes van de leidingen zo kort
mogelijk te houden.
• Er kunnen kabels met een max. dwarsdoorsnede van 4 mm
2
op de klemmen
aangesloten worden.
• Monteer de laadregelaar binnenshuis op een vaste, niet-brandbare ondergrond!
4.2 Laadmethoden:
1. Is de aangesloten accu volledig ontladen, dan wordt ca. 10 min. lang de
laadspanning verhoogd. Daarna wordt de accu in de normale modus geladen. Na
een volledige lading volgt de gebruiksklare lading.
2. Indien er geen sprake is van een volledige ontlading, volgt er geen verhoging
vandelaadspanning.Dezefunctievrijwaartdatdeaccuzoefciëntmogelijk en
omzichtig geladen wordt.
4.3 Aansluiting:
1. In eerste instantie wordt de accukabel
aangesloten. Verbind de accukabel
eerst met de aansluiting van de regelaar
(accusymbool) en dan met de polen van de
accu
Opmerking: Gelieve bij de aansluiting van de accu op een correcte polariteit
te letten!
LET OP: Wees voorzichtig, bij kortsluiting in de accu bestaat er gevaar voor
brandwonden.
2. Alsdepolariteitcorrectis,brandtdeLED„BAT“.Tercontroledruktudetoets„SET“
in. Indien deze niet brandt, controleert u de kabelverbinding en de aansluiting op
een correcte poolaansluiting.
3. Sluitnudeleiding van de zonne-energiemodule op de laadregelaar (symbool
zonne-energiemodule) aan. Let daarbij ook op de correcte poolaansluiting! Verbind
nu de kabel met de aansluiting op de zonne-energiemodule.
Opmerking: Gelieve bij de aansluiting van de zonne-energiemodule op een
correcte polariteit te letten!
4. BijzonneschijnzaldeLED„SUN“branden.Indiendezenietbrandt,controleertu
de kabelverbinding en polariteit.
5. Verbind nu de te bedienen apparaten met de lastuitgang van de laadregelaar
(lampsymbool). Let hier bij de aansluiting op de correcte polariteit.
Opmerking: Gelieve bij de aansluiting van de verbruikers op een correcte polariteit te
letten!Bijeenverkeerdepolariteitkunnendeaangeslotenapparatenvernieldworden!
5. LED displays
- LED display „Sun“
Groen: Wanneer de laadregelaar correct
aangesloten werd en er zon op de fotovoltaïsche
moduleschijnt,brandtdegroeneLED„SUN“en
geeft deze aan dat er een laadstroom vloeit.
Groen knipperend: Wanneer de LED „SUN“ snel knippert, is er sprake van
overspanning. Gelieve de technische gegevens in punt 8 in acht te nemen.
- LED display „BATT“
Groen: Wanneer de batterijspanning zich binnen het normale bereik bevindt, brandt
de LED in het groen.
Groen knipperend:BijeenvollediggeladenaccuknippertdeLED„BATT“langzaam.
Oranje:Wanneerersprakeisvanonderspanning,brandthetLEDdisplay„BATT“in
het oranje.
Rood: Wanneerhettoteenvolledigeontladingkomt,brandtdeLED „BATT“inhet
rood. Dan schakelt de regelaar de last automatisch uit en moet de accu eerst weer
door zonnestralen opgeladen worden.
ZodraerweersprakeisvanspanningvandeaccubrandtdeLED„BATT“weerinhet
groen en wordt de uitgang weer geactiveerd.
-
LED display „LOAD“
Groen: Wanneerdelastuitganggeactiveerdis,brandtdeLED„LOAD“inhetgroen.
Rood langzaam knipperend: Wanneer de laststroom 60 seconden lang 1,25
keer hoger is dan de nominale stroom van de regelaar of wanneer de laststroom
5 seconden lang 1,5 keer hoger is dan de nominale stroom van de regelaar, dan
knippertdeLED„LAST“langzaaminhetrood.
Rood snel knipperend: Bijoverbelastingschakeltderegelaardevermogensafgifte
uit. In geval van een kortsluiting schakelt de regelaar de vermogensafgifte
onmiddellijkuitenknippertdeLED„LOAD“snel.
Om de lastaansluiting te controleren, verbreekt u het door de kortsluiting getroffen
onderdeelendruktudetoets„SET“éénkeerin.Delaadregelaarzalna30seconden
weer beginnen werken of de volgende dag weer normaal functioneren.
6. Bedrijfsmodi
De laadregelaar kan in 17 verschillende bedrijfsmodi functioneren. De uiteenlopende
mogelijkheden vindt u onder punt 6.
6.1 Instelprocedure:
Drukdedrukknop„SET“5secondenlanginomindeprogrammeermodustegeraken.
Op het display „WORK MODE“ vindt u een knipperend nummer.Telkenswanneer
dedrukknop„SET“nogmaalsingedruktwordt,verschijnternogeennummer.Druk
zolang totdat het door u benodigde nummer verschijnt. Zodra het LED nummer niet
meerknippert,isdeinstellingbeëindigd.HetLEDnummerbrandt telkenswanneer
de toets ingedrukt wordt.
6.2 Mogelijke modi:
- WORK MODE 0
Bijhetinvallenvandeduisterniswordtnaca.10min.deuitganggeactiveerd.Bijhet
aanbreken van de dag wordt na ca. 10 minuten de uitgang uitgeschakeld.
!
NL
zonne ener-
giemodul
accu lastuitgang
+
+
+
-
-
-

Summary of content (2 pages)