Operation Manual

8
5 Werking
Controleer de kachel voor gebruik uitgebreid op beschadigingen.
Stel een beschadigde kachel nooit in werking!
Stel vast dat de te verwarmen ruimte voldoende geventileerd is,
vrij van stof en vuil en dat er zich geen brandbare materialen in be-
vinden. Voor voldoende ventilatie zie hfdst. 2: Ventilatie.
Zet de gasfles stabiel achter de kachel. Nooit de gasfles vóór de
kachel zetten! Neem voor details over de gasfles contact op met uw
leverancier.
Controleer eerst of de uitgaande druk van de gasregelaar en de
gegevens van de gasslang overeenkomen met de specificaties op
het typeplaatje van de kachel. Gebruik uitsluitend de door de fabri-
kant bijgeleverde slang en regelaar, of een door hem geleverde ver-
vanger. De gasslang moet een natuurlijke vorm hebben en geen
bochten of knikken vertonen. Aanbevolen lengte: 1,5 meter.
Schroef de gasslang met een steeksleutel nr. 17 (HK10&15) of
19 (HK30, HK30A & HK40) stevig op de regelaar. Draai nu de rege-
laar stevig op de afsluiter van de gasfles; zorg ervoor dat er een
rubbertje tussen deze koppeling zit! Draai hem na met een baco.
Schroef tenslotte de gasslang met een steeksleutel nr. 17 op het
aansluitpunt van de EUROM HK gaskachel. Controleer alle aanslui-
tingen op lekkage, zie: Controle op gaslekkage.
Steek de stekker in een passend stopcontact (230V) met rand-
aarde.
Druk de AAN/UIT-schakelaar op de AAN-stand (I).Laat de motor
minstens dertig seconden lopen om te controleren of de ventilator
goed werkt en om evt. achtergebleven gas van het laatste gebruik te
verwijderen.
Open langzaam de afsluiter op de gasfles. Controleer op gaslek-
kage.
Druk nu de knop van de gasklep op de kachel in en houdt hem
ingedrukt. Druk tegelijk herhaaldelijk de ontstekingsknop in tot de
brander aanslaat.
Als de brander werkt, de knop van de gasklep nog minstens vijf
seconden ingedrukt houden en dan loslaten. De kachel zal zijn wer-
king nu voortzetten.