Operation Manual

Het motorkoelsysteem moet worden
gevuld met PARAFLU
UP
antivries.
Vul koelvloeistof bij met dezelfde
kenmerken als de koelvloeistof waarmee het
koelsysteem reeds is gevuld. PARAFLU
UP
mag niet
met andere typen vloeistoffen worden gemengd.
Mocht dit toch gebeuren, start de motor dan
in geen geval en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
BELANGRIJK
Het koelsysteem staat onder druk.
Vervang, indien nodig, de dop met een
ander exemplaar van dezelfde kwaliteit en met
dezelfde specificaties als de oorspronkelijke,
anders kan de efficiënt ie van het systeem
negatief beïnvloed worden. Draai bij warme
motor de dop van het reservoir niet los: gevaar
voor brandwonden.
VLOEISTOFVOOR RUITENSPROEIERS/
ACHTERRUITSPROEIER
Als het niveau te laag is, maak de reservoirdop D los
(zie vorige pagina's) en vul de vloeistof bij zoals
vermeld in het hoofdstuk "Technische gegevens".
BELANGRIJK
Rijd nooit met een leeg
ruitensproeierreservoir: ruitensproeiers
zijn van fundamenteel belang voor een goed
zicht. Sommige in de handel verkrijgbare
ruitensproeiervloeistoffen zijn licht
ontvlambaar. De motorruimte omvat warme
onderdelen die bij contact met de vloeistof
brand kunnen veroorzaken.
REMVLOEISTOF
Controleer of het vloeistofniveau op het maximum
peil staat (het niveau mag nooit boven het
MAX-teken komen).
Als het vloeistofniveau in de tank te laag is, maak de
reservoirdop E los (zie vorige pagina's) en vul de
vloeistof bij zoals vermeld in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
Opmerking Reinig zorgvuldig de reservoirdop E en
het omliggende oppervlak.
Zorg bij het openen van de dop dat er geen vuil in
het reservoir terecht komt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een trechter met
fijne zeef van maximaal 0,12 mm.
241
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER