A280
Keramische inbouwkookplaat Geachte koper! NL De keramische inbouwkookplaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Voor de verpakking van de apparaten zijn milieuvriendelijke materialen gebruikt, die zonder gevaar voor het milieu kunnen worden hergebruikt (gerecycleerd), gedeponeerd of vernietigd. De verpakkingsmaterialen zijn ook als milieuvriendelijk gemarkeerd. Gebruiksaanwijzing De gebruiksaanwijzing is voor de gebruiker bestemd. Hij geeft een beschrijving van het apparaat en de bediening.
Belangrijke waarschuwingen • Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden ingebouwd en op het elektriciteitsnet worden aangesloten. • Laat kleine kinderen nooit zonder toezicht als het apparaat aan staat. Verbrandingsgevaar! • Bij het koken of bakken kunnen oververhit vet of olie op de kookzone snel vlam vatten. Er bestaat verbrandings- en brandgevaar. Houdt daarom voortdurend toezicht bij het bakken. • Gebruik de kookzones niet om de ruimte te verwarmen.
Beschrijving van het apparaat 1. Kookzone linksachter 2. Kookzone linksvoor 3. Bedieningsmodule 4. Kookzone rechtsvoor 5. Kookzone rechtsachter 6.
Kookzones Voor het eerste gebruik Reinig de keramische kookplaat met een vochtige doek en een een sopje. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld schurende middelen, die krassen veroorzaken, pannensponsjes, roest- of vlekkenverwijderaars.
Pannen Tips voor het gebruik van pannen Gebruik pannen met een vlakke en stabiele bodem. • De warmtegeleiding is het beste als de bodem van de pan en de kookzone een gelijke doorsnede hebben en de pan midden op de kookzone is geplaatst. • Bij het koken in een vuurvaste of porceleinen schotel moet u de aanwijzingen van de fabrikant van de schotel in acht nemen. • Als u een snelkookpan gebruikt, blijf er dan bij totdat de juiste druk is bereikt. De kookzone werkt eerst met het maximale vermogen.
Bediening van de kookplaat • De kookplaat heeft elektronische sensors, die worden geactiveerd als u het gemarkeerde oppervlak minstens 1 seconde aantipt. • Elke activering van de sensortoetsen wordt bevestigd door een akoestisch signaal. • Plaats geen voorwerpen op het sensoroppervlak (dit kan een storingsmelding tot gevolg hebben). • Houd het sensoroppervlak altijd schoon. Inschakelen van de kookplaat • Tip de aan/uit toets (A) minstens 1 seconde aan.
Warmhoudfunctie van de kookzones • De warmhoudzone is bestemd om er pannen op weg te zetten met gerechten die al gekookt zijn, zodat ze warm blijven. • U schakelt de warmhoudfunctie in door de toets »-« (I) aan te tippen. Zo verschijnt de vermogensstand met de indicator . Uitschakelen van de kookzones • Kies de kookzone door de bijbehorende toets (H) aan te tippen. De decimale punt naast de indicator brandt (F1). • Door de toets «–» (I) aan te tippen stelt u het vermogen in op »0«.
Restwarmte-indicator Zodra de hete kookzone of de hele kookplaat wordt uitgeschakeld, verschijnt op de indicator: - “H” de kookzone is heet; - “h” de kookzone koelt af en is warm bij aanraken. De tijd dat het lampje brandt is berekend naar het vermogen en is afhankelijk van hoelang de individuele kookzone ingeschakeld was. Als het teken “H” of “h” verdwijnt, kan de kookzone in bepaalde gevallen (stroomuitval, u heeft een pan met een heet gerecht op de kookzone laten staan) nog steeds heet zijn.
Gerecht/ bereidingswijze hoeveelheid vermogensstand bereidingsduur (min) Soep/opwarmen 0,5 - 1 liter A7 - 8 4-7 Melk/opwarmen 0,2 - 0,4 liter A1 - 2 4-7 125g - 250g ong.
Extra kookzone (afhankelijk van het model Inschakelen van de variokookzone • In de gekozen kookzone (naast de vermogensindicator brandt de decimale punt) kunt u de extra verwarmingsring inschakelen door de toets (J) aan te tippen. Het controlelampje (E) naast de indicator brandt. • De vermogensstand wordt voor beide ringen samen ingesteld. • Als de kookzone nog een derde verwarmingsring heeft, schakelt u deze in door nogmaals op de sensor te drukken (J).
Timerfunctie (afhankelijk van het model) Het apparaat heeft de mogelijkheid van het gebruik van twee soorten timerfuncties: A Kookwekkerfunctie – het aftellen van de tijd zonder uitschakelfunctie. B Uitschakelfunctie – het aftellen van de tijd met uitschakelfunctie voor de afzonderlijke kookzones. A Kookwekkerfunctie – het aflopen van de tijd zonder uitschakelfunctie. De timer waarschuwt u dat de ingestelde tijd zonder de uitschakelfunctie is afgelopen.
Wijzigen van de ingestelde kooktijd • U kunt de kooktijd op elk gewenst moment tijdens de werking wijzigen. • Door de toets voor het instellen van de timer (D) aan te tippen kiest u de tijdaanduiding van de gewenste kookzone. Het bijbehorende controlelampje (K) brandt. • U stelt de nieuwe gewenste kooktijd in door de toetsen »+» of »-« (G of I) aan te tippen.
.De warmhoudzone uitschakelen - Tip de AAN/UIT-sensor (M) aan om de warmhoudzone uit te schakelen. Het controlelampje (N1) gaat uit. - De warmhoudzone kan ook worden uitgeschakeld door de activeringssensor (N) aan te tippen. Waarschuwing “warmhoudzone heet” - Als de warmhoudzone te heet wordt om aan te raken, zal het waarschuwingslampje (N2) gaan branden. - Het waarschuwingslampje blijft even nabranden, ook al is de warmhoudzone uitgeschakeld.
Afb. 2 Afb. 3 Afb. 4 Watervlekken kunt u verwijderen met een lichte azijnoplossing. U mag echter de randlijst (bij sommige modellen) hier niet mee schoonmaken, omdat deze dan zijn glans kan verliezen. Gebruik geen spuitbussen met bijtende middelen en reinigingsmiddelen voor het verwijderen van kalkaanslag (afbeelding 3). Ernstige verontreinigingen kunt u verwijderen met speciale middelen voor het reinigen van keramische kookplaten.
• De kookplaat is geschikt voor inbouw in een werkvlak op een keukenelement met een breedte van 600 mm en meer. • De voorste twee bevestigingselementen moeten na de montage van de inbouwkookplaat vanaf de onderkant toegankelijk zijn. • Keukenelementen die boven de kookplaat hangen moeten zo hoog gemonteerd worden, dat ze niet in de weg hangen bij het koken. • De afstand tussen de kookplaat en de afzuigkap moet overeenkomen met de in de gebruiksaanwijzing van de afzuigkap vermelde afstand.
Maten van de uitsparing voor de inbouwkookplaat • De kookplaat kan worden ingebouwd in een werkvlak met een dikte van 30 -50 mm. • Het onderste keukenelement mag geen lade hebben. Als het keukenelement een ingebouwd horizontaal tussenschot heeft, moet dat minstens 60 mm van de onderkant van het werkvlak verwijderd zijn. De ruimte tussen het tussenschot en de kookplaat moet leeg ziijn. U mag er geen voorwerpen in wegleggen.
• Schroef de bijgevoegde bevestigingselementen [1] met de bijbehorende schroeven [2] aan de onderkant van de kookplaat, waar hiervoor passende gaten zijn gemaakt [3]. • Voor het aandraaien van de bevestigingsklem ist het gebruik van schroeven van langer dan 6,5 mm niet toegestaan. • Sluit de kookplaat aan op het elektriciteitsnet (zie aanwijzingen voor het aansluiten van de kookplaat op het elektriciteitsnet).
• Wegens foute aansluiting kunnen onderdelen van het apparaat beschadigen. In dit geval heeft u geen recht op garantie! • Controleer of de spanning die op het typeplaatje vermeld is overeenkomt met de spanning van het elektriciteitsnet. De aansluitspanning van de gebruiker (230 V tegen N) moet door een vakman met een meetinstrument worden gemeten! • De aansluitkabel aan de achterkant van het apparaat moet zo worden geleid, dat hij niet met de achterwand van de kookplaat in aanraking komt.
Technische gegevens Typeplaatje A B C D E F G Serienummer Code Model Type Merk Technische gegevens Conformiteitsaanduidingen Type A280 Electrische aansluiting 2N AC 400 V Bedrijfsspanning 230 V, 50 Hz Schakelaars S=trapsgewijze schakelinrichting Kookzones (ø mm/kW) S =standaardverwarmingselement Links voor Links achter Rechts achter Rechts voor Totale aansluitspanning (kW) 210/175/120/2,3/S 145/1,2/S 265x170/2,4/S 145/1,2/S 7,1 303397 WE BEHOUDEN ONS HET RECHT VOOR TOT WIJZIGINGEN, DIE DE WE