Gebruiksaanwijzing Digitale Multimeter Extech 420
Inleiding Gefeliciteerd met uw aanschaf van de Extech EX420 Multimeter met automatische bereikkeuze. Deze meter meet wissel/gelijkspanning, wissel/gelijkstroom, weerstand, capaciteit, frequentie, inschakelduur, diodetest en continuïteit, plus thermokoppeltemperatuur. Bij een juist gebruik en goed onderhoud zal deze meter u jarenlang van dienst zijn met betrouwbare metingen.
VOORZICHTIG • Onjuist gebruik van deze meter kan schade, electrische schokken, verwonding of dood veroorzaken. Verwijder altijd de testsnoeren vordat u de batterijen of zekeringen vervang • Controleer de testsnoeren en de meter op tekenen van beschadiging voordat u de meter in gebruik neemt. Repareer of vervang beschadigde onderdelen voordat u het apparaat gebruikt. • Wees bijzonder voorzichtig wanneer u metingen verricht bij spanningen hoger dan 25VAC of 35VDC.
OVERSPANNINGSCATEGORIE III Deze meter voldoet aan de eisen van IEC 610-1-2001 voor OVERSPANNINGSCATEGORIE III. Meters van Cat. III zijn beveiligd tegen overspanningen in de vaste stroomvoorziening op distributieniveau. Examples include switches in the fixed installation and some equipment for industrial use with permanent connection to the fixed installation. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze meter is ontworpen om veilig gebruikt te kunnen worden.
Bedieningstoetsen en ingangen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. LCD-scherm met 4000 tellingen HOLD SELECT-toets Functieschakelaar mA, uA en A ingangen COM ingang Positieve ingang RANGE vastzettoets RELATIVE-toets Toets schermverlichting Beschermhoes Opmerking: De kantelbare standaard en het batterijcompartement bevinden zich aan de achterkant van het apparaat.
Bedieningsinstructies WAARSCHUWING: Risico van elektrocutie. Hoogspanningscircuits, zowel AC als DC, zijn erg gevaarlijk en moeten met grote voorzichtigheid gemeten worden. 1. Draai ALTIJD de functieschakelaar op de OFF-stand wanneer de meter niet in gebruik is. 2. Als de aanduiding "OL" op het scherm verschijnt tijdens een meting overschrijdt de waarde het bereik dat u geselecteerd heeft. Stel de meter dan in op een hoger bereik.
WISSELSPANNINGSMETINGEN (AC) (FREQUENTIE, INSCHAKELDUUR) WAARSCHUWING: Risico op electrische schokken. De testpunten zijn mogelijk niet lang genoeg om de delen waar spanning op staat in sommige 240V stopcontacten aan te raken, omdat de contactpunten te diep in het stopcontact gelegen zijn. Daarom kan het zijn dat het apparaat een voltage van 0 volt aangeeft terwijl er wel spanning op het stopcontact staat.
WISSELSTROOMMETINGEN (AC) (FREQUENTIE, INSCHAKELDUUR) VOORZICHTIG: Meet geen stroom op de 20A-schaal gedurende langer dan 30 seconden. Het overschrijden van deze 30 seconden kan schade aan de meter en/of de testsnoeren veroorzaken. 1. Steek de banaanstekker van het zwarte testsnoer in de negatieve COM-ingang. 2. Voor stroommetingen tot aan 4000µA zet u de functieschakelaar op de gele µA-stand en steekt u de banaanstekker van het rode testsnoer in de µA/mAingang. 3.
CONTINUÏTEITSTEST WAARSCHUWING: Meet nooit de continuïteit van circuits of draden die onder spanning staan, om elektrische schokken te voorkomen. 1. Zet de functieschakelaar op de groene positie. 2. Steek de banaanstekker van het zwarte testsnoer in de negatieve COM-ingang. Steek de banaanstekker van het rode testsnoer in de positieve Ω ingang. 3. Druk op de SELECT-toets totdat de aanduiding op het scherm verschijnt. 4. Raak met de testpunten het circuit of de draad die u wilt testen aan. 5.
CAPACITANCE MEASUREMENTS WAARSCHUWING: Sluit de stroom af van het apparaat dat u wilt testen en ontlaad alle condensators voordat u capaciteitsmetingen verricht. Verwijder batterijen en haal stekkers uit het stopcontact. 1. Zet de functie-draaiknop op de groene stand. 2. Steek de banaanstekker van het zwarte testsnoer in de negatieve COM-ingang. Steek de banaanstekker van het rode testsnoer in de positieve ingang. 3. Raak met de testsnoeren de condensator die u wilt testen aan. 4.
CONTACTTEMPERATUURMETINGEN 1. Zet de functieschakelaar in de zwarte K-type ºC or ºF positie. 2. Steek de temperatuursensor in de ingangen, en houd daarbij rekening met de polariteitsaanduidingen. 3. Raak met de punt van de temperatuursensor de onderdelen waarvan u de temperatuur wilt meten aan. Houd de sensor tegen het te testen onderdeel aan totdat de aflezing stabiliseert (ca. 30 seconden). 4. Lees de temperatuur af op het scherm. Opmerking: De temperatuursensor is voorzien een K-type miniconnector.
AUTOMATISCHE/HANDMATIGE BEREIKKEUZE Wanneer de meter voor de eerste keer ingeschakeld wordt, wordt hij automatisch in de automatische bereikkeuze-modus gezet. Wanneer de meter voor de eerste keer ingeschakeld wordt, wordt hij automatisch in de automatische bereikkeuze-modus gezet. Volg de volgende aanwijzingen op voor metingen waarvoor het bereik handmatig ingesteld moet worden: 1. 2. 3. Druk op de RANGE-toets. De AUTO-indicator verdwijnt van het scherm.
Specificaties Functie Bereik Gelijkspanning 400mV Resolutie 0.1mV 4V 40V 400V 1000V 0.001V 0.01V 0.1V 1V 400mV 0.1mV 4V 40V 400V 750V 0.001V 0.01V 0.1V 1V Nauwkeurigheid ±(0.3% reading + 2 digits) ±(0.5% aflezing + 2 digits) ±(0.8% aflezing + 3 digits) 50 to 400Hz 400Hz to 1kHz Wisselspanning Gelijkstroom 400μA 0.1μA 4000μA 40mA 400mA 4A 20A 1μA 0.01mA 0.1mA 0.001A 0.01A 400μA 0.1μA 4000μA 40mA 400mA 4A 20A 400Ω 1μA 0.01mA 0.1mA 0.001A 0.01A 0.1Ω ±(1.5% aflezing + 15 digits) ±(2.
Functie Frequentie Inschakelduur Bereik Resolutie Nauwkeurigheid 5.000Hz 0.001Hz ±(1.5% aflezing + 5 digits) 50.00Hz 0.01Hz 500.0Hz 0.1Hz 5.000kHz 0.001kHz ±(1.2% aflezing + 2 digits) 50.00kHz 0.01kHz 500.0kHz 0.1kHz 5.000MHz 0.001MHz ±(1.5% aflezing + 4 digits) 10.00MHz 0.01MHz Gevoeligheid: 0.8V rms min. @ 20% to 80% inschakelduur en <100kHz; 5Vrms min @ 20% tot 80% inschakelduur en > 100kHz. 0.1 to 99.9% 0.1% ±(1.
Onderhoud WAARSCHUWING: Ontkoppel de meter van alle circuits, verwijder de testsnoeren uit de ingangen, en schakel de meter UIT voordat u de behuizing opent, om elektrische schokken te voorkomen. Gebruik de meter niet met een open behuizing. Deze Multimeter is ontworpen om u jarenlang van dienst te zijn met betrouwbare metingen, als u de volgende onderhoudsinstructies opvolgt: 1. HOUD DE METER DROOG. Droog het apparaat onmiddellijk af als het nat wordt. 2.
VERVANGING VAN ZEKERINGEN WAARSCHUWING: Ontkoppel de meter van alle circuits, verwijder de testsnoeren uit de ingangen, en schakel de meter UIT voordat u de behuizing opent, om elektrische schokken te voorkomen. Gebruik de meter niet met een open behuizing. 1. Koppel de testsnoeren los van de meter. 2. Verwijder de rubberen beschermhoes. 3. Verwijder de klep van het batterijcompartement (twee “B” schroeven) en de batterijen. 4. Verwijder de zes “A” schroeven waarmee de klep aan de achterkant vastzit. 5.