Operation Manual
105
Internet Browser.
Dit is de standaard browser om te surfen op het
internet. Uiteraard kan je ook een andere internet browser
downloaden.
Verbinden met Wi-Fi. Deze verbinding gebruik je
meestal thuis, op je werk of in een café. Ga naar
Systeeminstellingen (pagina 111) via de linkertoets
onderaan Bij Wi-Fi schuif je de Aan/Uit schakelaar
naar Aan. Als er meerdere netwerken beschikbaar zijn,
tik je op het Wi-Fi icoon en kies je een netwerk. Als een
netwerk is beveiligd, zal er om een wachtwoord worden
gevraagd. Als je het niet weet, vraag het dan aan de
systeembeheerder. Sommige netwerken hebben extra
beveiligingsinstellingen die je onder Geavanceerd kan
vinden – via de linkertoets onderaan.
Mobiele gegevensverbinding. Dit is de dataverbinding van
je provider en deze is overal toegankelijk waar je bereik
hebt. Om je dataverbinding te activeren, ga je naar het
Pull-down menu en tik je op het icoon
Gegevensverbinding om het in of uit te schakelen. De
snelheid is afhankelijk van je bereik en je provider. De
volgende iconen laten zien hoe snel je verbinding op dat
moment is.
104
Camera.
Open het Quick Access menu en veeg je vinger
naar het Camera icoon.
Een foto of video maken. Richt je telefoon op wat je wilt
vastleggen en tik op het Foto icoon of Video icoon
. Je kan wisselen tussen de Camera voor en Camera
achter door op het icoon rechts onderaan je scherm
te tikken.
Bekijk je foto’s. Bekijk al je foto’s en video’s door
rechtsonder op het galerijvenster te tikken. Linksboven in
je scherm kan je wisselen tussen Filmstrip weergave (één
voor één) of Grid view (overzicht van alle foto’s).
Extra opties. Binnen de Camera app heb je meer opties en
een leuke manier om je foto’s te bewerken. Ontdek het!