Operation Manual

BELANGRIJK
ZEER GEVAARLIJK: Plaats NOOIT een
kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel van auto's met een
actieve passagiersairbag.Als bij een
botsing de airbag wordt opgeblazen, kan het
kind hierdoor dodelijke verwondingen oplopen.
Het is raadzaam kinderen altijd op de
achterbank te vervoeren, bij een ongeval biedt
de achterbank de meeste bescherming. Kleine
kinderen mogen zo nodig alleen op de
passagier sstoel worden vervoerd als de
frontairbag aan passagierszijde uitschakelbaar
is. In dergelijke gevallen moet worden
gecontroleerd of de airbag effectief is
uitgeschakeld door te zien of het lampje op het
instrumentenpaneel brandt (zie “Frontairbag
passagierszijde” in het hoofdstuk
“Frontairbags”). Bovendien moet de
passagier sstoel zo ver mogelijk naar achteren
zijn geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking komt met het
dashboard.
Alle systemen moeten zijn voorzien van de
typegoedkeuring en van een goed vastgehecht plaatje
met het controlemerk, dat absoluut niet mag
worden verwijderd.
In het Fiat Lineaccessori-programma zijn kinderzitjes
opgenomen voor elke gewichtsgroep.
De keuze voor deze kinderzitjes wordt aanbevolen
omdat ze speciaal ontworpen en ontwikkeld zijn
voor de Fiat-modellen.
GROEP0en0+
Baby's tot 13 kg moeten in kinderzitjes worden
vervoerd die achterstevoren zijn geplaatst, zoals
afgebeeld in fig. 81 waarbij het achterhoofd wordt
gesteund en bij plotseling remmen de nek niet wordt
belast.
Het achterstevoren geplaatste kinderzitje wordt op
zijn plaats gehouden door de veiligheidsgordels
van de auto, zoals getoond in fig. 81, en moet het
kind beschermen met de eigen gordels.
fig. 81
F0S0081
94
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER