Operation Manual

Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in wanneer men voor een
stoplicht stil staat of alvorens de motor af te zetten.
Deze handeling is bij moderne auto's net als het
overschakelen met tussengas nutteloos. Het
verhoogt alleen het brandstofverbruik en de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen.
Keuze van de versnellingen
Schakel een hogere versnelling in zodra de verkeers-
en wegomstandigheden dit toelaten. Snel accelereren
met een lage versnelling verhoogt het
brandstofverbruik.
Ook het oneigenlijk gebruik van een hoge versnelling
doet het verbruik en de uitstoot van schadelijke
uitlaatgassen toenemen en veroorzaakt
motorslijtage.
Topsnelheid
Bij een hogere snelheid neemt het brandstofverbruik
fors toe. Rijd dus zoveel mogelijk met een constante
snelheid, vermijd overbodig remmen en optrekken.
Dit kost alleen brandstof en verhoogt tevens de
uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
Acceleratie
Bruusk optrekken kost veel brandstof en verhoogt
de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud starten kan de
motor niet de optimale bedrijfstemperatuur
bereiken.
Hierdoor neemt zowel het brandstofverbruik als de
uitstoot van schadelijke uitlaatgassen toe (van +15%
tot +30% in stadsverkeer).
Verkeerssituatie en conditie van het wegdek
Op drukke wegen, bijvoorbeeld bij filerijden waarbij
vooral lage versnellingen worden gebruikt, of in de
stad waar zich veel verkeerslichten bevinden, zal het
brandstofverbruik aanmerkelijk hoger zijn.
Ook bochtige trajecten over bergwegen en een
slecht wegdek verhogen het brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Bij langere stilstanden (bijv. spoorwegovergangen) is
het raadzaam de motor af te zetten.
165
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER