Operation Manual
11
DE VERSCHILLENDE INSCHAKELVORMEN (KOELEN – ONTVOCHTIGEN – VERWARMEN)
• Hoe de gewenste modus te selectere
1. Druk op de Aan/Uit knop om het systeem in te
schakelen.
2. Druk op de Operatiemodus keuzeknop
: Iedere keer dat de knop wordt
ingedrukt, zal de ingeschakelde modus veranderen in
de volgende volgorde:
(Automatisch)
(Koelen) (Ontvochtigen (Verwarmen)
3. Druk wederom op de Aan/Uit knop om het systeem uit
te schakelen.
* Indien het apparaat opnieuw opgestart wordt, zal het
starten in de modus waarin het stong op het moment
van uitschakelen.
z Vindt u het te warm, druk dan op “TOO HOT”. Met
iedere keer drukken daalt de ingestelde temperatuur met
1 ºC.
z Vindt u het te koud, druk dan op “TOO COLD”. Met
iedere keer drukken stijgt de ingestelde temperatuur met
1 ºC.
z Als de omgevingstemperatuur hoog is en de
airconditioner teveel warmte vanuit de omringende lucht
opneemt, kan het zijn dat het systeem (te) zwaar belast
wordt. De ventilator van de buiten unit zal dan stoppen
om het systeem te beveiligen tegen schade. Er kan dan
ijsvorming optreden op de buiten unit.
z De temperatuur kan niet ingesteld worden in de
Ontvochtigen modus.
N.B. Als de buitentemperatuur te hoog is, dan kan het
zijn dat de kamertemperatuur niet de ingestelde
tempratuur bereikt, omdat het systeem binnen zijn
capaciteit tot aan het maximum belast is