Operation Manual

SAFE LOCK SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Deze veiligheidsvoorziening verhindert de werking
van de binnenhandgrepen en de knop voor
vergrendeling/ontgrendeling van de portieren.
Hiermee wordt voorkomen dat de portieren vanuit
het interieur geopend kunnen worden, bijvoorbeeld
bij een inbraakpoging (ingeslagen ruit).
Wij adviseren u om deze voorziening in te schakelen
elke keer als de auto geparkeerd wordt.
Safe lock inschakelen
De voorziening wordt voor alle portieren geactiveerd
door twee maal op de
knop op de sleutel te
drukken.
De richtingsaanwijzers knipperen 3 keer en de led
boven de
fig. 17 knop knippert om aan te geven
dat het systeem geactiveerd is. Als een of meer
van de portieren niet goed gesloten is, treedt het
systeem niet in werking, waardoor voorkomen wordt
dat iemand in het interieur opgesloten raakt na het
instappen via het openstaande portier en dit daarna
te sluiten.
Safe lock uitschakelen
Het systeem schakelt automatisch uit:
door het portier te ontgrendelen (door op de
toets
op de sleutel met afstandsbediening te
drukken of door de metalen baard zonder
afstandsbediening in het slot van het
bestuurdersportier te steken);
door de contactsleutel naar de stand MAR te
draaien.
BELANGRIJK
Als het safe lock systeem is ingeschakeld,
dan is het niet meer mogelijk om de
portieren vanuit het interieur te openen.
Controleer daarom, voordat de auto wordt
verlaten, of er niemand meer aan boord is.
fig. 17
F0Y0039
29
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER