Operation Manual

07. INSTALLATIE-INSTRUCTIES
16
Voordat men overgaat tot de installatie is het noodzakelijk de volgende aanwijzingen in acht te nemen:
Bepaal de definitieve plaats voor de kachel en dan:
Zorg voor de verbinding met het rookkanaal voor het uitstoten van de rookgassen
Zorg voor de toevoer van externe lucht (verbrandingslucht)
Zorg voor de aansluiting op de elektriciteitsvoorziening en de aarding van het systeem
Het elektrische systeem van de ruimte waar de kachel wordt geïnstalleerd moet worden geaard, anders zouden er storingen
van het bedieningspaneel kunnen plaatsvinden.
Plaats de kachel op de vloer in een gunstige positie voor de aansluiting op het rookkanaal en in de nabijheid van de toevoer
verbrandingslucht.
Het apparaat moet geïnstalleerd worden op een vloer met een voldoende belastingsvermogen.
Indien de bestaande bouw niet voldoet aan deze eis, moeten passende maatregelen genomen worden (bv. plaat voor de
distributie van de belasting).
Alle structuren die bij blootstelling aan overmatige hitte vlam kunnen vatten moeten tegen de hitte beschermd moeten.
Houten vloeren of van ontvlambaar materiaal moeten beschermd worden met niet ontvlambaar materiaal (bijvoorbeeld:
een 4 mm dikke plaat of keramisch glas).
De installatie van het apparaat moet de eenvoudige toegang voor de reiniging van het apparaat zelf, de afvoerbuizen van
de rookgassen en het rookkanaal waarborgen.
Het apparaat is niet geschikt voor installatie op een gedeeld rookkanaal.
De kachel onttrekt tijdens de werking een hoeveelheid lucht aan de ruimte van installatie; deze ruimte moet derhalve
beschikken over een toevoer van externe lucht op de hoogte van de pijp aan de achterzijde van de kachel. De voor de
afvoer van de rookgassen te gebruiken buizen moeten specifiek voor pelletkachels zijn: vervaardigd in gelakt staal of
roestvrij staal, diameter 8 cm, met geschikte pakkingen.
De toevoer "verbrandingslucht" 80mm) moet naar een buitenmuur leiden of naar wanden met aanliggende kamers die
beschikken over een toevoer van externe lucht (Φ 80mm) en die niet gebruikt worden als slaapkamer of badkamer of ruimtes
met brandgevaar zoals schuren, garages, opslag van brandbaar materiaal, enz. De luchttoevoeren moeten zodanig worden
uitgevoerd dat deze niet vanaf de binnen- of buitenkant belemmerd kunnen worden en moeten beschermd worden met een
rooster, metaalgaas of een andere geschikte bescherming die echter de minimale doorsnede niet mag verminderen.
Wanneer de kachel wordt geplaatst in omgevingen en omringd wordt door brandbare materialen (bijvoorbeeld meubilair,
houten bekledingen enz.) moeten de volgende afstanden worden bewaard: "Zie typeplaatje kachel".
De installateur moet rekening houden met de openingen van de convectielucht tijdens de installatie van hoekkachels
en luchtwegen in de structuur die de kachel zal huisvesten aanbrengen.
A = 740 cm²
B = 366 cm²