Operation Manual

De regeneratie wordt automatisch geregeld door de
elektronische motorregeleenheid naargelang de
conditie van het roetfilter en de
gebruiksomstandigheden van de auto.
Tijdens de regeneratie kan er een beperkte toename
van het stationair motortoerental zijn, kan de
ventilator geactiveerd worden, kan de rookuitstoot
beperkt toenemen en kunnen er hoge temperaturen
bij de uitlaat worden waargenomen.
Dit is normaal en heeft geen negatieve invloed op de
normale rijeigenschappen van het voertuig en op
het milieu. Raadpleeg, als het betreffende bericht
wordt weergegeven, hoofdstuk "Lampjes en
berichten".
BELANGRIJK
Onder normale gebruiksomstandigheden
worden de katalysator en het
dieselroetfilter (DPF) erg warm. Parkeer het
voertuig dus niet op licht ontvlambaar
materiaal (gras, droge bladeren, dennennaalden
enz.) om het gevaar van brand te voorkomen
135
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER