Operation Manual

LAMPJES EN BERICHTEN
LAMPJES EN BERICHTEN
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
De controlelampjes gaan branden en er verschijnt
een speciaal bericht en/of er klinkt een geluidssignaal,
wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte
waarschuwingen en mogen door hun beknopte
karakter niet worden beschouwd als volledig en/of
een alternatief voor de informatie die is opgenomen
in het Instructieboek. Het wordt daarom geadviseerd
het instructieboek altijd aandachtig te lezen. In
geval van een storingsmelding moet men zich altijd
aan de instructies houden die in dit hoofdstuk
zijn beschreven.
BELANGRIJK De storingen die op de display
verschijnen, kunnen worden onderverdeeld in twee
categorieën: ernstige storingen en minder
ernstige storingen.
Ernstige storingen worden langdurig herhaaldelijk
weergegeven.
Minder ernstige storingen worden kort
herhaaldelijk weergegeven.
De weergavecyclus van beide categorieën kan
worden onderbroken door op de knop
te
drukken. De melding op het instrumentenpaneel
blijft branden tot de oorzaak van de storing is
verholpen.
REMVLOEISTOFNIVEAUTE LAAG
(rood) / HANDREM
INGESCHAKELD (rood)
Door de contactsleutel in de stand MAR-ON te
draaien, gaat het lampje op het instrumentenpaneel
branden. Enkele seconden na het starten van de
motor moet dit lampje doven.
REMVLOEISTOFNIVEAUTE LAAG
Dit lampje gaat branden wanneer het
remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het
minimumpeil bevindt, bijvoorbeeld door een lek
in het remcircuit. Bij sommige versies verschijnt een
speciale melding op de display.
BELANGRIJK
Als het lampje tijdens het rijden gaat
branden, zet dan de motor onmiddellijk
af en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
HANDREM INGESCHAKELD
Door de contactsleutel in de stand MAR te draaien,
gaat het lampje branden. Enkele seconden na het
starten van de motor moet dit lampje doven.
170
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER