Operation Manual

NL
10
22 //
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Advies
Om te controleren of uw pan geschikt
is:
Zet u hem op een kookzone op vermogen 4.
Als het display niet knippert, is uw pan
geschikt.
Als het display knippert, is uw pan niet
geschikt voor inductiekoken.
U kunt ook een magneet gebruiken.
Als de magneet aan de bodem van de pan
“kleeft”, is de pan geschikt voor
inductiekoken.
Kook- Te gebruiken pan
zone*
1166 ccmm 1100 .......... 1188 ccmm
1188 ccmm 1122 .......... 2222 ccmm
2211 ccmm 1188 .......... 2244 ccmm
2288 ccmm 1122 .......... 3322 ccmm
WELKE KOOKZONE VOOR UW
PAN?
PANNEN VOOR DE INDUCTIE
Inductieprincipe
Het principe van inductiekoken berust op een
magnetisch fenomeen.
Zodra u uw pan op een kookzone zet en deze
inschakelt, gaan de elektronische schakelingen
van uw kookplaat in de bodem van uw kookpan
“inductie” stromen produceren, hetgeen de
temperatuur onmiddellijk verhoogt. Deze
warmte wordt doorgegeven aan de
levensmiddelen in de pan die u zo, afhankelijk
van uw instelling, zachtjes kunt laten pruttelen
of snel kunt dichtschroeien.
De pannen
De meeste pannen kunnen gebruikt worden
voor inductiekoken. Alleen glas, aardewerk,
aluminium zonder speciale bodem, koper en
sommige niet-magnetische roestvrij staal
soorten kunnen niet gebruikt worden. Wij raden
aan pannen met een dikke en platte boden te
kiezen. De warmte wordt beter verspreid en het
kookproces verloopt gelijkmatiger.
Als u een pan kiest met dit logo op
de bodem of op de verpakking bent u ervan
verzekerd dat de pan onder normale
gebruiksomstandigheden perfect geschikt is
voor uw kookplaat.
Om u bij uw keuze van kookpannen te helpen,
leveren wij bij deze handleiding een lijst met
keukengerei.
+
-
C
B
A
**
volgens model
Inductor
Elektronische schakeling
Inductiestromen
A
B
C