User Manual

NL 13
Prikken
Gerechten met een vel of schaal, zoals eierdooiers, schaaldieren en fruit, barsten open in de
magnetron. Voorkom dit door er van te voren enkele keren met een vork of satéprikker in te
prikken.
Controleren
Gerechten garen snel. Controleer ze daarom regelmatig. Haal gerechten net voordat ze gaar zijn
uit de magnetron.
Nagaren
Laat gerechten, nadat u ze uit de magnetron hebt gehaald, over het algemeen 3 tot 10 minuten
afgedekt staan. De gerechten garen dan na. Gerechten met een droge korst, zoals cake, niet
afdekken.
Invriezen
Bij het invriezen kunt u al rekening houden met het ontdooien in de magnetron, door geen
aluminiumfolie of -bakjes te gebruiken en door plattere porties in te vriezen.
Koken van groente
Gebruik indien mogelijk verse groenten. Als groenten al wat slap zijn geworden doordat ze
te lang gelegen hebben kunt u ze een tijdje in koud water leggen, zodat ze zich weer vol
kunnen zuigen.
Gebruik voor het koken van groente een ruime schaal, zodat de schaalbodem bedekt wordt
met een niet al te dikke laag.
Kook groenten bij voorkeur met het reeds aanwezige water dat na het schoonspoelen
overblijft.
Dek de schaal altijd af met een deksel of magnetronfolie.
Voeg geen zout toe. De van nature in de groente aanwezige zouten geven meestal
voldoende smaak. Indien u toch zout toe wilt voegen, doe dat dan na het koken.
Kook groente zo kort mogelijk. Houd rekening met het nagaren.
Controleer met een satéprikker of vork of de groente gaar is.
Koken van vis
Vis moet geleidelijk gaar worden. Schakel daarom bij dunne vissen, vette vissen of kleine porties
een laag vermogen in (ongeveer 30%). In andere gevallen kunt u het vermogen gerust iets hoger
instellen. Houd wel rekening met nagaren. Vis is gaar als het ondoorschijnend is geworden.
KOOKTIPS