Operation Manual

NL
13
22 //
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
BEVEILIGING TIJDENS DE
WERKING
•Restwarmte
Na intensief gebruik kan de door u gebruikte
kookzone nog enkele minuten heet blijven.
Dit wordt weergegeven met een
HH
Raak de betreffende zones dan niet aan.
•Temperatuurbegrenzer
Elke kookzone is uitgerust met een
veiligheidssensor die voortdurend de
temperatuur van de bodem van de pan
controleert. Als u een lege pan op een
ingeschakelde kookzone laat staan, zal deze
sensor automatisch de temperatuur van de
kookplaat aanpassen zodat uw keukengerei
of de kookplaat niet wordt beschadigd.
•Veiligheid “kleine voorwerpen”
Het wordt aangeraden om geen metalen
voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en
deksels op de kookplaat te laten liggen, deze
kunnen warm worden.
Let op
Meerdere kleine voorwerpen kunnen op
een kookplaat als een pan worden
herkend.
Het display geeft het kookvermogen aan:
de kookplaat kan aan gaan en de
voorwerpen worden warm.
•Beveiliging bij overkoken
Het stopzetten van de
kookplaat, een speciale
weergave (symbool hiernaast)
en een pieptoon (naar gelang
model) kunnen in één van de
volgende 3 gevallen in
werking worden gezet:
--
Overkoken waarbij de bedieningstoetsen
worden bedekt.
--
Natte doek op de toetsen.
--
Metalen voorwerp op de bedienings-
toetsen.
Nadat u de kookplaat en de toetsen schoon
hebt gemaakt of het voorwerp weg hebt
gehaald, kunt u verder gaan met koken.
•Systeem Auto-Stop
Indien u een bereiding vergeet stop te zetten,
is de het kookplaat uitgerust met een
beveiliging
AAuuttoo--SSttoopp ssyysstteemm
die de
vergeten kookzone onmiddellijk uitschakelt
na een bepaalde tijd (begrepen tussen 1 en
10 uur volgens het gebruikt vermogen).
Wanneer deze beveiliging in werking treedt,
wordt de onderbreking van de kookzone
aangegeven met de weergave
AASS
of
AA
in
de bedieningszone en wordt gedurende
ongeveer 2 minuten een pieptoon afgegeven.
Het volstaat op een willekeurige
bedieningstoets te drukken om de pieptoon
te onderbreken.
Een dubbele pieptoon bevestigt uw
handeling.
PIEP... PIEP