Operation Manual

Op het instrumentenpaneel gaat het lampje of
knipperen. De richtingaanwijzers schakelen
automatisch uit als de auto weer rechtuit rijdt.
Van rijstrook wisselen
Als u bij wisseling van rijstrook kort richting wilt
aangeven, moet u de linker hendel korter dan een
halve seconde in de onvergrendelde stand zetten. De
richtingaanwijzer van de gekozen richting knippert
3 keer en gaat daarna automatisch uit.
“FOLLOW ME HOME”
Met dit systeem kan de ruimte voor de auto een
bepaalde tijd worden verlicht.
Inschakelen: u schakelt deze functie in door de
contactsleutel in stand STOP te draaien of uit te
nemen en de linker hendel binnen 2 minuten na het
uitzetten van de motor naar het stuur te trekken.
Telkens als u de hendel bedient, blijft de verlichting
30 seconden langer branden, tot een maximum
van 210 seconden; hierna wordt de verlichting
automatisch uitgeschakeld.
Elke keer als de hendel wordt bediend gaat het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel branden en verschijnt op het
display de tijd dat de functie actief blijft.
Het lampje gaat branden als de hendel voor het eerst
bediend wordt en blijft branden totdat de functie
automatisch wordt uitgeschakeld. Telkens als de
hendel wordt bediend, wordt alleen de inschakeltijd
van de verlichting verlengd.
Uitschakelen: houd de hendel langer dan 2
seconden naar het stuur getrokken.
fig. 32
F0S0211
41
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER