Operation Manual

BELANGRIJK De spraakopdrachten moeten altijd
uitgesproken worden onder veilige
rijomstandigheden, in overeenstemming met de
voorschriften die in het land waar u rijdt gelden en
door de mobiele telefoon op correcte wijze te
gebruiken.
GEBRUIKVAN DETOETSEN OP HET
STUURWIEL OM DE
SPRAAKOPDRACHTEN TE ACTIVEREN
Toets "Telefoon"
De knop op het stuurwiel activeert het "Telefoon"
spraakherkenningssysteem om te bellen,
recente/ontvangen/verzonden oproepen te tonen,
het telefoonboek weer te geven, etc.
Elke keer dat op de toets
wordt gedrukt, wordt
een "biep" (geluidssignaal) afgegeven dat de gebruiker
uitnodigt om een opdracht uit te spreken.
Toets "Stem"
De toets op het stuurwiel activeert het
"Radio/Media" spraakherkenningssysteem om:
op een bepaald radiostation af te stemmen;
op een bepaalde AF/FM radiofrequentie af te
stemmen;
een nummer op een USB-geheugenstick/iPod/CD
MP3 af te spelen;
een album op een USB-geheugenstick/iPod/CD
MP3 af te spelen.
Elke keer dat op de toets
wordt gedrukt, wordt
een "biep" (geluidssignaal) afgegeven en toont het
display een scherm met tips dat de gebruiker
uitnodigt een opdracht uit te spreken.
Snel gebruik van de spraakinteractie
De toetsen
of , indien bediend tijdens een
spraakbericht van het systeem, zorgen ervoor dat
rechtstreeks een spraakopdracht gegeven kan
worden.
Als het systeem bijvoorbeeld een hulpspraakbericht
uitspreekt en men de opdracht kent die naar het
systeem gestuurd moet worden, kan dit bericht
onderbroken worden door op de toetsen
of te
drukken: het spraakbericht wordt onderbroken en u
kunt de gewenste spraakopdracht meteen uitspreken
(zonder naar het volledige hulpspraakbericht te
hoeven luisteren).
Als de toetsen
of worden bediend terwijl het
systeem op een spraakopdracht van de gebruiker
wacht, wordt de spraaksessie afgesloten.
321