Instructions for use

46
nl
Ondersteun platen of grote werkstukken om het risico
van een terugslag door een ingeklemde doorslijpschijf
te verminderen. Grote werkstukken kunnen onder hun
eigen gewicht doorbuigen. Het werkstuk moet aan
beide zijden worden ondersteund, vlakbij de slijpgroef
en aan de rand.
Wees bijzonder voorzichtig bij invallend frezen in
bestaande muren of andere plaatsen zonder voldoende
zicht. De invallende doorslijpschijf kan bij het doorslij-
pen van gas- of waterleidingen, elektrische leidingen of
andere objecten een terugslag veroorzaken.
Bijzondere waarschuwingen voor schuurwerk-
zaamheden
Gebruik geen schuurbladen met te grote afmetingen,
maar houd u aan de voorschriften van de fabrikant voor
de maten van schuurbladen. Schuurbladen die over de
rand van de steunschijf uitsteken, kunnen verwondin-
gen veroorzaken en kunnen tot blokkeren, scheuren
van de schuurbladen of terugslag leiden.
Bijzondere waarschuwingen voor werkzaamhe-
den met draadborstels
Houd er rekening mee dat de draadborstel ook tijdens
het normale gebruik draadstukken verliest. Overbelast
de draden niet door een te hoge aandrukkracht. Weg-
vliegende draadstukken kunnen gemakkelijk door
dunne kleding en/of de huid dringen.
Als het gebruik van een beschermkap wordt geadvi-
seerd, dient u te voorkomen dat beschermkap en
draadborstel elkaar kunnen raken. Vlakstaal- en koms-
taalborstels kunnen door aandrukkracht en centrifu-
gaalkrachten hun diameter vergroten.
Overige veiligheidsvoorschriften
Draag geen licht ontvlambare kleding. Vonken kunnen
deze kleding ontsteken.
Gebruik elastische tussenstukken indien deze samen
met het slijptoebehoren worden geleverd.
Gebogen slijpschijven moeten zodanig worden gemon-
teerd dat er een tussenruimte van 2 mm tussen hun
snijvlak en de onderkant van de beschermkap blijft.
Slijpschijven die niet aan deze eisen voldoen, kunnen
onvoldoende worden afgeschermd en zijn niet toege-
staan.
Controleer of de inzetgereedschappen volgens de voor-
schriften van de fabrikant gemonteerd zijn. De gemon-
teerde inzetgereedschappen moeten vrij kunnen
draaien. Verkeerd gemonteerde inzetgereedschappen
kunnen tijdens de werkzaamheden losraken en wegge-
slingerd worden.
Ga zorgvuldig met het slijp- en schuurtoebehoren om en
bewaar het volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
Beschadigd slijp- en schuurtoebehoren kan scheuren en
tijdens de werkzaamheden barsten.
Let er bij het gebruik van inzetgereedschappen met
schroefdraad op dat de schroefdraad in het inzetge-
reedschap lang genoeg is om de lengte van de uit-
gaande as van het elektrische gereedschap op te
nemen. De schroefdraad van het inzetgereedschap
moet bij de schroefdraad van de uitgaande as passen.
Verkeerd gemonteerde inzetgereedschappen kunnen
tijdens het gebruik losraken en letsel veroorzaken.
Richt het elektrische gereedschap nooit op uzelf,
andere personen of dieren. Er bestaat verwondingsge-
vaar door scherpe of hete inzetgereedschappen.
Let op verborgen liggende elektrische leidingen en bui-
zen voor gas en water. Controleer de werkomgeving
voor het begin van de werkzaamheden, bijvoorbeeld
met een metaaldetector.
Gebruik een stationaire afzuiginstallatie, blaas de ven-
tilatieopeningen regelmatig schoon en sluit het gereed-
schap via een aardlekschakelaar aan. Onder extreme
gebruiksomstandigheden kan tijdens het bewerken van
metaal geleidend stof in het elektrische gereedschap
terechtkomen. Daardoor kan de veiligheidsisolatie van
het elektrische gereedschap worden geschaad.
Er mogen geen plaatjes of symbolen op het elektrische
gereedschap worden geschroefd of geniet. Een bescha-
digde isolatie biedt geen bescherming tegen een elektri-
sche schok. Gebruik stickers.
Werk altijd met de extra handgreep. De extra hand-
greep waarborgt een betrouwbare geleiding van het
elektrische gereedschap.
Na bewerking van gipshoudende materialen: Reinig de
ventilatieopeningen van het elektrische gereedschap
en het schakelelement met droge en olievrije perslucht.
Anders kan gipshoudend stof in de behuizing van het
elektrische gereedschap en op het schakelelement ach-
terblijven en in combinatie met vochtige lucht uithar-
den. Dit kan tot een verminderde werking van het
schakelmechanisme leiden.
Controleer voor de ingebruikneming de netaansluitka-
bel en de netstekker op beschadigingen.
Advies: Gebruik het elektrische gereedschap altijd via
een aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA of minder.
Hand- en armtrillingen
Het in deze gebruiksaanwijzing vermelde trillingsniveau
is gemeten met een volgens EN 60745 genormeerde
meetmethode en kan worden gebruikt om elektrische
gereedschappen met elkaar te vergelijken. Deze is ook
geschikt voor een voorlopige inschatting van de tril-
lingsbelasting.
Het aangegeven trillingsniveau representeert de hoofd-
zakelijke toepassingen van het elektrische gereedschap.
Als echter het elektrische gereedschap wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereed-
schappen of onvoldoende onderhoud, kan het trillings-
niveau afwijken. Dit kan de trillingsbelasting gedurende
de gehele arbeidsperiode duidelijk verhogen.
Voor een nauwkeurige schatting van de trillingsbelas-
ting moet ook rekening worden gehouden met de tijd
waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het
gereedschap wel loopt, maar niet werkelijk wordt