Operation Manual

Werking (afb.5)
- Om het werkvlak in te schakelen, drukt u op toets (A). De
twee displays tonen stand 0 en duiden op de mogelijkheid
om de kookzones in te schakelen. Indien binnen 10
seconden geen enkele handeling verricht wordt, zal het
werkvlak automatisch uitgeschakeld worden.
- Om de gewenste zone in te schakelen, drukt u op de
betreffende toets (D1 of D2). De zone wordt ingeschakeld
in stand 9 en op hetzelfde moment zal de decimale punt
(F) getoond worden, die op de activering van de snelle
voorverwarmfunctie duidt. Drukt u nu op de betreffende
toets (E1 of E2), dan zal de zone ingeschakeld worden in
stand 4.
- Om een afzonderlijke zone uit te schakelen, drukt u op
de betreffende toets B. Het display zal de stand 0 aangeven.
Om het werkvlak uit te schakelen, drukt u op toets (A).
Indien de temperaturen van de zones hoger dan 50°C
zijn, zullen de displays de letter (H) tonen, tot volledige
afkoeling plaatsgevonden heeft.
N.B.: Het kookvlak is uitgerust met veiligheidsvoorzienin-
gen. Indien gelijktijdig meer toetsen geactiveerd worden,
of indien een toets per ongeluk langer dan 15 seconden
geactiveerd wordt, wordt het werkvlak uitgeschakeld en
verschijnt (F) op het display.
Werking (afb.6)
Bij de eerste inschakeling van het werkvlak ziet u dat het
controlelampje van de sleuteltoets brandt. Om deze te
deblokkeren, drukt u 2 seconden op toets B (afb.6).
Deze toets deactiveert de werking van sleuteltoets (B) en
is tevens herkenbaar aan het geluidssignaal.
Door op toets A (on/off-toets) te drukken, verschijnt 10
seconden lang een 0 op alle displays. Indien binnen 10
seconden geen enkele kookzone geselecteerd wordt,
wordt het werkvlak nog uitgeschakeld.
Door op één van de toetsen (-) E1/ E2 of (+) D1/D2 te
drukken, is het mogelijk de gewenste verhittingszone in te
schakelen.
Op het display kan het ingestelde vermogensniveau
weergegeven worden.
Door toets (+) ingedrukt te houden, toont het display
selectie 1. Indien toets (-) gebruikt wordt, toont het display
selectie 9. Met deze handeling kunt u de temperatuurin-
stellingen van de verhittingszones kiezen.
Het kan uitgeschakeld worden door 0 te selecteren met
toets (-), of door 3 seconden lang de toetsen + en -
gelijktijdig ingedrukt te houden.
- Indien beide platen langer dan 10 seconden geselecteerd
worden, neemt het werkvlak de stand OFF (A) aan.
Het werkvlak kan uitgeschakeld worden door hoofdtoets
A (on/off) aan te raken.
- Indien beide platen op 0 geselecteerd zijn, gaat het
werkvlak na 10 seconden uit.
- Indien een voorwerp op de bedieningsorganen geplaatst
wordt, wordt het werkvlak automatisch op de stand OFF
gezet.
- Wanneer een plaat op OFF gezet wordt, en de temperatuur
van het oppervlak van het werkvlak is hoger dan 50°, dan
zal een lichtsignaal “H” getoond worden nabij de
betreffende selectietoets. Dit zal blijven branden tot
volledige afkoeling plaatsgevonden heeft.
- Functie B blokkeert de werking van het vlak op het
moment van de selectie.
- Om het te activeren of te deactiveren, dient u uw vinger
gedurende ongeveer 2 seconden op sensor B te houden.
- De functie is actief wanneer controlelampje C brandt.
- Toets A maakt het mogelijk het werkvlak uit te schakelen,
zonder de sleutel te annuleren.
Booster-functie
Deze functie maakt het mogelijk gedurende een bepaalde
tijd het maximumvermogen te gebruiken.
- De functie van snelle voorverwarming wordt geactiveerd
door op toets (+) te drukken, wanneer het vermogensnive-
au 9 is.
- De activering wordt weergegeven door de decimale punt
(9.).
Is de Booster geactiveerd, dan moet u binnen 5 seconden
het vermogensniveau (1 - 8) kiezen met toets (-), waarnaar
het werkvlak moet terugkeren wanneer de (booster) functie
eenmaal afgelopen is.
- Deze functie wordt automatisch op zijn laatst na 7 minuten
automatisch gedeactiveerd.
- De tijd varieert op grond van het vermogensniveau (1-8)
dat ingesteld is nadat de functie geactiveerd is.
- Om de functie met de hand te deactiveren, drukt u 5
seconden nadat de functie geactiveerd werd, op de toetsen
(-) of (+).
DE FABRIKANT IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR SCHADE
DIE VOORTVLOEIT UIT HET NIET IN ACHT NEMEN VAN
DE BOVENSTAANDE VOORSCHRIFTEN.