Operation Manual

3
2. Bevestig de montagesteun aan de wand. Let erop dat de steun
loodrecht hangt! Is een lichte afwijking onvermijdelijk, dan mag deze
zeker niet meer dan 5° bedragen. De meest geschikte hoogte is 80 cm.
boven de grond.
 boor 4 gaten van 12 mm op de bevestigingsplaats, volgens de
bijgevoegde tekening.
 Gebruik de vier meegeleverde keilbouten om de steun aan de wand
te bevestigen. Voor elke schroef een plug en een veerring gebruiken!
3. Bevestig de haspel op de steun.
 bevestig onderdeksel met twee schroeven op de montagesteun (1)
 schuif dan de haspel op de steun (2)
 en bevestig tenslotte het topdeksel (3)
4. Sluit nu de wateraanvoerslang aan op de kraan. De haspel is nu volledig
geïnstalleerd en kan 180° draaien.
5 Gebruik
Trek de slang uit tot de gewenste lengte: als u ophoudt met trekken zal de
slang automatisch blokkeren. Door vervolgens even een rukje aan de slang
te geven zal hij automatisch beginnen op te rollen. Dat kunt u dan weer
onderbreken door weer aan de slang te trekken, enz.
Om de slang vlot te laten oprollen verdient het aanbeveling minstens 25%
van de lengte af te rollen. Om de slang mooi egaal in de haspel te op te
slaan kunt u zo nu en dan de slang tot de gele waarschuwingsmarkering
uittrekken en hem dan weer in z’n geheel in de haspel laten rollen.
Waarschuwing: * houd de slang altijd vast tot hij helemaal in de haspel
is gerold.
* Als de slang helemaal tot de gele markering (1 meter
voor het einde) is uitgerold, trek er dan niet met teveel
kracht aan; ook niet om hem weer op te laten rollen.