Operation Manual

NL 83
Om een gasbrander te reinigen, neem eerst
de deksel 1 en vlamverdeler 2 af (afb. 13),
plaats ze in warm water met een toevoeging
van een reinigingsmiddel en vervolgens was
elk deel van de gasbrander.
Was de deksel met gebruik van een spons
of borstel en vlamverdelar – met een borstel
van kunstmatig materiaal of een zachte
draadborstel. Om de vlamopeningen te
reinigen gebruik een stalen draad.
Controleer vervolgens of de openingen
schoon zijn.
3
2
4
1
Afb.16
Controleer of het onderste deel van de
vlamverdeler, met name nabij straalbuis
schoon is. Vervulilde straalbuizen 4 (afb. 13)
kunnen verstoppen, waardoor de branders
met een lager vlam gaan branden of helemaal
niet gaan branden. Om de straalbuizen te
reinigen, gebruik een penseel met een beetje
oplosmiddel erop (afb. 14).
Afb.17
Schone gasbranders moeten nauwkeurig
gedroogd zijn, omdat vochtige gasbranders
gaan niet branden of kunnen het gas niet juist
verbranden. Na het afdrogen plaats alle
elementen in de omgekeerde volgorde en let
daarbij op om de ontstekers en de uiteinden
van thermokoppels niet te beschadigen.
Afb.18