accessories PRECISIO Owner's manual

16
1 Kapaanslag
De kapaanslag (bestelnummer 488 063) bestaat
uit een voetsteun (1.1) en een aanslaggeleider
met de volgende hoofdonderdelen:
Aanslagprofi el (1.4), -
uitschuifbaar eindgedeelte (1.3) -
met meetlint (1.2), -
verstelbaar tussengedeelte (1.10), -
aanslagloper (1.5), -
meetlintklem (1.7) -
en werkstukoplage (1.6). -
Bij gebruik op de roltafel CS 70 ST heeft men al-
leen de aanslaggeleider (bestelnummer 488 842)
zonder voetsteun nodig.
2 Montage van de aanslaggeleider
2.1 Bevestiging op de hoekaanslag (afbeelding
1)
De aanslaggeleider wordt bevestigd op de hoe-
kaanslag (1.8) van uw CS 70 EB waarbij deze
normaal gesproken aan de linkerkant van de
cirkelzaag of roltafel gemonteerd is.
Neem het aanslagprofi el van de CS 70 EB van de
hoekaanslag af, en gebruik daarvoor in de plaats
het aanslagprofi el (1.4) van de aanslaggeleider.
2.2 Montage van de voetsteun (afb. 2)
De voetsteun dient ter ondersteuning van de
aanslaggeleider, als er zonder roltafel wordt
gewerkt.
Voor de montage draait u de twee draaiknoppen
(2.1) op de bevestigingsplaat (2.8) zover open
dat de twee steunpoten (2.3) in de buisklemmen
(2.4) kunnen worden gezet. Duw de steunpoten
er zover in dat de voetsteun dezelfde hoogte als
de CS 70 EB heeft, en zet de steunpoten met de
draai-knoppen (2.1) vast.
Schroef de bevestigingsplaat met de draaiknop
(2.2) en de pasveer (2.7) bij de sleuf (2.5) vast
aan de onderste groef van de aan-slaggeleider,
en wel dusdanig dat de twee nokken (2.6) in de
groef vallen.
2.3 Bevestigen van de werkstukoplage (afb.
3)
De werkstukoplage is bedoeld als ondersteuning
voor vrij lange werkstukken.
Schroef de werkstukoplage bij de sleuf (3.1) met
de draaiknop (3.2) en de pasveer (3.3) vast in de
onderste groef van het aanslagprofi el, en wel
dusdanig dat de twee nokken (3.5) in de groef
vallen.
2.4 Justering van de aanslaggeleider (afb. 4)
Zet het meetlint via de houder (1.12) in het eindge-
deelte, en trek het meetlint door de bovenste groef
(1.13) van het eindgedeelte, het tussengedeelte
en het aanslagprofi el.
Om te voorkomen dat het meetlint met het
zaagblad in aanraking komt, begint dit pas bij 30
mm.
Daarom moet de afstand tussen de voorkant van
het aanslagprofi el en de tandkrans van het zaag-
blad als volgt op 30 mm worden ingesteld:
Trek het meetlint (4.1) 30 mm over het uiteinde
van het aanslagprofi el (4.2) en zet dit vast met de
meetlintklem (4.3).
Stel de hoekaanslag af op rechthoekige zaag-
sneden en verschuif het aanslagprofi el zò ver dat
het uiteinde van het meetlint zijdelings tegen de
zaagsneden van het zaagblad (4.4) aankomt.
Klem met de draaiknop (4.5) het aanslagprofi el
vast en zet het meetlint dusdanig vast dat het
uiteinde hiervan gelijk komt te liggen met de
voorkant van het aanslagprofi el.
Het meetlint geeft nu de exacte afstand tot het
zaagblad aan.
2.5 Lengteverandering van de aanslagge-
leider
Na het losdraaien van de draaiknop (1.9) kan het
uiteinde (1.3) in- en uitgeschoven worden.
De maximale verlenging bedraagt 2050 mm.
3 Aanslagloper (afb. 5, bestelnummer
488 560)
3.1 Het gebruik van de aanslagloper
Zet de klem van de aanslagloper met de draaiknop
(5.1) zover open dat u het klemstuk (5.5) in de bo-
venste groef (3.4) van het aanslagprofi el of van het
verstelbare tussengedeelte kunt brengen.
Door de draaiknop terug te draaien kunt u de
aanslagloper vastzetten.
3.2 Instellen van de aanslagloper
Door de twee schroeven (5.6) kan de aanslagloper
in de groef spelingsvrij worden afgesteld.
Zet hiervoor de aanslagloper in , en draai de
twee schroeven zover vast dat de aanslagloper
spelingsvrij maar soepel in de groef bewogen
kan worden.