Operation Manual

Onder deze omstandigheden kan men met
gematigde snelheid verder rijden zonder te veel eisen
aan de motor te stellen. Langdurig gebruik van het
voertuig met continu brandend lampje kan schade
veroorzaken: neem dus zo snel mogelijk contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen,
maar de storing wordt door het systeem in het
geheugen bewaard.
OPMERKING (alleen voor benzinemotoren)
Als het lampje knippert, kan dit op een mogelijk
defect van de katalysator wijzen.
In dit geval moet het gaspedaal worden losgelaten
om het motortoerental te verlagen tot het lampje
stopt met knipperen.
Rijd verder met gematigde snelheid en voorkom
rijomstandigheden die kunnen leiden tot het
opnieuw gaan knipperen van het lampje. Neem zo
spoedig mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Wanneer, als de sleutel in de stand MAR
wordt gedraaid of tijdens het rijden,
het
lampje niet gaat branden of als het
lampje continu of knipperend gaat branden (bij
sommige versies verschijnen er ook een bericht en
een symbool op het display), ga dan onmiddellijk
naar een Fiat Servicepunt. De verkeerspolitie
kan d e uitlaatgasemissie controleren met behulp
van speciale apparatuur. Neem in elk geval de
wettelijke voorschriften in acht.
STORING ESP-SYSTEEM (geel)
(voor bepaalde versies/markten)
Door de contactsleutel in de stand MAR-ON te
draaien, gaat het lampje op het instrumentenpaneel
branden. Enkele seconden na het starten van de
motor moet dit lampje doven.
Als het lampje continu blijft branden en niet dooft
(bij sommige versies verschijnen er een bericht
en een symbool op het display), neem dan contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om aan
te geven dat het ESC systeem werkt.
176
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER