Instructions
73
1Wissen MAX/MIN-waarden
• Houd de knop MAX / MIN (5)2secondeningedruktomdeMAX/MIN-gegevensteresetten.Decijferaanduidingen
verdwijnen en u hoort twee korte pieptonen.
• Nieuwewaardenwordenweergegevenzodradoordebuitensensornieuwewaardenzijnontvangen.
h) Meetwaarden buiten het meetbereik
• Als de binnentemperatuur lager is dan -40 °C, geeft het lcd-display (8) "Lo" aan. Als de temperatuur hoger is dan
70 °C toont het lcd-display "Hi".
• Als de buitentemperatuur lager is dan -40 °C, geeft het lcd-display (8) "Lo" aan. Als de temperatuur hoger is dan
80 °C toont het lcd-display "Hi".
• Als de luchtvochtigheid binnen lager is dan 20%, geeft het lcd-display (8) "Lo" aan. Als de luchtvochtigheid hoger
is dan 90 %, geeft het lcd-display "Hi" aan.
• Optijdenwaarindebinnentemperatuurlagerisdan0°Cofhogerdan60°C,geefthetlcd-display(8)geenwaarde
voor de luchtvochtigheid aan. Er verschijnt "- -" in plaats van een luchtvochtigheidswaarde.
• Als de luchtvochtigheid buiten bij 0 % ligt, geeft het lcd-display (8) "Lo" aan. Als de luchtvochtigheid bij 100 % ligt,
geeft het lcd-display "Hi" aan.
i) Maanfasen
Het maanfasepictogram geeft de natuurlijke fasevolgorde van de maan en zijn uiterlijk schematisch weer. De maan-
fasesymbolen zijn verschillend voor het noordelijk en zuidelijk halfrond.
• Zorg ervoor dat de hemisfeerinstelling correct is ingesteld voor het gebied waar het weerstation zal worden gebruikt
(vergelijk paragraaf d) "Tijdsweergave en tijdinstelling" in hoofdstuk 11 "Bediening").
• Lees voor de betekenis van de afzonderlijke maanstandsymbolen het volgende overzicht:
Noordelijk halfrond Maanfase Zuidelijk halfrond
Nieuwemaan
Wassende maan
Eerste kwartier
Toenemende driekwart maan
Volle maan
Afnemende driekwart maan