Operation Manual

09. ELEKTRONICA MICRONOVA MET LED-DISPLAY
31
PROGRAMMA 2 INSCHAKELING/UITSCHAKELING (middag)
UT08 -UT9
Met deze twee parameters wordt het tijdstip van PROGRAMMA 2 voor de inschakeling en de uitschakeling van de
werking van de kachel ingesteld. De instelling is actief wanneer de parameter UT01 is ingesteld in de dagelijkse of
wekelijkse modus.
UT010
Met UT10 worden de dagen ingesteld waarop PROGRAMMA 2 (ON) moet worden toegepast en de dagen waarop het NIET MOET
WORDEN TOEGEPAST (OFF). Deze parameter is actief en neemt een betekenis aan wanneer de parameter UT01 is ingesteld in de
wekelijkse modus.
Met de toets P2
kiest men de dag van de week en met toets P1
wordt deze geactiveerd
(ON)/uitschakelen(OFF) de inschakeling/uitschakeling van de kachel volgens PROGRAMMA 2 (middag). In het volgende
voorbeeld vindt de inschakeling van de kachel alleen 's middags op werkdagen plaats.
Dag 1
Maandag
Dag 2
Dinsdag
Dag 3
Woensdag
Dag 4
Donderdag
Dag 5
Vrijdag
Dag 6
Zaterdag
Dag 7
Zondag
On 1 On 2
On 3 On 4 On 5 Off 6 Off 7
Hetzelfde geldt voor UT11 - UT12 - UT13 - UT14 - UT15 - UT16.
Bijvoorbeeld: PROGRAMMERING TIMER
UT01 --- INSTELLING HUIDIGE DAG (DAG 7 = ZONDAG)
PROGRAMMA1
UT05 --- I" INSCHAKELING
(bv. 07,00 uur)
UT06 --- I" UITSCHAKELING
(bv. 09,00 uur)
UT07 --- BEVESTIG DAGEN (bv. Dag 1 -off / Dag2-off/Dag3-off/Dag4-off/Dag5-off/Dag6-on/Dag7-on)
PROGRAMMA 2
UT08 --- Ii" INSCHAKELING
(bv. 18,00 uur)
UT09 --- II" UITSCHAKELING
(bv. 24,00 uur)
UT10 --- BEVESTIG DAGEN (bv. Dag 1 -on/ Dag2-on/Dag3-on/Dag4-on/Dag5-on/Dag6-off/Dag7-off)
09.5 Signalering van de alarmen
In geval van een gestoorde werking beschikt de kaart over een controlesysteem dat de gebruiker door middel van het display
informeert waar de storing heeft plaatsgevonden. Door te drukken op de toets P4 is het mogelijk het opschrift op het
display te RESETTEN.
Alarm Weergave display
Sonde temperatuur rookgassen
ALARM SOND FUMI
Oververhitting rookgassen
ALARM HOT TEMP
Mislukte ontsteking ALARM NO FIRE
Geen elektriciteitsvoorziening
ALARM COOL FIRE
Thermostaat algemene beveiliging ALARM SIC
Verstopte schoorsteen
ALARM DEP
Defect ventilator afzuiging rookgassen
ALARM FAN FAIL
Toelichting van de betekenis van deze alarmen:
09.5.1 Alarm sonde rookgassentemperatuur
Het alarmsignaal treedt op in geval van breuk of loskoppeling van de sonde voor het detecteren van de temperatuur van de
rookgassen. Tijdens het alarm wordt de snelheid van de ventilator rookgassen en van de warmtewisselaar naar de maximale
waarde gebracht en wordt de toevoer van pellets onderbroken door de motor van de schroef uit te schakelen. Na 10 minuten
wordt ook de ventilator uitgeschakeld.
09.5.2 Alarm oververhitting rookgassen
Het alarmsignaal treedt op in geval de sonde rookgassen een temperatuur boven de 220°C waarneemt. De melding ALARM HOT
TEMP verschijnt. Tijdens het alarm wordt de toevoer van pellets onderbroken door de motor van de schroef uit te schakelen en
de snelheid van de ventilator rookgassen wordt naar de maximale waarde gebracht; na 10 minuten wordt ook de ventilator
uitgeschakeld.