Operation Manual

GASAANSLUITINGEN
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Type toestel Enkelfasige voeding 230 V~
Type kabel Doorsnede
Gaskookplaat + elektrische oven Rubber H05 RR-F 3 x 1,5 mm
2
Soorten voedingskabel
L
N
Type toestel Enkelfasige voeding 230 V~
Type kabel Doorsnede
Gaskookplaat + gas oven Rubber H05 RR-F 3 x 0,75 mm
2
Soorten voedingskabel
2
1
3
4
5
L
N
A
Fig. 2
1/2
SLANGTUIT SLUITDOP
40 5
Het wordt aanbevolen om te controleren of het gas is afgesteld
op
het beschikbare type gas. De aansluiting op het gasnet moet
worden uitgevoerd volgens de geldende norm en in
overeenstemming met de geldende normen die de plaatsing van
een veiligheidskraan op het uiteinde van de netleiding voorschrijven.
Na voltooiing van de werkzaamheden voor het aansluiten van het
gas moet u de dichting van de verbindingen met water en zeep
controleren.
Het uiteinde van de aansluitpijp heeft een schroefdraad.
De mogelijke aansluitingen zijn:
Sommige modellen fornuizen kunnen worden aangepast voor een
de gasaansluiting links of rechts. Om de gasinlaat te verplaatsen
hoeft u slechts de sluitdop en de slangtuit te verwisselen. Als u
hiermee klaar bent moet u controleren of er geen gaslekken zijn.
- met behulp van een stijve ijzeren of koperen buis
- met behulp van een flexibele buis van roestvrij staal met
ononderbroken wand en mechanische aansluiting in
overeenstemming met de normen (maximale lengte van de
uitgerekte buis 2.000 mm).
De buis moet rechtstreeks op het kniestuk van het inlaatstuk
(zie fig. 2) worden aangesloten.
De aansluiting van het toestel op het elektriciteitsnet moet worden
uitgevoerd door gespecialiseerd personeel dat op de hoogte is
van de geldende veiligheidsnormen.
Het toestel moet volgens de wet worden geaard. Alvorens de
elektrische aansluiting tot stand te brengen moet u de efficiëntie
van de aarding controleren.
Controleer of de afslagschakelaar en de elektrische installatie
thuis geschikt zijn voor de belasting van het toestel.
Bij de aansluiting op het lichtnet moet tussen het toestel en het
net een aan de belasting aangepaste meerpolige schakelaar
worden geïnstalleerd met een minimumopening van de
contactpunten
van 3 mm, overeenkomstig de geldende normen.
De geel/groende aardgeleider mag niet door de schakelaar
worden onderbroken.
Belangrijk: de geleiders van de kabel hebben de volgende kleuren:
- geel/groen = voor de aarding " " (E)
- blauw = voor neutraal "N"
- bruin = voor de fase "L"
- De elektrische kabel mag niet in aanraking komen met delen met
temperaturen van meer dan 50°C boven de
omgevingstemperatuur.
- Bij gebruik van een stekker voor de aansluiting, moeten de op
de voedingskabel te monteren stekker en het stopcontact waarin
die zal worden gestoken van hetzelfde type zijn (in
overeenstemming met de normen).
VERVANGING VAN DE KABEL
Bij beschadiging van de kabel moet u hem als volgt vervangen:
- open de aansluitdoos zoals afgebeeld in de onderstaande figuur;
- draai schroef "A" die de kabel blokkeert, los;
- vervang de kabel met een andere, even lange, kabel en
overeenkomstig de in de tabel beschreven karakteristieken;
- de "geel/groene" aardgeleider moet op klem " " worden
aangesloten en circa 10 mm langer zijn dan de stroomgeleiders;
- de neutrale "blauwe" geleider moet op de klem met de letter "N"
worden aangesloten;
- de stroomgeleider moet worden aangesloten op de klem met
de letter "L".