Instructions
67
Binnentemperatuur hoog Binnentemperatuur/-luchtvochtigheid
Binnentemperatuur laag
Luchtvochtigheid binnen hoog
Luchtvochtigheid binnen laag
Windsnelheid Windsnelheid
Neerslagvandedag(sindsmiddernacht) Neerslag
2. Druk op de omhoog-knop (20) of omlaag-knop (21) om de waarde aan te passen, of houd de betreffende
knop ingedrukt om de waarde snel te veranderen. Het huidige alarm knippert gedurende het instelproces. Druk op
de knop ALERT om de gekozen waarde te bevestigen.
3Waarschuwingsalarm activeren of deactiveren
1. Druk op de knop ALERT (12) tot het betreffende alarm is geselecteerd.
2. Druk dan op de knop ALARM (13) om het alarm aan of uit te zetten.
3. Druk op de knop ALERT om naar de volgende alarminstelling van de lus te gaan.
4. Stel dit volgende alarm dan op dezelfde manier in als hierboven beschreven.
Alarm"HIAL"of"LOAL"aan
Geen weergave van de symbolen Alarm uit
5. Druk op een willekeurige knop op het frontpaneel om de alarm aan/uit-status op te slaan en terug te keren naar
de normale stand.
6. Het weerstation verlaat deze instelmodus na 5 seconden automatisch, als u binnen deze tijd geen knop hoeft in
te drukken.
Waarschuwingsalarmen hebben een instelbare maximum- en minimumwaarde. De symbolen "HI AL" en
"LOAL"wordenophetlcd-display(8)weergegeven.
g) Uitschakelen geactiveerd waarschuwingsalarm
Als er een waarschuwingsalarm wordt gegeven, klinkt de alarmtoon. Het kan als volgt worden gestopt:
- Als er geen handeling wordt uitgevoerd, stopt de waarschuwingstoon automatisch na 2 minuten. De displays
en symbolen blijven knipperen totdat de meetwaarden/displaywaarden weer buiten de ingestelde waarden van
de alarminstelling vallen.
- Druk op de knop ALARM / SNOOZE (4) of ALARM (12) om handmatig een waarschuwingsalarm uit te schake-
len. De indicatoren en symbolen blijven knipperen.
Een waarschuwingsalarm wordt opnieuw geactiveerd wanneer de waarden terugkeren naar het ingestelde
waarschuwingsbereik.