Operation Manual
 BEDIENING 
NL 
9
  verdraai de stelschroef "A" (zie figuur 13) en kijk naar de vlam; stel de hoogte van de vlam 
zodanig in dat deze niet dooft bij een kleine windvlaag of wanneer de knop in één keer van de 
stand vol 
 naar de spaarstand   wordt gedraaid, of andersom 
  de knop is juist ingesteld als de vlamkegel groenblauw is en een hoogte heeft van 2-4 mm 
  als zich merkbare drukwijzigingen voordoen bij de gastoevoer (hoogte van de vlam varieert in de 
hoogste stand) moet de spaarvlam zodanig worden ingesteld dat deze tijdens normaal gebruik 
ook bij de laagste gasdruk niet dooft 
  zet de knop na het bijstellen weer terug en draai het vuur uit. 
knop 
zonder beveiliging 
knop 
met beveiliging 
Figuur 13 
 LET OP! 
Draai de stelschroef "A" tijdens het bijstellen van de knoppen niet volledig uit. 
2.7 HET FORNUIS AANSLUITEN OP HET LICHTNET 
Het fornuis is voorzien van een snoer zonder stekker. Voordat u het fornuis aansluit op het lichtnet moet 
u controleren of:
  de netspanning correspondeert met de waarde die wordt vermeld op het typeplaatje 
  het aansluitpunt voldoende vermogen levert om te voldoen aan de vermogensopname van 
het fornuis. 
 LET OP!  
1.  De stekker moet worden aangebracht door een gekwalificeerde bevoegde 
monteur. 
2.  Het stopcontact waarop het fornuis wordt aangesloten moet eenvoudig 
toegankelijk zijn voor de gebruiker. 
3.  Zorg ervoor dat de stroomkabel niet in contact komt met de hete onderdelen van 
het fornuis. 
Het fornuis moet worden aangesloten op een stopcontact met randaarde. Als het fornuis wordt 
aangesloten op een stopcontact zonder randaarde bestaat het risico op elektrische schokken bij 
storingen in het elektrische systeem.
Als de stroomkabel is beschadigd, moet deze worden vervangen. Neem contact op met de fabrikant, 
een servicewerkplaats of een gekwalificeerde monteur om gevaar te vermijden.
3  BEDIENING 
3.1 GASPITTEN 
  Verwijder nooit de rekken en zet pannen nooit bovenop de pitten. 
  Voorkom dat pannen overkoken en de inhoud ervan over de pitten stroomt. 
  Controleer voordat u de kraan van de gasleiding of de gasfles opendraait of alle regelknoppen zijn 
dichtgedraaid. 










