Operation Manual
L
12 < < < <
• Haal de bodemplaat uit de verbrandingskamer. (zie fig. 2.5)
• Plaats de zuignappen op het glas.
• Haal het afdichtkoord uit de sponning. (zie fig. 2.6)
• Schuif het glas naar boven, zodat de onderkant vrijkomt uit de sponning en haal nu
geleidelijk het glas naar binnen
en naar beneden. (zie fig. 2.7 en 2.8)
Het terug plaatsen van het glas gaat in de omgekeerde volgorde.
Verwijder alle Vingerafdrukken op het glas, deze zullen inbranden als de haard wordt
gebruikt.
6 Plaatsen van het decoratiemateriaal
Het is niet toegestaan ander of meer materiaal in de verbrandingskamer toe te voegen.
Zorg ervoor dat de waakvlam niet geblokkeerd wordt door decoratiemateriaal!
Gooi niet alle decoratiemateriaal in één keer op de brander; door de stofdelen kan deze
verstopt raken.
6.1 Houtset
• Verdeel de vermiculietkorrels bij voorkeur met de hand over de buisbranders in de
brandersleuf. Het oppervlak van de korrels mag iets boven de branderplaat
uitsteken maar moet over de hele lengte vlak zijn.
• Plaatst de houtset zoals voorgeschreven (zie fig. 4.1 of de houtsetkaart)
• Naar keuze kan er wel of geen chips in de verbrandingskamer worden toegepast.
Voorkom chips op de brander; dit geeft een laag vuurbeeld.
• Start de haard , zoals omschreven in de gebruikershandleiding. Beoordeel of de
vlamverdeling goed is.
• Plaats de glasplaat en controleer het vuurbeeld.
6.2 Kiezels
• Verwijder de branderplaten F (zie fig. 4.2)
• Plaatst de kiezels op de brander en de bodem. Verdeel de kiezels gelijkmatig tot
een dubbele laag. Het oppervlak van de kiezels mag iets boven de branderplaat
uitsteken(zie fig. 4.3)
• Plaats de glasplaat en controleer het vuurbeeld.