Operation Manual

De werking van het ASR-systeem is met name nuttig
in de volgende omstandigheden:
doorslippen van het binnenste wiel in bochten,
door verandering van de wielbelasting of door
te felle acceleratie;
te hoog vermogen naar de wielen, ook in
samenhang met de condities van het wegdek;
acceleratie op gladde wegen en bij sneeuw en ijzel;
verlies van grip op natte weggedeelten
(aquaplaning).
MSR-SYSTEEM (REGELING VAN
MOTORREMWERKING)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de ASR, verhoogt
bij bruusk terugschakelen het motorkoppel, zodat
overmatige vertraging van de aangedreven wielen
wordt voorkomen. Dit heeft vooral voordelen op
een wegdek met weinig grip, waarop de stabiliteit van
de auto snel verloren kan gaan.
IN-/UITSCHAKELING VAN HET
ASR-SYSTEEM
Het ASR-systeem schakelt automatisch in als de
motor wordt gestart.
Als het systeem is ingeschakeld, verschijnt er een
melding op het instelbare multifunctionele display
(indien aanwezig).
Bij het uitschakelen van het systeem gaat het lampje
op de knop C branden en verschijnt er een bericht
op het instelbare multifunctionele display (indien
aanwezig).
Als de ASR tijdens het rijden wordt uitgeschakeld,
schakelt deze automatisch weer in als de auto
opnieuw wordt gestart.
Schakel het ASR-systeem uit als u met
sneeuwkettingen rijdt: onder deze omstandigheden
levert het doorslippen van de aangedreven wielen bij
het wegrijden juist meer tractie op.
fig. 65
F0S0102
69
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER