Installation Instructions

> > > > 22
NL
BE
Bijlage C: Plaatsing aan-/afvoersysteem
Aansluiten door middel van concentrisch afvoermateriaal
Boor een gat van 153 mm ten behoeve van de gevel- of dakdoorvoer
Horizontale gedeelten moeten op afschot naar de haard toe geïnstalleerd worden (3
graden)
Bouw het systeem op vanaf de haard. Indien dit niet mogelijk is, is er de
mogelijkheid een schuifbaar tussenstuk op de haard te bevestigen;
Let op dat u de buizen in de juiste richting plaatst, de verjonging naar de haard toe
Zorg ervoor dat de buizen voldoende gebeugeld worden, zodat het gewicht van de
buizen niet op de haard komt te rusten
De buitenkant van de buis kan 140 °C worden. Houd daarom een afstand van
minstens 50 mm aan tussen de buitenkant van de concentrische pijpen en de wand
of plafond. Zorg eveneens bij doorvoer door de wand of plafond voor bescherming
door voldoende brandwerend materiaal te gebruiken
Door uitzetting en afkoeling kunnen de concentrische pijpen los raken. Het verdient
aanbeveling om, op plaatsen die na installatie onbereikbaar zijn, de klemband vast
te zetten met een parker
U kunt inkortbare concentrische pijp, geveldoorvoer of dakdoorvoer gebruiken. Om
een rookgasdichte verbinding te krijgen moet de binnenpijp na het inkorten 2 cm
onder de buitenpijp uitsteken
Aansluiten op een bestaand schoorsteenkanaal
U kunt de haard ook op een bestaande schoorsteen aansluiten. De bestaande schoorsteen
functioneert dan als luchttoevoer. Een door de schoorsteen getrokken flexibele RVS
(gastec QA) buis van 100 mm voert dan de rookgassen af.
Eisen:
Boven de haard moet voldoende ruimte vrij zijn om de aan-/afvoer aan te kunnen
sluiten
Het bestaande rookkanaal zorgt alleen voor luchtaanvoer naar deze haard
Het bestaande rookkanaal moet schoon zijn
Het bestaande rookkanaal moet dicht zijn
Het bestaande rookkanaal moet minimaal 150 x 150 mm zijn