Operation Manual

BESTUURDER
Als de bestuurder de enige inzittende is en de
veiligheidsgordel is niet omgelegd, dan wordt bij het
overschrijden van 20 km/h of wanneer langer dan
5 seconden met een snelheid tussen 10 en 20 km/h
wordt gereden een akoestische signaalcyclus voor de
voorstoelen gestart (continu geluidssignaal
gedurende 6 seconden gevolgd door een
intermitterende piep van 90 seconden). Het
waarschuwingslampje
knippert.
Het lampje blijven continu branden aan het einde van
de cyclus tot de motor is afgezet. De akoestische
waarschuwing houdt meteen op wanneer de
bestuurder zijn gordel omlegt en het lampje gaat uit.
De waarschuwingscyclus (akoestisch en visueel)
wordt herhaald zoals hierboven is beschreven als de
veiligheidsgordel tijdens het rijden wordt losgemaakt.
PASSAGIER
Voor de passagier geldt een vergelijkbare oplossing,
maar de indicatie wordt onderbroken als de passagier
de auto verlaat.
Als beide voorste veiligheidsgordels niet zijn
omgelegd terwijl de auto in beweging is en binnen
een paar seconden na elkaar, hebben het
geluidssignaal en het aangaan van het
waarschuwingslampje betrekking op de laatste
gebeurtenis.
GORDELSPANNERS
De veiligheidsgordels voor zijn voorzien van
gordelspanners die bij een heftige frontale botsing de
gordel enige centimeters aantrekt. Op die manier
worden de inzittenden veel beter op hun plaats
gehouden en wordt de voorwaartse beweging
ingeperkt.
Het blijkt dat de gordelspanners hebben gewerkt als
de gordel niet meer opgerold wordt.
De auto is ook uitgerust met een tweede
gordelspanner (nabij de dorpellijst). Wanneer die
wordt ingeschakeld, wordt de metalen kabel verkort.
Tijdens de werking van de gordelspanner kan er
een wat rook ontsnappen. Deze rook is niet
schadelijk en duidt niet op brandgevaar.
BELANGRIJK Voor een maximale bescherming
vanwege de gordelspanners moet de veiligheidsgordel
zo worden omgelegd dat hij goed op borst en
bekken aansluit.
De gordelspanner behoeft geen onderhoud of
smering: elke verandering van de oorspronkelijke
conditie zal de werking ervan benadelen. Als de
gordelspanner door extreme natuurlijke
gebeurtenissen (bijv. overstromingen, vloedgolven
enz.) met water en modder in contact is geweest,
dan moet hij worden vervangen.
138
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER