Installation Instructions
11 < < < <
NL BE
gerekend wordt
• de geveldoorvoer 1 meter gerekend wordt
Stuw:Indien van toepassing staat in deze tabel ook een stuwmaat vermeld. Deze stuw moet
bij plaatsing van het toestel in de verbrandingskamer worden gemonteerd. Standaard is de
kleinste stuw van 30 mm gemonteerd.
3.2.2 Uitmondingen
Controleer of de door u gewenste uitmonding voldoet aan de lokale installatienormen
aangaande hinder, goede werking en verdunning van de rookgassen (zie ook
"veiligheidsaanwijzingen voor de installateur"). Enige belangrijke eisen voor een goede
werking waarbij de gevelafvoer ten minste 0,5 m verwijderd moet zijn van:
• Hoeken van het gebouw
• Dakoversteken
• Balkons en dergelijke, tenzij de afvoer door loopt tot aan de voorzijde van het
overstekend deel
• Dakranden, met uitzondering van de nokrand
3.2.3 Bestaande schoorsteen
Het is mogelijk om van een bestaande schoorsteen gebruik te maken, indien aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Minimale doorlaat van het schoorsteen kanaal 150x150 mm
• De schoorsteen moet in goede staat zijn, dus geen lekkage en zeer goed gereinigd
• Gebruik de speciaal hiervoor bestemde dakdoorvoer en schoorsteenaansluitset
• De hartafstand tussen 2 uitmondingen bovendaks moet minimaal 45 cm zijn
• Voor de rookgasafvoer goedgekeurde flexibele RVS pijp van ø 100 mm gebruiken
• Bestaand schoorsteenkanaal voldoende wegbreken (±30 cm boven de haard)zodat
de aan- en afvoer kan worden aangesloten
Voor meer informatie over de afvoer van rookgassen en aansluitingen op bestaande
schoorsteenkanalen, zie Bijlage C.