Operation Manual

28
12. WERKING EN TECHNISCHE GEGEVENS
12.1 Werking van het toestel
Figuur 12.1 Principeschema MegaStar
7 Gastoevoer
8 Uitlaat warm tapwater
9 Toevoer koud tapwater
10 Aanvoer-cv
11 Retour-cv
14 Overstortventiel cv
16 Ventilator (alleen bij 3F)
19 Verbrandingskamer
20 Branderbed
21 Gasinspuiterreep
22 Branderbed compleet
(Branderreep + inspuiter + restrictie)
24 Ontstekings (vonk) / ionisatie elektrode
27 Koperen warmtewisselaar
28 Rookgasverzamelplaat
29 Toesteluitgang verbrandingsgassen (3C)
Verbindingsset ventilator (3F)
30 Verzamelkast verbrandingsgas / lucht
31 ABS-regelklep (alleen bij 3F)
32 Cv-pomp
36 Automatische vlotter ontluchter
37 Zeef stromingssensor
38 Stromingschakelaar tapwater
39 Waterhoeveelheidsregelaar 6 l/min.
42 Tapwaterremperatuursensor
43 Luchtdrukschakelaar
44 Gasblok
55 Aftapper van de pomp
57 Meetpunt luchtdruk (inlaatventilator)
63 Regelthermostaat cv
68 Elektrakast
81 Ontstekingselektrode / ionisatie
101 DBM01 - print
114 Cv-drukschakelaar
126 TTB-beveiliging
132 Rookgasverdeelplaat
145 Manometer
157 Regelthermostaat warmwater
189 Vlamstoringsindicatie-LED
190 Vlam-indicatie-LED
199 Afdichtdop
200 Aftapkraan cv-water
278 Dubbel-temperatuursensor
Uitleg ABS (Air Balance System)
(is alleen van toepassing op de MegaStar 3F)
Bij conventionele gesloten toestellen is het luchttransport
naar de brander afhankelijk van een aantal externe omstandig-
heden (zoals de lengte van de luchttoevoer en rookgasafvoer
en eventuele wind). Alleen bij de maximale toelaatbare lengte
van toe- en afvoerleiding zal het luchttransport optimaal zijn en
zal het maximale rendement bereikt worden. Bij korte toe- en
afvoerleidingen zal het rendement dalen.
De MegaStar 3F is voorzien van een ingebouwde automati-
sche regeling Air Balance System (ABS) welke er voor zorgt
dat het luchttransport niet beïnvloed wordt door externe
omstandigheden en het rendement dus onder alle omstandig-
heden het hoogste resultaat heeft.
Herstart
Na een mislukte opstartpoging, zal het toestel nog 2 keer
een herstart uitvoeren alvorens in vlamstoring te gaan.
Werking ABS-systeem
Als de ventilator (16) draait, zuigt deze een onderdruk in de
verzamelkast voor verbrandingsgas en lucht (30). Zodra er
voldoende onderdruk in deze ruimte (30) aanwezig is, wordt
dit via het meetpunt (57) doorgegeven aan de luchtdruk-
schakelaar (43), die de brander inschakelt.
Door de openingen in de rookgasverdeelplaat (132) wordt de
juiste hoeveelheid verbrandingsgassen over de warmtewis-
selaar (27) aangezogen. Afhankelijk van de heersende onder
druk neemt de ABS-regelklep (31) een bepaalde stand in.
Om te voorkomen dat bij een hogere onderdruk te veel rook-
gassen door de cv-wisselaar wordt gezogen, gaat de ABS-
regelklep verder open en zuigt verse lucht bij. Hiermee zakt
de onderdruk.
Als de onderdruk daarentegen te laag dreigt te worden, maakt
de ABS-regelklep de opening kleiner, waardoor de druk weer
stijgt. Door dit principe blijft de verbranding en daarmee het
rendement optimaal en is het toestel minder afhankelijk van de
lengte van de toe- en afvoerleidingen of wind.