Operating Instructions and Installation Instructions

34
MegaLux 5 131 / MegaLux 6 131 / MegaLux A 131
12.2.17 Hoeveelheidsregelaar tapwater
Open een warm waterkraan en meet de volume-
stroom. Vervang de hoeveelheidsregelaar bij een te
grote afwijking (meer dan -15%). Zie ook de tap-
watergrafiek op blz. 46 en de technische specifica-
ties op blz. 43. Let op! De volumestroom is uiter-
aard ook sterk afhankelijk van de drukverliezen in de
tapwaterinstallatie en de aanwezige voordruk.
Als de volumestroom te laag blijft: controleer het filter
aan de inlaat van de stromingssensor (type 5 en 6).
12.2.19 Koppelingen
Controleer de gas-, tapwater- en cv-koppelingen
op bevestiging en lekkage. Indien nodig:
Draai de koppelingen vast
Vervang bij lekkage de pakking of o-ring.
12.2.16 Werking tapwaterbedrijf
Zet een warm waterkraan open en controleer de
werking voor tapwaterbedrijf.
12.2.11 Gasverbruik
Meet het gasverbruik bij maximaal vermogen.
Zie de technische gegevens voor het maximum
gasverbruik.
12.2.21 Werking voor cv-bedrijf
Zet de kamerthermostaat vragend en controleer de
werking voor cv. Zodra de brander voor cv in bedrijf
is, is op het display zichtbaar:
Omdat de cv-pomp iedere 24 uur even bekrachtigd
wordt kan deze in principe niet vast gaan zitten.
12.2.23 Rookgasafvoer en de luchttoevoer
Controleer of (de aansluitingen van) het lucht-
toevoer- en rookgasafvoersysteem in een goede
staat verkeert en de verbindingen goed dicht zijn.
Monteer de mantel
Vergeet niet, in verband met de elektrische veiligheid,
om de mantel weer vast te schroeven.
12.2.18 Warm watertemperatuur
Open een warm waterkraan en meet de temperatuur.
Zodra de brander voor tapwater in bedrijf is,
is op het display zichtbaar:
Zie technische specificaties op blz. 43.
12.2.20 Zuurgraad van het cv-water
Als er niet-zuurstof diffusiedichte kunststof
slangen voor de vloerverwarming of de installatie
zijn gebruikt, controleer dan de zuurgraad van het
cv-water. De pH-waarde moet tussen de 5 en 8
zitten om corrosieproblemen te voorkomen. Zoek
bij afwijkende waarden de oorzaak op en zorg voor
een oplossing.
12.2.12 CO
2
-percentage vollast
12.2.13 CO-waarde vollast
12.2.14 CO
2
-percentage laaglast
12.2.15 CO-waarde laaglast
Meet het CO en CO
2
-percentage in de rookgasafvoer.
bij vollast: tapkraan vol open.
bij laaglast: op cv-bedrijf.
12.2.22 Druk in de cv-installatie
Controleer de cv-installatiedruk. De druk is
afleesbaar rechts onder in het display of op de
manometer aan de onderkant van het toestel.
De druk moet ca. 1,6 bar zijn
(bij een koude cv-installatie).
Als de druk aan de lage kant
is (lager dan 1 bar), moet de
cv-installatie bijgevuld worden.
Bij klachten van bewoners over extra bijvullen of bij veel
F20/F21/F37/F40/A26-storingen in het storingsgeheugen:
controleer het expansievat en de cv-overstort.
12.2.24 Meetnippels en meetslang gasblok
Controleer of de meetnippels op het gasblok
goed gesloten zijn!
Controleer ook of het siliconen slangetje goed
gemonteerd zit op de meetnippel van de
gesloten ruimte en het gasblok!
Controleer of de dopjes op de meetopeningen
van de luchttoevoer en rookgasafvoer-
aansluiting gemonteerd zitten.
CO waarden in rookgassen,
bij laaglast / vollast.
(geldt voor aardgas en propaan)
Beoordeling
Geen bezwaar
tegen het gebruik.
Verhoogde CO-waarde:
zoek de oorzaak van de hoge
CO-waarde en los dit op.
Ontoelaatbare hoge CO-waarde:
zet het cv-toestel uit.
Waarschuw de bewoners het
toestel niet meer aan te zetten.
Zoek de oorzaak van de hoge
CO-waarde en los dit op.
Meetnauwkeurigheid: 20%
Als de CO-waarde te hoog is, controleer dan:
het branderbed.
de gasdrukinstelling op laagstand (12.2.8).
rookgasafvoer en luchttoevoer (12.2.23).
gasinspuiter: aanwezig? geen corrosie?
rookgasrecirculatie.
Toegestane
waarde
< 300 ppm
> 300 ppm
< 1.000 ppm
> 1.000 ppm
Belangrijk! : kap terugplaatsen
Plaats de kap van de luchtdicht afge-
sloten ruimte weer terug, voordat u
de CO / CO
2
-meting doet. Dicht de
opening rondom de meetsondes
tijdens de meting goed af.
Juiste waarden CO
2
in rookgassen:
Aardgas (G25):
laagstand 7.5-8.5% CO
2
vollast 8-9,5% CO
2
Propaan (G31):
laagstand 9-10% CO
2
vollast 9-10% CO
2
Als de CO
2
-waarden afwijken, controleer dan:
bij laaglast: de gasdrukinstelling gasblok (12.2.8).
bij vollast: het gasverbruik (12.2.10).
gasinspuiter (aanwezigheid / vervuiling)
Let op:
het CO
2
-percentage is geen maat voor vervuiling!