Manual instruction

36
nl
Bijzondere veiligheidsvoorschriften.
Gebruik de bij het gereedschap geleverde extra hand-
grepen. Het verlies van de controle kan tot verwondin-
gen leiden.
Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Gebruik
afhankelijk van de toepassing een volledige gezichtsbe-
scherming, oogbescherming of veiligheidsbril. Draag
voor zover van toepassing een stofmasker, een gehoor-
bescherming, werkhandschoenen of een speciaal
schort dat kleine slijp- en materiaaldeeltjes tegen-
houdt. Uw ogen moeten worden beschermd tegen
wegvliegende deeltjes die bij verschillende toepassin-
gen ontstaan. Een stof- of adembeschermingsmasker
moet het bij de toepassing ontstaande stof filteren. Als
u lang wordt blootgesteld aan luid lawaai, kan uw
gehoor worden beschadigd.
Zet het werkstuk vast. Een in een spanvoorziening vast-
gezet werkstuk wordt steviger vastgehouden dan in uw
hand.
Er mogen geen plaatjes of symbolen op het elektrische
gereedschap worden geschroefd of geniet. Een bescha-
digde isolatie biedt geen bescherming tegen een elektri-
sche schok. Gebruik stickers.
Gebruik geen toebehoren dat niet speciaal door de
fabrikant van het elektrische gereedschap is ontwik-
keld of vrijgegeven. Een veilig gebruik is niet alleen
gegeven door het feit dat een toebehoren op uw elek-
trische gereedschap past.
Reinig de ventilatieopeningen van het elektrische
gereedschap regelmatig met een niet-metalen gereed-
schap. De motorventilator zuigt stof in het machine-
huis. Dit kan bij overmatige ophoping van metaalstof
elektrische gevaren veroorzaken.
Richt het elektrische gereedschap nooit op uzelf,
andere personen of dieren. Er bestaat verwondingsge-
vaar door scherpe of hete inzetgereedschappen.
Controleer voor de ingebruikneming de netaansluitka-
bel en de netstekker op beschadigingen.
Advies: Gebruik het elektrische gereedschap altijd via
een aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA of minder.
Hand- en armtrillingen
Het in deze gebruiksaanwijzing vermelde trillingsniveau
is gemeten met een volgens EN 62841 genormeerde
meetmethode en kan worden gebruikt om elektrische
gereedschappen met elkaar te vergelijken. Deze is ook
geschikt voor een voorlopige inschatting van de tril-
lingsbelasting.
Het aangegeven trillingsniveau representeert de hoofd-
zakelijke toepassingen van het elektrische gereedschap.
Als echter het elektrische gereedschap wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereed-
schappen of onvoldoende onderhoud, kan het trillings-
niveau afwijken. Dit kan de trillingsbelasting gedurende
de gehele arbeidsperiode duidelijk verhogen.
Voor een nauwkeurige schatting van de trillingsbelas-
ting moet ook rekening worden gehouden met de tijd
waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het
gereedschap wel loopt, maar niet werkelijk wordt
gebruikt. Dit kan de trillingsbelasting gedurende de
gehele arbeidsperiode duidelijk verminderen.
Leg extra veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de bediener tegen het effect van trillingen vast, zoals:
onderhoud van elektrische gereedschappen en inzetge-
reedschappen, warm houden van de handen, organisa-
tie van het arbeidsproces.
Bedieningsvoorschriften.
Beweeg het elektrische gereedschap alleen inge-
schakeld naar het werkstuk.
Houd het elektrische gereedschap tijdens het knippen
zo veel mogelijk haaks op het werkstukoppervlak
(BLS 1.6 E (**) en BLS 2.5 E (**)).
Geleid het elektrische gereedschap gelijkmatig en licht
duwend in de kniprichting. Te sterk duwen vermindert
de levensduur van de inzetgereedschappen aanzienlijk.
Knip geen metaalplaat op plaatsen waar de plaat gelast
is. Knip geen metaalplaat in lagen die samen de maxi-
male materiaaldikte overschrijden.
BLS 1.6 E, BLS 2.5 E (**): Ter verlenging van de levens-
duur van de messen wordt geadviseerd om langs de
beoogde kniplijn een smeermiddel aan te brengen:
voor het knippen van staalplaat: snijpasta of snijolie,
voor het knippen van aluminium: petroleum.
BSS 1.6 E (**), BSS 1.6 CE (**), BSS 2.0 E (**): De snijlijn
moet vrij van smeermiddel zijn.
Schakel het elektrische gereedschap pas uit nadat u het
uit het knipspoor heeft getrokken.
Het teken voor versleten messen is een duidelijke toe-
name van de vereiste aandrukkracht en een geringe
werksnelheid.
BSS (**): Voor het knippen van een uitsparing moet er
worden voorgeboord. Zie „Technische gegevens” voor
de diameter.
BSS 1.6 CE (**): Trek bij het inknippen het elektrische
gereedschap van de spaan los terwijl de motor loopt.
Knip lange spanen af.
BSS 1.6 E (**), BSS 1.6 CE (**): Mes en knipbekken kun-
nen niet worden geslepen.
BSS 2.0 E (**): Mes en knipbekken kunnen worden
geslepen.
BSS 2.0 E (**): Voor stationair bedrijf spant u het elek-
trische gereedschap in een bankschroef met bescherm-
delen van aluminium of kunststof. Draai de bankschroef
op passende wijze vast, zodanig dat het inzetgereed-
schap stevig vastgehouden en niet beschadigd wordt.
BLS 1.6 CE (**), BLS 2.5 E (**): De messen kunnen niet
worden geslepen en moeten altijd per paar worden
vervangen.
Onderhoud en klantenservice.
Onder extreme gebruiksomstandigheden
kan bij het bewerken van metalen geleidend
stof in het elektrische gereedschap terecht-
komen. Daardoor kan de veiligheidsisolatie van het
elektrische gereedschap worden geschaad. Blaas regel-
matig de binnenzijde van het elektrische gereedschap
via de ventilatieopeningen met droge en olievrije per-
slucht schoon en sluit het gereedschap via een aardlek-
schakelaar aan.