Operation Manual
NL/BE
8 < < < <
Indien de inbouwnis van plaatmateriaal (bijv. Promatec) wordt opgebouwd
en er geen schouw wordt geplaatst:
• De ruimte in de nis naar boven toe laten ventileren en het toestel altijd
voorzien van een DC convectieset met roosters. Hierdoor blijft de
oppervlaktetemperatuur voldoende laag;
• De afwerklaag aan de buitenkant van de inbouwnis moet voldoende
temperatuurbestendig zijn, teneinde verkleuring te voorkomen. Daarom
wordt speciaal daarvoor bestemd pleistermateriaal aanbevolen;
• Laat de afwerklaag goed drogen: neem voor elke mm afwerklaag een
droogtijd van 1 dag. Dwz 4 mm afwerklaag = 4 dagen drogen;
• Indien een schoorsteenmantel van brandbaar materiaal wordt
gebruikt moet een minimum afstand zoals aangegeven in tabel 1,
punt D, worden aangehouden tot de haard.
4.2 14BEisen afvoerkanaal en uitmondingen
• Voor de aan- en afvoer moet u altijd gebruik maken van de door de
fabrikant meegeleverde materialen. Deze zijn met het toestel mee
gekeurd;
• Het toestel is van het type C11/C31. De gecombineerde aan- en afvoer
kan zowel door de gevel als door het dakvlak met een dakdoorvoer
worden aangebracht. Een horizontale versleping met bochten tot max. 6
meter toegestaan (afhankelijk van type en situatie).
• Bepaal aan de hand van figuur 2a of 2b en de tabel, afhankelijk van het
type en uitmonding, of de door u gewenste situatie mogelijk is. Bereken
hiervoor:
à Het hoogteverschil (werkelijke hoogteverschil bovenkant haard en
uitmonding).
à De totale horizontale lengte. Dit is de totale lengte van de buizen in
het horizontale vlak, waarbij voor:
− elke 90 gradenbocht in horizontale vlak 2 m gerekend wordt;
− elke 45 gradenbocht in horizontale vlak 1 m gerekend wordt;
− de bochten bij de overgang van horizontaal naar verticaal en
omgekeerd niets gerekend wordt;