Operation Manual

- -
11
2.2 HET GEBRUIK VAN CHEMICALIËN
2.2.1 Installatie
WAARSCUWING: Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen die worden aanbevolen voor
hogedrukreinigers. Vraag uw leverancier welke reinigingsmiddelen worden aanbevolen.
Gebruik geen bleekmiddelen, chlorine of enig ander middel dat zuur bevat.
Dit apparaat is uitgevoerd met een geïntegreerde reinigingsmiddelentank (zie afb.). Werk
onder lage druk bij het gebruik van reinigingsmiddelen!
De draaiknop wordt gebruikt om de aanzuiging te regelen.
1. verwijder het dopje van de reinigingsmiddelentank (achterop de machine).
2. Vul de tank met een geschikte reinigingsoplossing. Gebruik geen bleek, chlorine of
zuurhoudende middelen!
3. Zet de varionozzle op de laagste druk-stand door de kop van de nozzle naar voren te
trekken.
4. Het reinigingsmiddel zal zich automatisch met het water mengen en via de spuitkop
ontsnappen.
NOOT: WANNEER U DE VARIONOZZLE OP DE HOGE-DRUK-STAND ZET, WORDT ER
GEEN REINIGINGSMIDDEL MEEGEMENGD!
2.2.2 Reinigingstechniek
Voor veel reinigingsklussen met een hogedrukreinigers volstaat gewoon water; voor sommige
toepassingen is het evenwel beter een reinigingsmiddel toe te voegen. Een reinigingsmiddel
weekt het vuil los en geeft zo de hogedrukreiniger de mogelijkheid het vuil snel en grondig te
verwijderen.
Het reinigingsmiddel wordt onder lage druk verspreid, wat borg staat voor een zorgvuldige
toepassing. Lage druk wordt ook aanbevolen om bijvoorbeeld een oppervlak met een
waslaag af te spoelen. Werken met de hogedrukreiniger onder lage druk kunt u vergelijken
met het werken met een tuinslang. Voor sommige toepassingen (ter beoordeling van uzelf!) is
het beter onder lage druk te werken.
2.2.3 De werking afronden
Wanneer u klaar bent met het gebruik van het reinigingsmiddel, laat dan schoon water door
de slang lopen tot hij grondig is gereinigd. Wanneer u dit nalaat kan het injectiesysteem
worden aangetast of verstopt raken en niet meer werken.