Operation Manual

A - Draaiknop regeling luchttemperatuur:
blauwe gebied = koude lucht
rode gebied = warme lucht
B - aan/uit knop luchtrecirculatie;
C - draaiknop inschakeling/regeling ventilator:
0 = ventilator uitgeschakeld
1-2-3-4 = ventilatorsnelheid
D - aan/uit knop compressor klimaatregeling;
E - aan/uit knop achterruitverwarming;
F - knop luchtverdeling:
lucht uit luchtroosters in het midden en aan de
zijkant
lucht uit luchtroosters in het midden, aan de
zijkant en naar beenruimtes voor en achter
lucht alleen uit luchtroosters beenruimtes voor
en achter
lucht uit luchtroosters beenruimtes voor en
achter, naar de voorruit en zijruiten
luchtrooster naar voorruit en zijruiten
KLIMAATREGELING (koelen)
Ga als volgt te werk om het interieur te koelen:
draai knop A naar het blauwe gebied;
druk op knop B om de interne luchtrecirculatie in
te schakelen (led op de knop aan);
draai knop F op
;
druk op knop D om de klimaatregeling in te
schakelen en draai knop C op minstens 1 (1
ste
snelheid). Draai, voor snelle koeling, knop C naar 4
(maximum ventilatorsnelheid).
BELANGRIJK Afhankelijk van bijzonder
omgevingsomstandigheden, activeert de
klimaatregeling automatisch de luchtrecirculatie
(voor bepaalde versies/markten).
Minder koeling
draai knop A naar rechts om de temperatuur te
verhogen;
druk op knop B om de interne luchtrecirculatie uit
te schakelen (led op de knop uit);
draai aan knop C om de ventilatorsnelheid te
verlagen.
VERWARMINGVAN HET INTERIEUR
Ga als volgt te werk om het interieur te verwarmen:
draai knop A naar het rode gebied;
druk op knop B om de interne luchtrecirculatie in
te schakelen (led op de knop aan);
draai knop F op
;
draai knop C op minstens 1 (1
ste
snelheid). Draai,
voor snelle verwarming, knop C naar 4 (maximum
ventilatorsnelheid).
50
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER