Operation Manual

13. ELEKTRONICA MICRONOVA MET RADIOCONTROLE
78
13.3.5 Wijziging van de instelling omgevingstemperatuur
Voor de wijziging van de omgevingstemperatuur is het voldoende te handelen op de toetsen P1 en P2. Het display de huidige status
van de SET temperatuur, afbeelding 19.
afb. 19
13.3.6 Gebruik van de externe thermostaat/chronothermostaat
Indien men een externe omgevingsthermostaat wenst te gebruiken moet men deze aansluiten op de klemmen TERM (connector CN7
pin 7-8).
externe thermostaat: op de kachel een SET temperatuur instellen gelijk aan 7°C.
externe chronothermostaat: op de kachel een SET temperatuur instellen gelijk aan 7°C en op het menu 03-01 de
functionaliteit chrono uitschakelen.
De activering van de kachel vindt plaats met de ingeschakelde kachel bij het sluiten van het contact.
13.3.7 De omgevingstemperatuur bereikt de ingestelde temperatuur (SET temperatuur)
Wanneer de omgevingstemperatuur de ingestelde waarde heeft bereikt, of de temperatuur van de rookgassen heeft de waarde van
PR13 bereikt, wordt het verwarmingsvermogen automatisch teruggebracht naar de minimale waarde, conditie MODULATIE, zie
afbeelding 20.
afb. 20
Indien de STAND-BY modus geactiveerd is, zal de kachel uitschakelen met een vertraging zoals bepaald met PR44, na het bereiken
van de SET temperatuur. De herstart vindt plaats nadat zich de volgende voorwaarde voordoet: Tomgeving > (TSET + Pr43)
13.3.8 Reiniging vuurpot
Tijdens het normale bedrijf in de werkmodus, wordt met door parameter PR03 vastgestelde tussenpozen en gedurende de met
parameter PR12 ingestelde tijd de modus "REINIGING VUURPOT" geactiveerd.
dialoog
klok
omgevingstemperatuur
dialoog
vermogen
klok
omgevingstemperatuur
dialooog
vermogen
ingestelde waarde