Operation Manual

13. ELEKTRONICA MICRONOVA MET RADIOCONTROLE
77
13.3 Functies van de gebruiker
Hieropvolgend wordt de normale werking beschreven van de op een convectiekachel geïnstalleerde besturingseenheid, onder
verwijzing naar de voor de gebruiker beschikbare functies. De onderstaande aanwijzingen verwijzen naar de met de optie
chronothermostaat uitgeruste besturingseenheid. In de volgende paragrafen wordt verder de technische programmeringsmodus
besproken.
Vóór het inschakelen van de kachel moet het display overeenkomen met de afbeelding 16.
afb. 16
13.3.1 Inschakeling van de kachel
Druk voor het inschakelen van de kachel gedurende enkele seconden op P3. De inschakeling wordt op het display gesignaleerd, zoals
in afbeelding 17.
afb. 17
13.3.2 Startfase
De kachel voert op volgorde de startfasen uit, in overeenkomst met de in de parameters bepaalde modi die de niveaus en de timing
ervan controleren.
13.3.3 Mislukte ontsteking
Na het verstrijken van de tijd PR01, indien de temperatuur de minimum toegestane waarde nog niet heeft bereikt, parameter PR13,
bereikt met een gradiënt van 2°C/min, gaat de kachel over naar de alarmstatus.
13.3.4 Functionerende kachel
Wanneer de startfase op positieve wijze beëindigd is, gaat de kachel over naar de werkmodus die de normale werkwijze
vertegenwoordigt. Als de temperatuur van de rookgassen hoger is dan PR15 worden de warmtewisselaars ingeschakeld. De
warmtewisselaars 2 en 3 worden alleen ingeschakeld indien ze geactiveerd zijn.
afb. 18
ROOK
klok
omgevingstemperatuur
dialoog
vermogen
klok
omgevingstemperatuur
dialoog
vermogen
klok
omgevingstemperatuur
dialoog
vermogen