Operation Manual
31
200
200
30
37,5
30
30
B
A
NEDERLANDS
fig.54
21 A140 AIR H100-H140 ZELFDRAGEND
De A140 AIR Zelfdragend bestaat uit een steunprofiel en een ander
profiel dat de structuur zelfdragend maakt.
De dwarsbalk kan aan de twee uiteinden worden bevestigd met
behulp van de “Kit beugels voor zijbevestiging”.
Met het zelfdragende profiel aan de uiteinden bevestigd wordt
een lengte tot 3000 mm gegarandeerd; bij grotere lengten moet
de dwarsbalk ook daartussen worden bevestigd met trekbouten
in de daarvoor bedoelde gaten.
Dit profiel wordt gebruikt als de dwarsbalk niet volledig aan een
dragende structuur kan worden bevestigd, of als het oppervlak
niet effen is.
Zelfdragend profiel - bevestiging met zijbeugels
De dwarsbalk van het automatisch systeem met het
zelfdragende profiel kan aan de twee uiteinden worden
bevestigd met behulp van zijbeugels, fig.54.
•Bepaal waar de dwarsbalk precies moet komen, met
inachtneming van de afmetingen in fig. 54.
•Monteer het dragende profiel op het zelfdragende profiel
door de speciale trekschroeven erin te steken; draai de moeren
aan zonder ze vast te zetten.
Bevestig de zijplaten als volgt op de dwarsbalk:
•Zet de plaatjes op hun plaats en bevestig de zijplaten met
de drie bevestigingsschroeven M8, fig.55.
•Zet de trekschroeven met de bijbehorende moeren in de
speciale gaten vast.
•Bevestig de zijplaten met behulp van geschikte pluggen (niet
bijgeleverd).
Afhankelijk van de lengte van de dwarsbalk kan het nodig zijn
hem ook in het midden vast te zetten (aan de wand of aan
het plafond, afhankelijk de situatie):
bij een lengte van 3000 tot 4000 mm is een tussenbevestiging
noodzakelijk.
bij een lengte van 4000 tot 6100 mm zijn twee tussenbevestigingen
noodzakelijk.
Het wordt in ieder geval aangeraden ook bij een lengte van
minder dan 3000 mm de balk in het midden te bevestigen.
Zelfdragend profiel - bevestiging aan de wand
•Boor een aantal gaten in het zelfdragende profiel op de in fig.54
aangegeven punten, ongeveer 200mm van elkaar.
•Bepaal waar het zelfdragende profiel precies moet komen, met
inachtneming van de afmetingen in fig. 54 a.
De dwarsbalk moet evenwijdig aan de vloer worden
bevestigd.
•Bevestig een uiteinde van de zelfdragende dwarsbalk.
Licht de dwarsbalk op en zorg dat hij evenwijdig aan de vloer
is.
Bevestig het andere uiteinde.
Maak de balk in het midden vast door de dwarsbalk met kracht
omhoog te duwen om de drie bevestigingpunten op één lijn te
brengen, fig.54.