Operation Manual

Versie NL 09/2013 Pagina 6
van 21
De bodem van uw pan dient glad te zijn, vlak op het glas te staan en dezelfde afmeting te hebben als de kook zone.
Gebruik pannen die even groot zijn als de afbeelding van de geselecteerde zone. Met een pan die net iets breder is dan
de geselecteerde zone haalt u een maximaal rendement uit de gebruikte energie. Een pan die iets kleiner is dan de
gekozen kook zone is minder efficiënt dan kan worden verwacht. Een pan waarvan de bodem een doorsnede van
minder dan 14 cm heeft kan mogelijk niet worden gedetecteerd door de kookplaat. Zet uw pan altijd in het midden
van de kook zone.
Til pannen altijd van de inductie kookplaat af. Glijden kan krassen op de glasplaat veroorzaken.
Pan afmeting
De kook zones worden, tot een maximum, automatisch aangepast aan de diameter van de pan. De bodem van deze
pan moet echter een minimale doorsnede hebben volgens de bijbehorende kook zone. Om het beste rendement van
uw kookplaat te verkrijgen, plaatst u de pan in het midden van de kook zone.
Gebruik
Beginnen met koken
1. Druk op de AAN/UIT knop.
Nadat u de kookplaat heeft aangezet klinkt de zoemer één keer en verschijnt “00”, bij
de verwarmingszone keuzetoetsen verschijnt “ of “ of , wat aangeeft dat
de kookplaat nu stand-by is.
2. Plaats een geschikte pan op de kook zone die u wenst
te gebruiken.
Zorg dat de onderkant van de pan en de kook zone
schoon en droog zijn.
3. Selecteer een kook zone door op een selecteerknop
te drukken en een indicatielampje gaat knipperen.
Kook zone
De basis diameter van de inductie pan
Minimum (mm)
Maximum (mm)
1,2,3,4 140 220
Flexibele zone
200 220x400
EKI46-BFLEX