Operation Manual
BEDIENING
NL
12
Aanbevolen pandiameters voor de verschillende pitten:
Driekronen-
pit
Grote
gaspit
Extra snelle
gaspit
Snelle
gaspit
Warmhoud-
pit
23 – 30 cm 18 – 28 cm 16 – 26 cm 14 – 22 cm 12 – 16 cm
3.2 DE KOOKPLAAT BEDIENEN
3.2.1 TIPS VOOR DE BEDIENING
Houd de plaat schoon. Bij een vuile plaat gaat vermogen verloren.
Met uitzondering van de eerste keer, de plaat pas inschakelen nadat u een pan erop hebt gezet.
Zet nooit natte pannen op de plaat. Vocht veroorzaakt corrosie.
Nooit koud water op een hete plaat sprenkelen.
Zet de plaat enkele minuten voor het einde van de kooktijd uit. De plaat houdt hitte vast en blijft nog
enige tijd heet nadat u hem hebt uitgeschakeld.
Gebruik de plaat niet voor de bereiding van voedsel gewikkeld in aluminiumfolie of in plastic bakjes.
Zet geen plastic borden of andere voorwerpen op de plaat.
3.2.2 REGELKNOP VAN DE ELEKTRISCHE KOOKPLAAT
Figuur 20
Plaat uit Laagste stand Hoogste stand
Het vermogen van de kookplaat wordt ingesteld met een regelknop met zeven standen. Het
vermogen kan in stappen worden ingesteld. Op deze wijze wordt een juiste en economische
afstelling van het verhittingsvermogen van de plaat mogelijk gemaakt.
De regelknop kan in beide richtingen worden verdraaid. De cijfers 1 tot 6 duiden op de standen van
de regelknop (zie figuur 24). Deze standen corresponderen met een bepaald verhittingsvermogen.
De regelknop met zeven standen gebruiken
Knopstand Geschikt voor
6
5
4
3
2
1
0
snel koken of intensief bakken
intensief braden van vlees of vis
licht braden
doorkoken van grote hoeveelheden en gevulde soepen
koken van aardappelen en soepen
laten sudderen van groenten en vis in eigen vocht
plaat uit
BELANGRIJK!
1. Met uitzondering van het eerste gebruik de kookplaat niet inschakelen zonder
pan erop.
2. Leg een dunne beschermlaag op de plaat als u deze langere tijd niet zult
gebruiken.