GEBRUIKSAANWIJZING VRIEZER VVO182
Wij danken u hartelijk voor het vertrouwen, dat u in ons heeft gesteld door de aankoop van dit apparaat. Wij wensen u veel plezier bij het gebruik! Het apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik. De vrieskast is bestemd voor gebruik in de huishouding, voor het invriezen van verse etenswaren en voor het langdurig bewaren van diepgevroren etenswaren (tot een jaar, afhankelijk van de soort etenswaren).
INHOUD INLEIDING 4 BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN 8 TIPS VOOR ENERGIEBESPARING BIJ KOEL-VRIESAPPARATEN 9 BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT 10 PLAATSING EN AANSLUITING BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT 11 BEDIENING VAN HET APPARAAT 14 INVRIEZEN EN BEWAREN VAN DE LEVENSMIDDELEN 14 15 15 16 16 Invries procedure Belangrijke waarschuwingen voor het invriezen Bewaren van gekochte diepvriesproducten Bewaartijd diepvriesproduct Ontdooien van diepvriesproducten 17 ONTDOOIING VAN HET APPARAAT 18 REINIGING VAN HET APP
BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN Kinderen, ouder dan acht jaar en personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke en verstanderlijke vermogens of met gebrekkige kennis en ervaring mogen het apparaat alleen gebruiken onder de juiste toezicht of als ze de juiste instructies hebben gekregen voor een veilig gebruik van het apparaat of zich bewust zijn van de gevaren, verbonden aan het gebruik van het apparaat. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Voor aansluiting op het elektriciteitsnet moet het apparaat ongeveer 2 uur in rust zijn om de mogelijkheid van onjuiste werking door invloed van het transport op het koelsysteem te verkleinen. Aansluiting op het elektriciteitsnet en aarding van het apparaat moeten gebeuren overeenkomstig de geldende standaarden en voorschriften. Bewaar in het apparaat geen explosieve stoffen zoals bussen aerosol met brandbaar drijfgas.
Voor de verpakking gebruiken wij milieuvriendelijke materialen die zonder gevaar voor de omgeving kunnen worden gerecycled, gestort of vernietigd. Het etiket met de basisgegevens van het apparaat bevindt zich in het interieur van het apparaat. Indien de taal op de sticker u niet schikt, vervang deze dan door de bijgeleverde sticker. WAARSCHUWING! Ventilatieopeningen van het apparaat of het inbouwelement moeten altijd schoon en toegankelijk zijn.
542154 Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING BIJ KOEL-VRIESAPPARATEN • • • • • • • • • • • • • 542154 8 Plaats het apparaat zoals in de gebruiksaanwijzing is beschreven. Open de deur niet vaker dan noodzakelijk is. Controleer af en toe of de lucht achter het apparaat vrij kan circuleren. De condensator aan de achterwand moet altijd schoon zijn (zie het hoofdstuk Reiniging van het apparaat). Vervang een beschadigd of niet goed sluitende dichting zo snel mogelijk. Bewaar levensmiddelen in gesloten dozen of goed verpakt.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT 1 1 Vriesruimte 2 Bewaarruimte 3 Bedieningseenheid 4 Condensbakje 2 3 4 542154 • De laden zijn beveiligd tegen uittrekken. Om ze uit het apparaat te nemen moet u ze uitrekken tot de blokkade, dan lichtelijk optillen om ze vervolgens geheel uit te trekken.
PLAATSING EN AANSLUITING KEUZE VAN DE PLAATS • Plaats het apparaat op een droge en geventileerde plaats. Het apparaat werkt optimaal bij onderstaande temperaturen. De klasse is aangegeven op het etiket met de basisgegevens van het apparaat. Klasse SN (ondernormaal) Temperatuur van +10°C tot +32°C N (normaal) van +16°C tot +32°C ST (subtropisch) van +16°C tot +38°C T (tropisch) van +16°C tot +43°C Waarschuwing: Plaats het apparaat in een voldoende grote ruimte.
BEDIENING VAN HET APPARAAT A C B D A Knop voor de temperatuur instelling, in-/uitschakeling van het apparaat en inschakeling van intensief invriezen B Lichtje brandt: intensief invriezen in werking C Lichtje brandt: apparaat staat onder spanning D Lichtje knippert: signaal voor te hoge temperatuur IN-/UITSCHAKELING VAN HET APPARAAT Inschakeling: draai de knop A van de thermostaat met de wijzers van de klok mee naar de dikkere markering.
KEUZE VAN DE TEMPERATUUR IN HET APPARAAT • De standen naar het dikkere gedeelte van de markering betekenen een lagere temperatuur in het apparaat (kouder), standen in het dunnere deel van de markering betekenen een hogere temperatuur (warmer). • Veranderingen in de omgevingstemperatuur hebben invloed op de temperatuur in het apparaat. Deze moet daarom aangepast worden door instelling van de thermostaat.
ALARM BIJ TE HOGE TEMPERATUUR Bij te hoge temperatuur in het apparaat wordt het alarm geactiveerd (het lampje D knippert). Als het vriesgedeelte weer voldoende is afgekoeld en er geen gevaar meer bestaat dat de levenswaren kunnen bederven, gaat het lampje automatisch uit. 542154 Bij eerste aansluiting heeft het apparaat een 24 uur vertraging op het alarm, aangezien het apparaat nog niet de werktemperatuur heeft bereikt. Dit voorkomt een onnodig activeren van het alarm.
INVRIEZEN EN BEWAREN VAN DE LEVENSMIDDELEN INVRIES PROCEDURE Bij overschrijding van de maximale hoeveelheid verse levensmiddelen (aangegeven op het etiket van het apparaat), verloopt het invriezen slechter, ook de kwaliteit van de ingevroren levensmiddelen gaat achteruit. • Draai 24 ur voor het invriezen de knop van de thermostaat op de vriesstand daarna de levensmiddelen in het vriesvak. .
BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN VOOR HET INVRIEZEN Vries alleen producten in, die daarvoor geschikt zijn, ze moeten goed en vers zijn. Kies de juiste verpakking en pak het eten goed in. De verpakking met goed dichten, opdat de levensmiddelen niet uitdrogen en vitaminen verliezen. Markeer het eten met gegevens over de soort, hoeveelheid en datum van het invriezen. Het is belangrijk het eten zo vlug mogelijk in te vriezen, maak kleine verpakkingen. Laat het eten voor het invriezen afkoelen.
BEWAARTIJD DIEPVRIESPRODUCT AANBEVOLEN BEWAARTIJD IN DE VRIESKAST Levensmiddelen Tijd fruit, ossenvlees van 10 tot 12 maanden groente, kalfsvlees, gevogelte van 8 tot 10 maanden wild van 6 tot 8 maanden varkensvlees van 4 tot 6 maanden gehakt 2 maanden brood, gebak, bereide gerechten, vis 2 maanden organen 2 maanden gerookte worst, vette vis 1 maand ONTDOOIEN VAN DIEPVRIESPRODUCTEN Door eten in te vriezen worden micro-organismen niet vernietigd.
ONTDOOIING VAN HET APPARAAT ONTDOOIING VAN DE KLASSIEKE VRIESKAST • Ontdooi de vriezer als zich 3-5 mm rijp of ijs vormt. • Activeer 24 uur voor het ontdooien het intensief vriezen, opdat de etenswaren extra koud worden (zie hoofdstuk »Invriesproces«). Neem de bevroren etenswaren uit de vriezer en zorg ervoor, dat ze niet kunnen ontdooien. • Zet het apparaat uit (zie Hoofdstuk In/uitschakelen van het apparaat), trek de aansluitkabel uit het stopcontact.
REINIGING VAN HET APPARAAT Koppel voor de reiniging het apparaat los van het net – (zie hoofdstuk In/uitschakeling van het apparaat) en trek de aansluitkabel uit het stopcontact. • Gebruik voor reiniging van alle oppervlakten een zachte doek. Reiniging met schuurmiddelen, zuren of oplosmiddelen is niet geschikt, aangezien dit het oppervlak kan beschadigen! Maak de buitenkant van het apparaat schoon met een zwakke zeepoplossing. Gelakte en aluminium oppervlakten kunnen worden gereinigd met wat afwasmiddel.
FOUTOPLOSSING Fout: Oorzaak en oplossing Na aansluiting op het net werkt het apparaat niet: • Controleer of er spanning staat op het stopcontact en of het apparaat is ingeschakeld. Het koelsysteem werkt al lange tijd onafgebroken: • Te hoge temperatuur van de omgeving. • Veelvuldig openen of langdurig openlaten van de deur. • Onjuist sluiten van de deur, controleer de dichting op beschadiging, misschien zit er iets tussen de deur enz. • Een te grote hoeveelheid verse etenswaren in de koelkast.
INFORMATIE OVER DE GELUIDSSTERKTE De koeling van de koelvriescombinatie gebeurt door het koelingsysteem met een compressor (bij sommige apparaten ook met een ventilator), dit veroorzaakt een bepaald geluid. De sterkte van dit geluid is afhankelijk van de plaatsing, het juiste gebruik en de ouderdom van het apparaat. • Na het aanzetten van het apparaat kan de compressor (of het geluid van ruisen van vloeistof) door het verplaatsen van de koelvloeistof iets luider werken.
nl (11-15) 542154/ VER 1 / 29-10-2015