Operation Manual

41
NEDERLANDS
NEDERLANDS
햳햴
RICHTLIJNEN VOOR DE DIAGNOSTIEKRICHTLIJNEN VOOR DE DIAGNOSTIEK
RICHTLIJNEN VOOR DE DIAGNOSTIEKRICHTLIJNEN VOOR DE DIAGNOSTIEK
RICHTLIJNEN VOOR DE DIAGNOSTIEK
Hier volgt een lijst met mogelijke alarmen, samen met de bijbehorende
uitleg/oplossing.
De SD-Keeper+Display geeft in het menu Diagnostics het alarmnummer en
de beschrijving weer.
Alleen de SD-Keeper toont het type alarm aan door middel van de
combinatie van knipperende leds (zie de afbeelding hiernaast).
ENERGIEBESP.
De 940SDM-kaart werkt op
batterijen met laag
energieverbruik
Hierbij is de achterverlichting van de SD-
Keeper uit en kan men niet meer door de
menu’s op het display schuiven
(zie instructies batterijenpakket)
De knoppen voor wijziging van de bedrijfswijze
zijn hoe dan ook actief
2
1 SNELH. VERAND.
De sluitsnelheid is gewijzigd Verricht een nieuwe SETUP
7
2 BAT. WERKING
De 940SDM-kaart werkt op
batterijen
De GROENE led op de batterijkaart is uit Als er geen netspanning is, is dit de normale
signalering van werking op de batterij.
Als er wel netspanning is, moet worden
gecontroleerd:
•of de zekering 5x20 T1A van de transformator
van de voedingsunit niet onderbroken is
•of de zekering F2 5x20 T1A op de 940SDM-
kaart niet onderbroken is
•of de aansluiting op het 220V~ net goed is
•of de connector J1 goed op de 940SDM-
kaart gestoken is
Als het alarm aanhoudt, de 940SDM-kaart
vervangen.
Als het alarm aanhoudt moet de transformator
worden vervangen.
3
3 GEFORC.
OPENING
Er wordt een poging gedaan
de deur geforceerd te
openen
Deze signalering verschijnt alleen als ANTI-
INTRUDER is ingesteld op STANDARD
3
7
4 BATT. LEEG
De batterij is leeg: bij
overgang van netspanning
naar batterij wordt de
verplaatsing in
noodgevallen niet
gewaarborgd
De RODE led op de batterijkaart brandt
permanent
Als het alarm langer dan een uur aanhoudt,
moet worden gecontroleerd:
•de verbindingen met de batterij
•of de batterijkaart goed geplaatst is
•of de zekering 5x20 T5A op de batterijkaart
niet onderbroken is
•de werking van de batterijen
Als het alarm aanhoudt, de batterijkaart
vervangen.
Als het alarm aanhoudt, de batterijen
vervangen.
4
BESCHRIJVING OORZAAK OPMERKINGEN ACTIES
LED
6 EMERG2 ACTIEF
Noodingang 2 actief Deze signalering verschijnt telkens wanneer het
noodcontact EMERG2 actief is; als voor deze
ingang de functie WITH MEMORY is
geselecteerd, blijft de signalering ook nadat
het contact niet meer actief is
Als de functie WITH MEMORY geselecteerd is
voor de ingang EMERG2, is een RESET nodig
nadat het contact hersteld is, om de signalering
te laten verdwijnen
3
4
7 EMERG1 ACTIEF
Noodingang 1 actief Deze signalering verschijnt telkens als het
noodcontact EMERG1 actief is; als voor deze
ingang de functie WITH MEMORY is
geselecteerd, houdt de signalering ook aan
wanneer het contact niet meer actief is.
Als de functie WITH MEMORY geselecteerd is
voor de ingang EMERG1, is een RESET nodig
nadat het contact hersteld is, om de signalering
te laten verdwijnen
3
4
7
8 OBSTAKEL OPEN
Er is driemaal achtereen een
obstakel gedetecteerd
tijdens opening
Deze signalering verschijnt alleen als de functie
OBSTACLE DETECTION - OPENING ->NO
STANDARD is geselecteerd
Verwijder het obstakel en verricht een RESET
voor herstel van de werking
8
9 OBSTAKEL
SLUITEN
Er is driemaal achtereen een
obstakel gedetecteerd
tijdens sluiting
Deze signalering verschijnt alleen als de functie
OBSTACLE DETECTION - CLOSING->NO
STANDARD geselecteerd is
Verwijder het obstakel en verricht een RESET
voor herstel van de werking
7
8
10
De grendel is geblokkeerd in
gesloten positie
Deze signalering verschijnt alleen als de
grendel geïnstalleerd is:
•zonder surveillance: de deur doet 3 pogingen
tot ontgrendeling en stopt vervolgens in een
conditie die alleen verlaten kan worden via
een RESET of met de knop voor
noodontgrendeling
•met surveillance: de deur stopt onmiddellijk in
een conditie die alleen verlaten kan worden
via een RESET of met de knop voor
noodontgrendeling
Controleer:
•of de kaart van de grendel goed geplaatst is
•de verbindingen van de grendel
•of de grendel goed werkt
•of het eventuele surveillancebouwpakket van
de grendel goed gemonteerd en aangesloten
is
Als het alarm ook na de RESET aanhoudt, moet
de grendelkaart en/of de grendel worden
vervangen
3
8
11
De grendel sluit niet Deze signalering verschijnt alleen als het
SURVEILLANCE BOUWPAKKET op LOCK
geïnstalleerd en geprogrammeerd is
Controleer:
•of de grendelkaart goed geplaatst is
•de verbindingen van de grendel
•of de grendel goed functioneert
•of het surveillancebouwpakket van de
grendel goed gemonteerd en aangesloten is
3
7
8
12
De voedingsspanning van de
motor is niet correct
De groene led +VMOT zijn uit Controleer:
•of de zekering F1 5x20 T6.3A op de 940SDM-
kaart niet onderbroken is
•of de connector J1 goed is ingestoken
4
8
13
Fotocel 2 defect Deze signalering verschijnt alleen als de functie
FAILSAFE actief is en er 2 fotocellen
geconfigureerd zijn
Controleer:
•of fotocel 2 goed wordt gevoed
•de verbindingen van fotocel 2
•of fotocel 2 niet beschadigd is en goed
functioneert
4
7
8